De muziekambassade

Muziek als exportproduct

De Britse regering wil in de VS een speciale ‘muziekambassade’oprichten in een poging het succes van de Britse popmuziek daar te vergroten. Een goed initiatief? 3VOOR12 belde met het NPI, de overheid, een label en een artiest.

Muziek als exportproduct

Sinds de Beatles in april 1965 de Amerikaanse hitlijsten binnenstormden, hebben Britse artiesten een grote rol gespeeld op de Amerikaanse muziekmarkt. Tot april dit jaar. Voor het eerst sinds 40 jaar komen er die maand in de Amerikaanse Billboard HOT 100 geen Britse artiesten voor. Reden genoeg om op hoog niveau actie te ondernemen vond de Britse regering. In samenwerking met artiesten en de platenindustrie wordt in New York een muziekambassade opgericht. De NPI was twee jaar geleden hetzelfde van plan. Arjen Davidse over het plan: “De Engelsen willen wéér een rol spelen in Amerika, maar wij wilden er überhaupt wel eens een keer komen. Amerika is toch het beloofde land, zeker bij de Rock&Roll. Uiteindelijk vond men Amerika toch iets te ver weg. Er werd besloten om iets dichter bij te beginnen. Musicxport.nl, dat zich op Duitsland richt, was een feit. ” Platenlabel Excelsior is op eigen kracht al druk bezig in het beloofde land, maar juicht dergelijk initiatief nog steeds toe. Ferry Roseboom: “Ik denk dat de overheid een belangrijke rol kan spelen als stimulator van de cultuur en daardoor de economie. Als je in Amerika plaatjes verkoopt sleep je aardig wat geld binnen. Er zijn voor ons inmiddels wel een aantal deuren geopend, maar de armslag die je hebt is gering. Zeker als je dat vergelijkt met bijvoorbeeld de Mondriaan Stichting die een loft in New York heeft waar je als kunstenaar een tijdje kan wonen. Het zijn kleine dingen die heel goed werken.” Liesbeth Esselink (Solex) hoeft zich over promotie in Amerika niet zo’n zorgen te maken. Zij zit namelijk bij het Amerikaanse label Matador. Liesbeth over het Britse plan: “Ik vind het een beetje gênant eigenlijk. Het is toch een beetje graag of niet. Je zou ook denken dat dergelijke projecten met het internet niet meer nodig zijn. Iedereen kan zijn muziek via het web verspreiden.” En of ze er nu rijk van wordt of niet, feit is wel dat Solex in absolute aantallen in Amerika meer verkoopt dan in Nederland. Liesbeth: “Relatief verkoop ik nog steeds meer in Nederland, maar dat komt ook omdat we in Amerika alleen in de grote steden verkopen. Daarbuiten is het toch al gauw weer Willie Nelson.” Jochem van Oortmersem, beleidsmedewerker muziek bij OC&W heeft zo zijn twijfels bij het nut van een Nederlandse versie van een dergelijk plan: “Als ik afga op de informatie van de afgelopen tijd, is de enige muziek die in het buitenland economisch rendabel en succesvol is toch die van DJ’s. Zij hebben lage overheadkosten en werken dan ook vaak over de grenzen. Ik heb zo mijn twijfels of dit met Engelstalige rock ook zou kunnen werken.”