’t Beest heeft voor het vierde deel van dit concept, twee Vlaamse acts uitgenodigd. Bat Eyes uit Gent en A Slice Of Life uit St Niklaas. Samen zorgen ze voor een afwisselende en prima muzikale avond in het poppodium. En er mag gedanst worden.
Goesting is de Zeeuwse variant op wat in Breda ‘Ik zie U graag’ heet en in Bergen op Zoom ‘Made In Belgium’. Kleiner van opzet maar met de zelfde insteek: een mooi kijkje in de keuken van de brede Belgische muziekscene. Die vaak toch zoveel interessanter is dan de Nederlandse. Nieuwe muziek ontdekken dus. Zijn mensen daar nog voor de porren? Het antwoord is voor vanavond volmondig ja!
De ouders van bassiste Luna De Bruyne kijken met gepaste trots naar hun dochter die met Bat Eyes een bijzonder aangename show speelt op het Goese podium. Ze reizen hun dochter overal achterna als ze met haar groepke ergens moet optreden. De band speelt veel, dus pa en ma De Bruyne hebben al heel wat tankbonnetjes in de tas zitten en daarmee heel wat zalen, club- en buurthuizen gezien. Goes valt in de smaak en het is dichterbij dan Groningen.
Bat Eyes maakt frivole 90’s rock en doet dat met aanstekelijk enthousiasme. Zeker gitarist Birger Ameys. Hij kan niet stilstaan en rockt zo als Oasis nooit gedaan heeft. De snarenplukker is wel wat naïef. Want ooit al een Belg gekend die het bier in Nederland lekkerder vind dat thuis? Gelukkig kan hij wel goed gitaar spelen. Britpop, 90’s indierock, klein beetje punk en mooie driestemmige zang. Denk aan Marcy Playground, Wale, Wheatus en alle meer grote bands die toen de tijd actief waren. Inderdaad zeg, als frontman Koen Wijnant zijn haar wat laat groeien kan hij zo door als Jarvis Cocker. Maar veel minder depri. Want Bat Eyes is juist fris en fruitig, energiek en snel. Dit viertal komt er wel. Ze hebben een prima titelloze debuutplaat in handen en met shows zoals deze zal het publiek hun naam echt wel onthouden. Gaat dit zien.
Uit een heel ander vat tapt A Slice Of Life. Hun donkere new-wave synth-pop is geworteld in de diepe jaren tachtig. Toen The Cure en Depech Mode de dienst uitmaakten. Sisters of Mercy is ook nooit ver weg. Dit alles overgoten met een eerlijke Belpop saus, als de perfecte mayonaise op een pak dikke frieten. De groep komt hun nieuwe vinyl ‘Tabula Rasa’ voorstellen. De set bestaat voor het overgrote deel uit songs van die plaat. Het oogmasker van zanger Dirk Vreys is bespottelijk, hij heeft dit waarschijnlijk overgehouden aan de Cure-tribute waar hij ook in zingt, maar kan ook zo als Zorro aan de bak.
Muzikaal staat de band als een huis en zijn het in de zaal vooral de kinderen uit de eighties die hun kans grijpen en een dansje doen. De Vlamingen zijn ervaren rotten, op drummer Chiel na, die speelt zijn eerste show met de band. Hij slaat zich er letterlijk en figuurlijk prima doorheen. Toch is de show van dit gezelschap niet zo pakkend als dat van hun voorgangers. Want ondanks dat de zaal echt wel reageert en de band tof speelt. Zijn nummers als ‘What Doesn’t Kill Me’ of ‘Anywhere But Home’ inwisselbaar. Daarbij heeft Vreys een wat monotone stem waarbij je als luisteraar op den duur afhaakt. Maar zijn enthousiasme maakt veel goed en overal is dit gewoon een vette show natuurlijk.
Met twee bands doorkruisen we in ander half uur twee decennia popmuziek. Een mooie tijdreis gebracht door twee mooie en goed ingespeelde acts. Het toont maar weer aan dat Vlaanderen muzikaal super veel te bieden heeft. Het is super tof dat er programmeurs zijn die dat weten en daarop anticiperen. Kom maar op met deel vijf. De Goesting blijft bij ons onverminderd groot.