BKS18: Wolf Alice valt toch nog in het water

Hoe groter de podia, hoe lelijker de grunge

‘We speelden hier een van onze eerste festivals buiten de UK!’, joelt zangeres Ellie Rowsell. En tjongejonge, wat heeft haar band Wolf Alice in die tijd een ontwikkeling doorgemaakt. Die eerste keer was in 2013, toen ze slechts een enkel ep’tje hadden uitgebracht met rafelige indierock. In 2015 stonden ze weer in Hilvarenbeek met een debuutplaat – en een debuutsingle die door NME werd uitgeroepen tot de beste debuutsingle van het decennium – die galmde als de betere shoegaze maar dan in puntigere popliedjes gegoten. Rowsell zelf veranderde ondertussen van een wat slonzig meisje in een übercoole gestileerde rockchick, die nu het hele hoofdpodium dorst te claimen.

Stonden ze aanvankelijk nog enthousiast-verlegen op het podium, nu gaat het punk-schoffie van een bassist rochelend heen en weer, en slooft de gitarist zich zo mogelijk nog meer uit. Rowsell overschreeuwt zich ’n beetje, dan beleeft de show van Wolf Alice ook nog ’ns een valse start: na het eerste nummer klapt de stroom eruit en besluit de band vijf minuten van het podium te kruipen. Ze revancheren zich heel aardig, hoor, maar wat vooral blijkt: hoe groter de podia worden, hoe meer Wolf Alice de lelijkste nineties-grunge kopieert, met logge grooves, veel galm en af en toe een Oosterse riff die meer wegheeft van Jane’s Addiction dan van The Pixies. 

HET MOMENT:
Gaat ze nou… Ja hoor, Rowsell springt na het laatste nummer van het podium af, langs de barrier richting het water. Ze deelt wat high-fives uit, krijgt een biertje en springt zo hoplakee het water in. 

Volg Best Kept Secret op de voet in het dossier.

#news
Laatste nieuws en artikelen van 3voor12