De Kift, Meetsysteem, CasseCouilles, Turfu, Spons & Draad, Dua Violina, kunstexposities; het was bepaald geen doorsnee menu wat Dwaalspoor ons zaterdag 6 en zondag 7 november serveerde. Een mooi nieuw festival voor Zeeland en hopelijk smaakt het naar meer. Organisatoren zijn onder meer Anne van Helteren en Wybe de Haan, bekend van het meermaals georganiseerde Daer Festival. Zelf spraken ze van een festival en ervaringsinstallatie in één. Dat klinkt aannemelijk.

Helaas was het niet erg druk en is een gigantische loods als de in 1919 gebouwde Machinefabriek evenmin fatsoenlijk warm te stoken. Wel biedt het gebouw door haar omvang, oude industrieel interieur en grote aantal verschillende ruimtes volop mogelijkheden. Hopelijk kan de gemeente de Machinefabriek ooit omtoveren tot culturele hotspot. Qua akoestiek en aantrekkelijkheid moet je er nu nog niet teveel van verwachten, maar de rauwe industriële omgeving werkte voor een alternatief muziek- en kunstfestival prima.

Naast muziek waren er doorlopend exposities te bezoeken van onder anderen Luna van der Straaten en Emil Kamphof & Eva Groendijk. Bier en (veganistisch) eten waren er ook, tegen redelijke prijzen. Een volledig overzicht van het programma was niet mogelijk, wegens verplichtingen van uw verslaggever elders. Bij deze dan maar een greep.

Zaterdag

 

De Kift is natuurlijk een oudgediende in het alternatieve circuit en staat terecht in enorm aanzien, met hun mix van literatuur, surrealisme, punk, pop, fanfare. Ze draaien met immer wisselende bezetting al ruim 30 jaar mee en speelden zaterdag nummers van hun nieuwste album 'Hoogriet'.

Hun tegendraads swingende muziek ging er in als ketellapper bij het jonge alternatieve publiek. Alleen al om te zien is de band geweldig, maar hun unieke combinatie van stijlen en invloeden (in een immer variërende bezetting van gitaren, tuba, basgitaar, toetsen, xylofoon en accordeon) is inmiddels internationaal bekend. Live komen ze wel veel beter tot hun recht dan op cd of lp. Hoogtepunt was hun absurde meezinger ‘De Witte Haring’ (de witte haring, die ’s ochtends vroeg aanwezig is, boent de tapkast’).

Het Belgische CasseCouilles bracht een heftig geheel met Vlaams-Nederlandse teksten en een manisch zingende en brullende voorman, die herhaaldelijk de Nederlanders met hun harde accent op de hak nam. Dat mocht de pret niet drukken, want er werd volop gedanst en gehost. In de al jaren buitengewoon creatieve en vernieuwende popscene van België zijn ze al een grote naam, met hun soms behoorlijk aan de waanzin grenzende act.

Zondag

 

Meetsysteem speelde zondagavond voor een publiek van rond de 15, 20 man. De tweede avond was het nog wat minder druk, helaas. De drie heren maakten een te gekke soort elektropop, met keyboards, basgitaar en drums, met daarbij een bak aan vervreemdende geluidseffecten en toch wat Spinvis-achtige zang en teksten van zanger-toetsenist Ricky Cherim. Het schijnt dat hij daar niet graag op wordt gewezen, maar de overeenkomsten zijn overduidelijk. Geeft niet, want Meetsysteem bakt er z’n eigen vervreemdende brood van. Bovendien swingde het als de neten, dankzij de sublieme drummer en bedaard spelende bassist.

Eveneens zondagavond speelde Spons & Draad, een ook weer qua samenstelling wisselend Zeeuws gezelschap (meestal) bestaande uit Wybe de Haan, Ernst Norbert, Ramon de Nennie, Denz de Kroon en Gerard Steur, met elektronische stuitereffecten, tegendraadse ritmes en teksten in een soort fantasie-West-Vlaams. Hoempa meets elektro.

Wonderbaarlijk mooi was Dua Violini. Een jonge Nederlandse violiste Annelies Jonkers met een iets oudere Italiaanse accordeonist Emanuele Franceschini. Ze brachten wonderbaarlijk mooie volksliedjes en oude dansmelodieën uit allerlei streken van Europa, met de nadruk op Italië en Frankrijk. Met z’n tweeën betoverden ze het publiek.

Deze eerste editie was niet erg druk bezocht, wat jammer is want je hebt veel moois gemist. Volgende keer het festival misschien beter in september organiseren, zodat de vele toeristen ook hun weg weten te vinden? Hopelijk komt er een nieuwe editie en kan die qua programmering en vooral qua bezoekersaantallen verder groeien. Vlissingen heeft ook Onderstroom al ‘s zomers, dus er moet plaats zijn voor dit soort alternatieve evenementen op een later tijdstip.