Paaspop 2017: Louis Berry’s kamerbrede ego vult Jack Daniel’s stage
Liverpoolse bluesrockdiva blaakt van zelfvertrouwen
Met zijn blik op oneindig en de neus in de lucht (de twee meest constante factoren van de show) paradeert Louis Berry om half drie ‘s middags het podium op. Aan de Liverpoolse ‘loner’ (zo noemt hij zichzelf) de ondankbare taak om de tweede dag van Paaspop in de Jack Daniel's Stage op gang te trekken. De eenzame diva heeft een vierkoppige begeleidingsband meegenomen - die is duidelijk alleen maar bij hem ‘in dienst’.
Het publiek staat onderuitgezakt tegen pilaren aan te leunen en wordt zonder inleiding getrakteerd op de zweterige bluesbanger Nicole. Zijn slicker-dan-slick-bluesrock krijgt dankzij de begeleidingsband (die overigens erg goed is) live een peper onder de staart geduwd en het duurt niet lang voordat het publiek haar dansbenen heeft gevonden.
Des te verwaander Berry zich gedraagt, des te harder het publiek staat te klappen en dansen. Wanneer Berry bijvoorbeeld in bittere ernst lyrics als ‘She says she wants me / She says she needs me / Ohlalalala’ ten beste geeft. Bij het spelen van de gesaboteerde opperbanger 45 is de boot pas écht aan: na een halve noot gespeeld te hebben, constateert Berry dat zijn gitaarpedaaltje niet werkt. Met een stoïcijnse death stare en een Liverpools accent dat zo dik is dat je er behoorlijke planken van kunt zagen, legt hij het nummer stil: ‘This guitar sounds sooo òff, ay’.
De ontlading is groot wanneer de pedaalpech (vrijwel direct) van de baan is; het publiek staat zich van euforie een poot uit de dansen. Tenminste, wanneer we niet naar de ingestudeerde publiekpraatjes over Berry's zware jeugd moeten luisteren. Het toppunt van dergelijk leed: het slappe gezwets over het noodlot en zijn sterke maar eenzame persoonlijkheid, waarna een song als Rebel wordt ingezet. Het deert allemaal niet: wanneer de op zichzelf verliefde Berry op gang is, blijft alleen nog maar een motorisch gestoorde, verzuurde zeur op z’n stoel zitten.