Album van de Week (19): Iceage
Deense indieband waagt zich aan stadionrock op album dat zelden inboet aan spanning
Hè, is dat nou een gospelkoor op ‘Shelter Song’, de introtrack van Iceage’s nieuwste album Shelter? En een poging tot zang van frontman Elias Bender Rønnenfelt, die eerder vooral wauwelend (zeg maar bijna dronken) klonk? Ja, op deze track doen de Denen stinkend hun best om zo rechttoe rechtaan te klinken als maar mogelijk. Een koerswijziging vanuit hun vorige plaat, waarop het bij vlagen even artsy én zwelgend als Nick Cave klonk. Maar we zijn het dan ook gewend van de band om elke keer nét wat anders te doen dan in de lijn der verwachting ligt. Zo ook op hun vijfde plaat, die bol staat van anthems die schreeuwen om een groot, meezingend publiek.
Nooit eerder kwam de band zo dichtbij Oasis-esque stadionrock. Tuurlijk horen daar heerlijke ballades bij, op ‘Love Kills Slowly’ en ‘The Wider Powder Blue’. En dat gospelkoortje uit de introtrack, die keert daar ook weer op terug. Het voegt net even dat extra laagje toe, wat de zang van Rønnenfelt, die niet altijd even loepzuiver is, de nodige ondersteuning biedt. Tja, Rønnenfelt mag dan niet al te veel bereik hebben, maar zijn stem is even emotioneel en oprecht als altijd. ‘Love kills slowly, and it burns’, zingt hij wanneer hij vol overtuiging een eerbetoon wijdt aan een oude verloren liefde. Je voelt hoe verlies en een verlangen naar een persoon enorm aan iemand kan vreten.
Maar wat is het héérlijk als de punkroots af en toe doorklinken, zoals op het venijnige ‘Vendetta’. Een hypnotische track waarop Rønnenfelt je met spoken word steeds wat verder zijn apocalyptische wereld intrekt. Of wanneer het richting het einde van de plaat een meeslepend, zowaar spookachtig nummer op je afvuurt: ‘The Holding Hand’ heeft kolkende drumpartijen, onheilspellende vocale effecten en bandjes die achteruit worden gespeeld. Het nummer bouwt zó sterk op, dat het je niet snel loslaat nadat de plaat aan zijn einde is gekomen.
Dat bewijst dat Iceage heeft niets van zijn rauwe punkrandjes heeft verloren. Toch lijkt het een stukje (ver)licht(ing) te hebben gevonden. Beter nog: de band heeft misschien wel zijn ideale vorm bereikt. De vorm die perfect op de grotere podia past. Niet enkel voor de meezinger, maar ook voor de Nick Cave fan die graag baad in sentiment.