Xeno is die band die in 2016 ineens met conceptalbum ‘Atlas Construct’ op de proppen komt. Als debuut nog wel. Niets makkelijke instapper of fijne kennismaking. Gewoon direct moeilijke metal brengen. Met mooie, knap gemaakte nummers, passie en overtuiging. Dat de heren iets kunnen is dus geen geheim. Maar met nummer twee ‘Sojourn’ maken ze wel serieus indruk. In alles is dit een reuzenstap vooruit. Meer ambitie, nog meer overtuiging, meer passie en bovenal meer muzikaal vernuft en songwriting. Dit is een killer van een metalplaat geworden. Voor liefhebbers van progressieve metal en muzikale krachtpatserij. Toch laat dit zestal het liedje altijd centraal staan.

Er is veel gebeurd met Xeno sinds de debuut-cd van vier jaar geleden. Het meest belangrijkste is wel dat van de band die dat werkstuk inspeelde, er nog twee (oer)leden over zijn. Ruben Willemsen (bas, zang) en Daniel de Coninck (gitaar, zang). Nieuw aan het front zijn zanger/gitarist Edwin Haan, gitarist Jasper Bruggeman en Sean Lubbersen op toetsen.

Na ‘Atlas Construct’ ging de groep van vijf naar drie leden. Nu zijn ze met zes, waarbij drummer Lars van Mourik de line-up completeert. Hij speelt niet mee op dit album want bij zijn aanstelling waren de drumtracks al ingetrommeld door stand-in Richard van Leeuwen. In de tussentijd was er een platendeal getekend met Art Gate Records. En wie een deal tekent moet natuurlijk een plaat uitbrengen. Die is er nu en wat voor éèn! ‘Sojourn’ is een elfkoppig monster dat geen genade kent.

Xeno deed een meesterzet door toetsenist Lubbersen in te lijven. Zijn spel is echt een meerwaarde voor de band. Dat begint al met opener ‘Revery’, een spannend piano-intro waarbij de heldere productie van het schijfje ook direct opvalt. ‘In Stasis’ begint dan iets minder heftig dan verwacht, maar binnen de minuut zitten we dan toch in een heerlijke groove. Noem het een jazzy variant van Dream Theater meets TesseracT. De muziek van deze twee bands vormen samen met het geluid van Periphery toch wel de referentiekaders voor deze plaat. Vette grooves, mooie melodieën, dikke grunts, zware gitaren (van drie! gitaristen) en een hoop muzikale spierballentaal.

Deze Zeeuwen halen alles uit de kast en doen dat met verve. Er gebeurd veel, heel veel in de nummers. De mooie wisselwerking van grunts en melodieuze zang in ‘Dusk’ is fantastisch mooi, de pianosolo en gitaarsolo er achteraan voegen hier verder niet veel meer toe, behalve dat het knap gespeeld is. Ook ‘Resurge’ is een nummer met twee gezichten. De song opent met mooie zanglijnen en grunts, maar verzand hierna in een minder interessant deel met voornamelijk in wat muzikaal gefreak. De drie gitaristen leven zich lekker uit. Even dollen dan, om daarna weer serieus verder te gaan. Want dit soort onnodige omzwervingen zijn slechts details. Dit kleinoot is namelijk een solide brok progressieve metal zonder slechte nummers en met steeds weer verrassingen, zoals het gebruik van subtiele elektronica in single ‘Epiphany’. Het maakt het geheel tot een compleet en doordacht kunststuk. Een open geluid en heldere productie zorgen ervoor dat alle instrumenten goed naar voren komen en de vele details in de songs goed hoorbaar zijn.

‘Exile’ en ‘Nomad’ zijn de meest pure death metal songs waarbij de laatst genoemde nog het meest proggie is van de twee. Het oog van deze muzikale storm heet ‘Memories’. Even op adem komen met een klein liedje wat zo fijn door je hoofd meandert. Wie denkt dat het dan gedaan is, zit mis. Het echte klapstuk is namelijk bewaard voor het einde. Het lekkerste tot het laatst bewaren. In de titeltrack worden namelijk alle registers open getrokken

Een dik dertien minuten durend epos waarin de muzikanten zich op alle vlakken uitleven zonder uit de bocht de schieten. Mooie opgebouwd en blijvend interessant. Als Ayreon zo’n track maakt wordt het een instant hit. Laat het maar gebeuren want dit is wereldklasse.

Al het goede van de plaat komt hier nog een keer samen. Er is zelfs een randje black metal te bespeuren. Een meer dan waardige afsluiter van het beste Nederlandse progressieve metal album van het jaar. Xeno heeft zichzelf meer dan overtroffen. Hopelijk gaat sterft dit artistieke meesterwerk geen stille dood door het uitblijven van live-shows om de zaak te promoten. Deze band verdiend een plek op de Neerlandse en internationale metalkaart. Handen schudden mag niet op het moment dus dan maar een dikke buiging als dank voor zoveel moois.