Album van de Week (47): Danny Brown
Tijd wacht op niemand, dus je kunt het maar beter niet verspillen
Dertig is niks, bij dertig begint het leven pas! Kijk maar naar Danny Brown. De rapper uit Detroit debuteerde op zijn 29e verjaardag, brak een jaar later door met XXX en trapte daarna pas echt het gaspedaal in. Maar een decennium vol furieuze high energy hiphop houd je niet vol op adrenaline, biecht Danny Brown op in Quaranta. ‘That’s 40 in Italian?’, vraagt hij aan Duolungo. ‘This rap shit done save my life, and fucked it up at the same time.’ Jullie hadden het kunnen weten, spreekt hij zijn luisteraars toe. Tussen de regels was het trauma er altijd.
Collega-rapper Andre 3000 ziet het nut niet van rappen boven de veertig en grijpt naar de fluit, maar Brown grijpt deze levensfase aan om een andere kant van zichzelf te laten zien, zowel muzikaal als tekstueel. Zonder de boost van drank, adderall en paddo’s wordt zijn muziek trager en dieper. Zijn messcherpe flow wordt wat minder cartoonesk, alsof hij een masker afzet. Dat hoor je nog niet zo aan het begin van de plaat. Het is alsof hij zich er met tracks als ‘Tantor’ en ‘Dark Sword Angel’ nog tegen verzet. Maar gestuurd door jazz-drummer Kassa Overall blinkt hij uit op tracks die druipen van eerlijkheid.
In ‘Y.B.P.’ (young, black & poor) schetst hij het decor van zijn jeugd, de opwindende maar keiharde stad Detroit. Een stad die iedereen wilde ontvluchten door sportheld of muzikaal genie te worden, maar die niet iedereen uit zijn klauwen laat ontsnappen. ‘Motor city, the Motown, the Fab Five / Police violence, that’s how Malice Green died.’ In ‘Celibate’ bespreken Brown en MIKE (onlangs nog te zien op Le Guess Who?) de verleidingen van het straatleven. Sell a bit, sell a bitch, nu celibate.
In het hart van het album vinden we de capitulatie, ‘Down Wit It’, geproduceerd door Stones Throw's Paul White. Alles ligt stil door lockdowns, de bankrekening loopt leeg, de rush van tien jaar succes raakt letterlijk en figuurlijk uitgewerkt. En oh ja, de big four oh voor de deur. Dat was het moment dat Danny Brown incheckte in rehab in een poging zijn leven om te gooien. ‘All alone, now I'm feeling like a clown.’
Natuurlijk zagen rapfans hem graag, die clown met zijn ontplofte coupe. Hiphopshows drijven vaak op ‘turn-ups’, het gevoel van gevaar werkt. Hoe verder? Danny Brown weet het zelf ook niet, blijkt op ‘Hanami’. Rap is een young man’s game. Succesvoller dan de laatste tien jaar gaat hij niet worden, die Grammy gaat hij waarschijnlijk nooit meer krijgen. Maar de tijd wacht op niemand, dus je kunt het maar beter niet verspillen. Wie betaalt anders de huur?