Eurosonic eerste ‘slachtoffer’ artiestenregeling

Festival gaat ondanks mogelijke financiële tegenvaller zeker door

Door de nieuwe belastingwet heeft Eurosonic / Noorderslag mogelijk een behoorlijke financiële tegenvaller te verwerken. En dat is volgens Eurosonic programmeur Igor Mönnink niet eens het ergste gevolg van de door betrokkenen nu al verfoeide artiestenregeling.

Festival gaat ondanks mogelijke financiële tegenvaller zeker door

Per 1 januari 2001 is de nieuwe artiestenregeling van kracht. Die heeft verstrekkende gevolgen voor zowel bands als podia. Rampzalige gevolgen volgens belangenorganisaties VNP en het Popinstituut. Het eerste grote popevenement dat pijnlijk wordt geconfronteerd met de nieuwe wet is het jaarlijkse Eurosonic/Noorderslag festival. Doordat de onkostenvergoedingen in de toekomst ook belast zijn, ziet de organisatie een onverwachte kostenpost tegemoet die tot twintig procent van de totale begroting kan oplopen. “Het is goed mogelijk dat wij opdraaien voor de belasting die vanaf 1 januari ook betaald moet worden over zaken als vliegtickets, hotelkosten en andere gemaakte onkosten”, zegt Eurosonic-programmeur Igor Mönnink. Volgens de nieuwe wet zijn deze onkosten voor de muzikant inkomsten en moet deze er dus belasting over betalen. Omdat de organisatie echter al een contract heeft afgesloten met de bands, moet ze waarschijnlijk zelf opdraaien voor deze belastingaanslag. Hoewel de regeling een ontsnappingsclausule bevat die bands de mogelijkheid geeft vooraf ontheffing voor die belasting te vragen, is het volgens Mönnink onrealistisch om te denken dat dat nog gaat lukken voor de 120 bands die op Eurosonic en Noorderslag staan. De mogelijke financiële tegenvaller is niet eens het ergste volgens Mönnink. “We zullen snel overleggen met de belastingdienst over een oplossing. Maar zelfs als het werkelijk betekent dat wij opdraaien voor deze onverwachte kostenpost, gaan Eurosonic en Noorderslag gewoon door.” Veel erger is het voor amateurbands in het algemeen, aldus Mönnink. “Een belachelijke regeling voor vooral muzikanten in het land. Ieder bandlid is door de regeling nu gelijk aan een eenmanszaak en zal ook een vergelijkbare administratie moeten beheren. Dat mag je niet vragen van vier 16 jarige pubervrienden die 10 keer per jaar voor 500 piek in een landelijk zaaltje spelen.” Kees van den Berg, voorlichter van de belastingdienst, wil nog niet op de regeling vooruit lopen, maar hij stelt dat de Belastingdienst uitvoerend is en dus zal doen wat de (nieuwe) wet haar voorschrijft. Wel benadrukt hij dat de belastingdienst altijd een wet ‘naar redelijkheid’ uitvoert. Blijft de vraag of het redelijk is om een festivalorganisatie drie weken voor aanvang van haar evenement te confronteren met een nieuwe wet met verstrekkende gevolgen.