Er is veel gebeurd met Xeno sinds de debuut-cd van vier jaar geleden. Het meest belangrijkste is wel dat van de band die dat werkstuk inspeelde, er nog twee (oer)leden over zijn. Ruben Willemsen (bas, zang) en Daniel de Coninck (gitaar, zang). Nieuw aan het front zijn zanger/gitarist Edwin Haan, gitarist Jasper Bruggeman en Sean Lubbersen op toetsen.
Na ‘Atlas Construct’ ging de groep van vijf naar drie leden. Nu zijn ze met zes, waarbij drummer Lars van Mourik de line-up completeert. Hij speelt niet mee op dit album want bij zijn aanstelling waren de drumtracks al ingetrommeld door stand-in Richard van Leeuwen. In de tussentijd was er een platendeal getekend met Art Gate Records. En wie een deal tekent moet natuurlijk een plaat uitbrengen. Die is er nu en wat voor éèn! ‘Sojourn’ is een elfkoppig monster dat geen genade kent.
Xeno deed een meesterzet door toetsenist Lubbersen in te lijven. Zijn spel is echt een meerwaarde voor de band. Dat begint al met opener ‘Revery’, een spannend piano-intro waarbij de heldere productie van het schijfje ook direct opvalt. ‘In Stasis’ begint dan iets minder heftig dan verwacht, maar binnen de minuut zitten we dan toch in een heerlijke groove. Noem het een jazzy variant van Dream Theater meets TesseracT. De muziek van deze twee bands vormen samen met het geluid van Periphery toch wel de referentiekaders voor deze plaat. Vette grooves, mooie melodieën, dikke grunts, zware gitaren (van drie! gitaristen) en een hoop muzikale spierballentaal.
Deze Zeeuwen halen alles uit de kast en doen dat met verve. Er gebeurd veel, heel veel in de nummers. De mooie wisselwerking van grunts en melodieuze zang in ‘Dusk’ is fantastisch mooi, de pianosolo en gitaarsolo er achteraan voegen hier verder niet veel meer toe, behalve dat het knap gespeeld is. Ook ‘Resurge’ is een nummer met twee gezichten. De song opent met mooie zanglijnen en grunts, maar verzand hierna in een minder interessant deel met voornamelijk in wat muzikaal gefreak. De drie gitaristen leven zich lekker uit. Even dollen dan, om daarna weer serieus verder te gaan. Want dit soort onnodige omzwervingen zijn slechts details. Dit kleinoot is namelijk een solide brok progressieve metal zonder slechte nummers en met steeds weer verrassingen, zoals het gebruik van subtiele elektronica in single ‘Epiphany’. Het maakt het geheel tot een compleet en doordacht kunststuk. Een open geluid en heldere productie zorgen ervoor dat alle instrumenten goed naar voren komen en de vele details in de songs goed hoorbaar zijn.