Slotwoorden London Calling 2000/1: the good, the bad & the succesful

Nu London Calling bij eenieder heeft kunnen bezinken, is de stand opgemaakt: wie gaat het waarschijnlijk maken en wie geraakt zeer spoedig weer in de vergetelheid?

London Calling 2000 is voorbij. Het britpop-festival dat net zoveel geprezen is als door het slijk gehaald. Het begon in 1992 als prestigieuze popnacht waar elke trendgevoelige popliefhebber stond te popelen om de nieuwe Blur, Embrace of Supergrass te zien. Inmiddels is britpop een beetje achterhaald en zo ook de naam van het festival. Sla je pop-encyclopedie er maar op na. Daar kun je lezen dat "britpop" op zichzelf al een weinig progressieve muziekstijl is. Een belangrijk kenmerk is volgens de experts dat de muziek veelvuldig teruggrijpt op de beatmuziek van de jaren 60 (lees: The Beatles en tijdgenoten). Het is revival-muziek. Mindere geslaagde britpopbandjes doen al snel denken aan iets wat allang is geweest. Begin jaren negentig was 'het concept' britpop nog een geniale vondst en dús vernieuwend. Maar de laatste tijd komen de spannende trends op het gebied van popmuziek vaker uit Parijs dan uit Londen. Maar toch. Behalve de bands die de britpop hopeloos uit haar graf blijven hijsen, staat ieder jaar toch wel iets op London Calling dat de moeite waard blijkt. Ook na de periode van Blur en Supergrass. Eentje die óf uitmuntende britpop kan maken, óf die iedereen verbaasd laat staan door originaliteit. Vanaf 1995 waren het achtereenvolgens Skunk Anansie, Super Furry Animals, Travis, Asian Dub Foundation, Dandy Warhols, Stereophonics, Rialto, Kent, Spearmint en Hefner. Allemaal namen die na dit optreden niet onmiddellijk van het Europese vasteland zijn weggeveegd. Hoe zit het dit jaar? Na een rondje polsen is de globale constatering: veel zevens, geen tienen. Het is als elke jaar gewoon een paar jaar afwachten en kijken wat ze doen. Maar we kunnen het niet laten alvast een kleine voorspelling te doen. Hieronder de negen bands die ons zijn bij gebleven. Gecategoriseerd in drieën: the good, the bad & the succesful. The good Echoboy: plukt zowel de vruchten van het gitaargeluid als van snerpende elektronica. Goed idee in een tijd dat cross-overs tussen rock en dance nog lang niet ten volste zijn benut. Overtuigt zowel met de liedjes als met de presentatie ervan. Beulah: een jolig Amerikaans zestal dat alles en iedereen weet te charmeren. Waarom? Behalve hun onschuldige, bijna lachwekkende look maken ze ongecompliceerde rock 'n' roll die weinigen kunnen weerstaan. Broadcast: een strak optreden, tijdloze popliedjes en een eigenzinnige podiumpresentatie a la Velvet Underground. Onderscheid je en overwin! Motto dat de originele en vernieuwende electro-popgroep op het lijf is geschreven. The bad Seafood: maken geen britpop maar noise. Er valt nu nog bar weinig van ze te verwachten: te jong, zenuwachtig en weinig overtuigingskracht. Velvet Belly: zangeres met uitstraling, originele kijk op muziek. Maar overtuigd niet op het podium. De nummers zijn erg traag en weelderig. Na tien jaar te musiceren ziet Velvet Belly hun gebrek aan agressiviteit als zwakste plek. Dat ze het weten is al een stap in de goede richting. JJ72: what's in a name! Een band zonder echt goeie nummers heeft nog flink wat werk te verrichten The succesful Ben Christophers: gaat het in zijn eentje absoluut maken bij alle depressieve langharige tienerjochies. Niemand kan met zoveel overtuiging drama trappen als Christophers. Het feit alleen al dat sommigen het prachtig vinden en anderen verschrikkelijk, geeft hem een streepje voor. Chicks On speed: Madonna wist het al en dit trio bewijst eens temeer dat niet alleen muziek doorslaggevend is voor succes. Soms is een origineel concept grondlegger van alle glorie: drie jonge vrouwen met een weird en tegendraads imago, schreeuwen op het podium de oren van je hoofd. Feeder: Gillende meisjes in de zaal zijn meestal een goede graadmeter voor het toekomstige succes van een band. Net als bij de Chicks, zullen de looks van dit viertal de opstap naar de roem zijn. Met nog iets meer pittige meezingers en -springers gaan ze het maken. Tenminste, bij de tegendraadse jeugd dan. Doves: Als je meerdere malen op de cover van de NME-site hebt gestaan en bent getipt als hoogtepunt door London Calling-organisator Ben Kamsma, dan ben je al succesvol. Hoe lang dat gaat duren is nog maar de vraag. De songs zijn in orde, nu nog leren om het leuk te brengen op het podium.