Thuis in Ziggo Dome: Dotan sluit memorabel Nederland popjaar

Zanger scant zelf de kaartjes en zorgt voor memorabele momenten

Atze de Vrieze ,

Zeven uur. Twee uur voor aanvang van zijn grote avond: Dotan staat in de hal van de Ziggo Dome met de scanner in de hand zijn eigen fans welkom te heten. Hoogstpersoonlijk wil hij die deurmat zijn waarop staat: welkom thuis. Hij mag dan wel de ster van de avond zijn, de Amsterdamse zanger gaat alles op alles zetten om het intiem te houden.

Het was een bijzonder jaar voor de Nederlandse popmuziek. Vorig jaar al brak behaalden een paar artiesten van eigen bodem grote successen, maar die lopen door naar een apotheose in 2016. Jett Rebel, Chef Special en Typhoon stonden in de HMH (of zelfs twee keer), Kensington stootte direct door naar de grootste concertzaal die we hebben: Ziggo Dome. Voor hen lag dat misschien voor de hand: hun grootse rock is gemaakt voor het stadion. Bij Dotan ligt dat anders. Hij scoorde natuurlijk vorig jaar al de Song van het Jaar, maar zijn uitwijkende beweging richting Koninklijk Theater Carré lag voor de hand. Nu, helemaal aan het eind van het jaar, gaat ook hij het alsnog proberen. Met succes: ook hij verkoopt alle 17.500 tickets. Waar Kensington een maand geleden aantrad met een compleet arsenaal aan vlammenwerpers, houdt Dotan het zo sober mogelijk.
 
Dat is altijd zijn stijl geweest, dus waarom zou hij dat veranderen. Ook vandaag weer luidt het credo: “Ik wilde iets anders maken dan al die overgeproduceerde, volgesmeerde muziek.” Hij vertelt hij bij het goed uitgespeelde emotionele moment 7 Layers, het titelnummer van zijn succesalbum. Het nummer gaat over zijn vader, en die is in de zaal. Aandoenlijk is de knulligheid waarmee Dotan de oorsprong van het liedje vertelt - een wetenschapper op Discovery Channel vertelt over de zeven lagen van de huid, en Dotan gebruikt het als een beeldspraak voor ‘tot de kern komen’. Schattig is ook de manier waarop de verteller uit zijn concentratie gebracht wordt door iemand die herhaaldelijk naar hem fluit. “Lief, maar ook een beetje ongemakkelijk”. Echt overweldigend is hoe vooral het vrouwelijke deel van het publiek als een zacht zoemend koor meezingt, terwijl Dotan zelf moederziel alleen op het puntje van zijn podium staat: “I was a stranger in my own skin / The 7 layers I've been hiding in.”
 
De beelden in Dotan’s teksten zijn universeel en appelleren aan een soort seculiere spiritualiteit. Natuurbeelden spelen een belangrijke rol, ook op de schermen achter hem. Hij is er speciaal voor naar IJsland geweest, verklaart hij de kabbelende beekjes, woeste branding en imponerende watervallen, uiteraard allemaal in zwart-wit. Hij balanceert er voortdurend mee op het randje van cliché, maar voert het wel super consequent uit. Het oogt allemaal stijlvol en oprecht, huiselijk en hartverwarmend. Dotan’s publiek hult zich er gretig in. Misschien zelfs wel te gretig, betoogt de zanger zelf als hij Hungry aankondigt. “Best vaak vertellen mensen me dat ze hun vrouw ten huwelijk gevraagd hebben op dit nummer. En dan denk ik: nee, daar gaat het niet over, het gaat juist over dat de liefde er misschien wel helemaal niet is. Maar goed, bel me maar als ik iets stuk gemaakt heb, dan kom ik het maken… nee, niet op die manier.” Het is ook weer niet zo gek, want hoewel Dotan voortdurend de nadruk legt op het ‘kleine’ en ‘intieme’ gaat dat altijd hand in hand met het grootste, gebracht met karakteristiek moeilijke blikken. Het is een kwestie van zwelgen of afhaken.
 
Het goede aan deze show is dat Dotan veel memorabele momenten inbouwt. Dat lukte hem een jaar geleden in Paradiso nog niet echt, en in de zomer in het daglicht van Pinkpop al helemaal niet. Bij het meest uptempo liedje, Diamonds In Our Bones, fladderen de zwarte snippers sierlijk door de ruimte, voor Swim To Me verplaatst de band naar het midden van de zaal, een klassiek folkmoment. De onzekerheid straalt er vanaf, en juist dat maakt het eigenlijk net meer dan een goedkope truc. Het nieuwe nummer Shadow Wind krijgt de respons waar Dotan op hoopt - en ook expliciet om vraagt. Het zou zomaar een nieuwe hit kunnen worden, al rust het wel heel erg op dezelfde ingrediënten als de andere succesnummers: gestileerde folk met grote drums, kraakheldere meerstemmig gezongen coupletten en refreinen. 
 
Speciaal voor vanavond heeft Dotan zijn zesmansformatie uitgebreid tot tien. Dat betekent vooral: nog meer drums en percussie, maar met name in de grote finale - Fall en Home - zijn het de blaasinstrumenten die imponeren. “We are coming home, we are coming home”, zingt de Ziggo Dome mee, en nog voor de laatste tonen weggestorven zijn haast de zanger zich door de zaal naar de merch tafel. Even klinkt er gegil in de gang, de opwinding van jonge meisjes die de aanwezigheid van een onaantastbaar idool voelen. De telefoons gaan omhoog. Maar na een seconde of vijf verstomt het weer. Oh nee, het is Dotan maar, en we zijn in zijn huiskamer.