Het NPI heeft de hoop nog niet opgegeven voor de subsidieregeling Nederlands Popmuziekplan. Zoals het er nu uitziet, komt de regeling die via poppodia Nederlandse artiesten subdieert, per 2005 te vervallen. Het beschikbare geld gaat naar een nieuw fonds. Met de komst van een nieuwe staatssecretaris is de hoop op een herziening van deze subsidieverschuiving bij het NPI echter toegenomen. Dat bleek tijdens een interview dat 3VOOR12 had met NPI-directeur Jaap van Beusekom en adjunct-directeur Arjen Davidse.
"Het belangrijkste is dat de 2 miljoen gulden behouden blijft voor de Nederlandse popmuziek," aldus van Beusekom tijdens het gesprek. Het Nederlands Popmuziekplan is de enige subsidie voor Nederlandse muzikanten. Dat mag niet verdwijnen vindt het NPI. Van Beusekom: "Wie het geld in praktijk verdeelt, maakt ons in principe niet uit. Ook als het nieuwe fonds de bestaande regeling uitvoert, kan het NPI daar vrede mee hebben."
Tegelijkertijd ziet Arjen Davidse niet hoe een fonds 'met maar vier medewerkers' de subsidieregelingen van alle kunstsectoren zonder problemen kan overnemen. "Dat wordt een zootje" denkt Davidse. Het overnemen van de regeling Nederlands Popmuziekplan lijkt vanuit dat oogpunt dan ook niet realistisch.
Een mogelijk scenario is het te laten bij de overgangsregeling die nu van kracht is. Officieel is het subsidiepotje van het NPI al onder beheer van het nieuwe fonds. In de praktijk verdeelt het NPI echter nog steeds het geld.
NPI hoopt subsidieregeling te behouden
Met de komst van een nieuw subsidiefonds lijken de dagen van het Nederlands Popmuziekplan geteld. Toch heeft het Nationaal Popinstituut nog hoop dat de subsidieregeling voor Nederlandse poppodia overeind blijft.