Locklead wil simpelweg grooven, grooven, grooven
Utrechtse house-dj staat zaterdag op Soenda
Van Ibiza naar Engeland, tussendoor drie uurtjes slapen, en dan weer naar Awakenings Upclose met nog drie uurtjes aan powernap onder de riem. Een typisch weekendje voor Wesley Endeman alias Locklead, de Utrechtenaar en houseman die er ook een duo op nahoudt met Chris Stussy. Aanstaande zaterdag is hij te zien op Soenda. Dit is zijn DJ Shortlist.
De track:
Marc Romboy vs. Blake Baxter – ‘Freakin’
‘Het type platen dat me nu aantrekt? Het moet authentiek zijn, niet te gepolijst. Ik zoek muziek die aan alle kanten net een beetje rauw klinkt. Oude houseplaten van eind jaren negentig, begin tweeduizend. Het is makkelijk om alle handjes in de lucht te krijgen met de top 10 van Beatport, maar ik krijg liever een wow-effect met iets dat mensen nog niet kennen. Dit is een mooi voorbeeld dat underground muziek ook een plekje kan vinden tussen al het nieuwe geweld. Een hele simpele track met veel energie, maar niet per se met de bombastische breaks van modernere clubmuziek, en de beat loopt zeven minuten door met maar een paar kleine pauzes. Dat wil ik tegenover het publiek bewijzen: dat simpelweg grooven heel vet kan zijn.’
De dj-inspiratie:
Olene Kadar
‘Toen ik voor het eerst in de muziek dook, was dit één van de eerste artiesten die ik ontdekte via vrienden. Deze jongen deed live-sets, puur met laptopje, muis en een crappy controllertje. Sets vol energie, hij heeft het zelfs tot Lowlands geschopt. Er was één nummer in het bijzonder – ‘Baby Keep It Up’ – waardoor ik dacht: “Tech house en house, dát vind ik echt heel vet.” Er zat een MC in die de beat rapzong. Destijds luisterde ik vooral veel naar hiphop, waarschijnlijk klikte het bij mij door die combinatie.’
De club:
After Caposile
‘Als ik de plek moet kiezen waar ik me het meest comfortabel voel, en de beste sets draai? Dan is het After Caposile in Venetië. Een feestje geboren als after, dat zondag om tien uur ’s ochtends begint en eindigt om tien, twaalf uur ’s avonds. Het is in the middle of nowhere, in een grote boerderij met een flinke tuin waar de club is. Een buitenclub dus. Het plafond is slechts een gaas vol bloemen, dat ziet er ’s avonds vrij magisch uit. Het vetste: die Italianen geven echt heel veel energie, waardoor ik me comfortabel genoeg voel om platen te draaien die doorgaans te moeilijk zijn, die in Nederland de sfeer zouden dooddraaien. Die Italianen zijn blij met heel weinig. Daardoor kun je de boel ingetogen houden en lekker op de groove zitten.’