De avond wordt gestart met een interview door muziekjournalist Willem Jongeneelen. Julian vertelt dat hij een self-made artiest is, afkomstig uit het land van Normaal. De popliedjes op de radio kunnen hem niet boeien, maar de achtduizend elpees van een vriendjes vader wel, waarbij Rory Galaggher en Ten Years After als inspirator fungeren. Als hij op zijn elfde een gitaar krijgt en de muziek ontdekt wil hij nooit meer naar school, hoewel hij toch bijna geschiedenisleraar is geworden. Toen zijn vader een video kocht nam hij Rock Pallast op, speelde die in slow motion af, zodat hij goed kon zien hoe de vingerzettingen op de gitaar werden gezet en deed dit na. Een muziekschool heeft hij nooit van binnen gezien.
Een grote bos haar met bandana, een warme soepele stem en een gitaar met sliertjesstrap kenmerken Julian Sas. Volgend jaar wordt hij vijftig en hij heeft sinds zijn zestiende een bak met podiumervaring als veelgevraagde bluesrocker in binnen- en buitenland opgedaan. ‘De regering beslist maar, en de bevolking doet niets!’ Daarom draagt hij zijn tiende studioalbum op aan de gewone man met onrust in zijn lijf, ontstaan uit jamsessies waar algauw acht pakkend sterke songs uit voortvloeiden.
Thuis heeft Julian tweeënzestig gitaren staan, ieder heeft zijn eigen stem. Vanavond heeft hij er zeven meegenomen. Naast de vele optredens helpt hij een paar uur per week een loodgietervriend, geeft gitaarles, schrijft liedjes en voedt zijn zoon op. Sas ontmoette een aantal jaar geleden op het Symphonie in Blues Concert Hammond de Zeeuwse organist en pianist Roland Bakker (Rich Wyman band, Treble Shooters en hardrock band Vengeance). Er was een muzikale klik en het trio veranderde in een kwartet. De nieuwe nummers heeft Julian dan ook anders geschreven dan ervoor, want met de toetsen erbij wordt een nieuwe sound gecreëerd.
Stipt om 21 uur komt de band het podium op. Er is nooit een vaste setlist. Julian begint gewoon een nummer waar hij zin in heeft en de band valt dan in. Uptempo nummers worden afgewisseld met prachtige ballades, waarbij Sas zijn gitaar met open mond laat gillen. Bassist Fotis Anagnostou wijst Julian met veel plezier op wat heren in het publiek die ook met open mond staan, en de bandleden hebben de grootste lol. Na de pauze van een halfuur wordt er als tribute aan Hendrix het nummer Hey Joe twintig minuten lang uitgesponnen waarbij een hevige battle ontstaat tussen Bakker en Sas. Na drie toegiften stopt om middernacht het bluesgeweld, het publiek met open mond van bewondering achterlatend.