BKS18: De seks is er grotendeels af bij The Kills
Duo mag weer terug naar de basis
Tweemansformaties: ze zijn maar dun gezaaid en als ze al de grote podia aandoen, dan is het meestal vuig en sexy. Denk aan natuurlijk The White Stripes, maar ook Death From Above en meer recentelijk Royal Blood. Ook The Kills bewijst al jarenlang (achttien jaar alweer!) dat er met een duo meer dan genoeg volume valt te maken, maar de magie waarmee de Britse-Amerikaanse formatie furore maakte, is voor een groot gedeelte weg. Met een drummer en gitarist/toetsenist erbij – zij het op het podium een flink stuk naar achter – is The Kills een heel stuk conventioneler geworden. De dagen van de ‘will they or won’t they?’ tussen Alison Mosshart en Jamie Hince zijn passé, kortom: de muziek staat gewoon centraal.
En dat blijkt haar ups en downs te hebben bij de One. Even in cliché’s gedacht: vuige rock moet je beleven óf buiten met het zweet in de bilnaad vanwege een gloeiend zonnetje, óf in een tent waarbij iedereen zo op elkaar zit geplakt dat je op een gegeven moment niet meer weet of dat zweet nou van jou of je buur is. Helaas: zo warm is het hier in de open lucht niet en persoonlijke ruimte genoeg om de oksels te luchten. Die hoeven geen overuren te maken, want The Kills grossiert vandaag in de langzame brandertjes die stuk voor stuk uitstekend worden uitgevoerd met Mosshart als de eeuwige blikvanger, maar op ‘Pots And Pans’ na, komt het muzikale kwik niet boven de 100 tellen per minuut. Dat wringt, zeker als een pompende hit als ‘Sour Cherry’ zo hard nodig is in een set als deze. In plaats daarvan is het mooiste moment toch wel…
HET MOMENT:
‘Monkey 23’. Een obligate songtitel die verwijst naar drugsverslavingen, maar hè hè, eindelijk wordt er gefreakt, knielt Mosshart bij Hince, gaan twee bezwete hoofden tegen elkaar en verschijnen er twee gelukzalige glimlachen op het scherm. Meer van dit! Oh… wacht… laatste nummer.
Volg Best Kept Secret op de voet in het dossier.