Ondanks protesten van belangenorganisaties en muzikanten is de voorgestelde artiestenregeling toch door de Tweede Kamer aangenomen. De nieuwe wet is volgens het Popinstituut en de Vereniging van Nederlandse Podia (VNP) een regelrechte ramp voor bands en poppodia in Nederland.
Op een paar kleine aanpassingen na keurde de vaste kamercommissie de artiestenregeling bijna ongewijzigd goed. In de praktijk betekent het dat onkostenvergoedingen vanaf 1 januari 2001 ook als inkomen belast worden.
Daarnaast kunnen bands dan alleen onder het voor hen zeer nadelige artiestentarief uitkomen door aanvraag van een schriftelijke ontheffing, de zogenaamde kostenvergoedingsbeschikking. Dat veroorzaakt volgens de belangenorganisaties een ondoorgrondelijk web van papieren plichten die voor podia, bands en belastingdienst praktisch niet uitvoerbaar zijn.
Vorige week initieerde de VNP nog een lawaaiprotest op de Nederlandse clubpodia. "Nieuwe acties hebben nu geen prioriteit," zegt Geert van Itallie van de VNP. Hij hoopt wel dat alle Nederlandse bands snel de kostenvergoedingsbeschikking aanvragen bij de belastingdienst.
Hij verwacht dat het effect van een massale aanvraag de belastingdienst al meteen met de neus op de feiten drukt. "Waneer alle bands deze kostenbeschikking nu aanvragen, kan de Belastingdienst die onmogelijk nog op tijd behandelen voor 1 januari. Dan moeten ze alsnog een algemene afspraak maken om een totale chaos te voorkomen."
Nieuwe artiestenregeling toch goedgekeurd
"Wet is praktisch onuitvoerbaar"
Het Popinstituut en de VNP weten het niet meer. Ondanks een flinke lobby en een protestactie is de nieuwe artiestenregeling toch aangenomen. En dus breken voor bands, podia en belastingdienst zware weken aan, zo vrezen de belangenorganisaties.