Album van de Week (7): Thomas Azier
Muzikale nomaad is de alwetende verteller van reflectieve prachtplaat
Dat Thomas Azier zijn albums verbindt aan een plaats, of juist het gebrek daaraan, weten we inmiddels. Berlijn, Amsterdam, Parijs, het kwam allemaal voorbij. Een leven dat zich overal en nergens afspeelt, voortdurend geprikkeld door nieuwe mensen en ervaringen. Maar wat als dat nomadenbestaan door een pandemie plots wegvalt? Wat blijft er dan over van je muzikale identiteit? In eerste instantie roept dat somberheid en woede op, horen we op Aziers vorige album Love, Disorderly. Toch geeft het ook stof tot nadenken: over de maatschappij, over jezelf. Dat is waar Thomas Azier op reflecteert op zijn nieuwe plaat The Inventory of Our Desire.
De plaat voelt tot op een zekere hoogte theatraal zoals we Azier kennen, maar zijn vocale presentatie houdt hij ditmaal klein. Soms fluistert hij je de woorden bijna toe, op een enkele uithaal na. Dat wordt versterkt door de sierlijke instrumentatie, die afwisselend elektronisch en jazzy is. Daarbij krijgt hij hulp van experimentele gitarist Obi Blanche, saxofonist Maarten Hogenhuis en jazzdrummer Simon Segers. Bij vlagen lijken zij vrij spel te krijgen met de instrumentatie, waardoor het album een zekere onvoorspelbaarheid en mysterieuze feel heeft gekregen.
Dat mysterieuze begint al bij dreigende openingstrack ‘Faces’, waarin Azier zo de alwetende verteller van een detective had kunnen zijn. Je kunt je zo voorstellen hoe je bij hem op de achterbank zit, terwijl hij de Franse hoofdstad doorkruist. Azier straalt er een Nick Cave-achtige wijsheid uit, zoals hij de wereld en de maatschappij van een afstand observeert. Zo werpt hij in ‘What Does It Mean To Be Free?’ een blik op de uit de klauwen gelopen consumptiemaatschappij. Daarin bezingt hij hoe de online koopgekte pure menselijke connectie in de weg staat (‘Oh baby, it's hard to find us between the packages online’). Ook erkent hij zijn eigen privileges in die maatschappij: (‘I know I'm privileged/I'm on third base running home’).
Toch gaat de plaat niet alleen over wat er misgaat in de wereld. Ook in de kritische nummers schemert er een verlangen naar liefde en eenheid door. Soms subtiel, soms ligt het er dik bovenop, zoals in slaapliedje ‘Blue Eyed Baby’. Daarop horen we alleen zachte saxofoonklanken en de stem van Azier, die zingt over zijn jonge zoon. En ook ‘Invisible’, het centrale nummer van de langspeler, bekijkt juist de pracht van het leven. Daarin zingt Azier hoe je de schoonheid van de wereld beter kan zien als je een stapje achteruit zet (‘And we don't need to waste time on the tangible/When everything wе have now isn't invisible’).
Thomas Azier presenteert het album 10 maart live in 3voor12 Radio en tijdens Grasnapolsky (met Noordpool Orkest), dat 10 t/m 12 maart plaatsvindt.