Met een start als een kanonschot knalt garageband Heller zich door de slopende eerste drie nummers. Rauwe en in your face nummers worden begeleid door een lekker dikke laag basgitaar en een goede samenzang tussen de twee zangers. Met hier en daar nog een tikje grunge er doorheen is Heller van vele markten thuis. Maar na drie nummers is dat ook het zwakke punt van de band. Garage, punk, grunge, het wisselt elkaar niet helemaal goed af en er zit dan ook niet echt een spanningsopbouw in de set. Heller lijkt al te snel in het optreden al zijn troeven te hebben gespeeld.
Is het nog te vroeg om te zeggen dat Festival Zonder Naam het seizoen opent? Misschien wel, maar who cares? Een klein festivalletje pakken in januari is toch wel de beste manier om je eerste concerten te zien in het nieuwe jaar. Gelukkig is er dan Festival Zonder Naam (FZN), met een echte killer lineup. Echter hoeft een killer lineup nog niet garant te staan voor een uitzinnig publiek, zo bewijst deze editie van FZN.
Canshaker Pi verveelt dan weer geen minuut. Op een manische wijze razen de jonge indiehelden over het podium. Drumstok over de snaren, de teksten anders zingen dan op de plaat; het boeit de band niets. De set is een combinatie van nieuwe nummers, oudjes en albummateriaal. Evenwichtig, van rustig (‘The Naked Flower of the Wiz II’) tot lekker raggen (‘We Had’). Nummers als ‘JALS’, ‘Pressure From Above’ en ‘Indie Academy’ hadden op Lowlands de kracht om de X-Ray te verpulveren, maar hier in Gebouw-T blijft het allemaal erg rustig – slechts een enkeling zet het op een dansen.. Het is nogal een contrast: Canshaker Pi staat zich in het zweet te spelen, het publiek staat erbij en kijkt ernaar.
Zou Paceshifters het tij kunnen keren? De band heeft de reputatie om snoeihard te spelen met het volume op standje ‘fuck you’ en de longen tot ver buiten het lijf te schreeuwen. Vanavond is het niet anders dan bij andere optredens: de band geeft alles in zijn eigenzinnige geluid van punkrock, noise en een beetje emo. Paceshifters heeft met het nieuwe album ‘Waiting to Derail’ weer nieuw materiaal om de toch al strakke sets te vullen met een balans van recht-in-je-gezicht nummers tot lang uitgespannen noise. Klassiekertje ‘Drone’ zorgt voor het herkenbare moment om hard mee te brullen, maar ook Paceshifters krijgt Bergen op Zoom niet in beweging. Zelfs de drummer die zijn drumstel haast tot stof staat te hakken moet het doen met een beleefd applaus.
Maar dan! La Jungle flikt het. Deze Belgen zijn het gefliptste wat je dit jaar nog gaat zien (en het is nog maar net begonnen!). Een drummer die ongetwijfeld als kind in een vat energydrank moet zijn gevallen bundelt zijn krachten met een springerige gitarist die oneindig zijn riffs door een loopstation haalt om nummers te creëren van pak ‘m beet zestien minuten. Het is hypnotiserend, dansbaar en bij vlagen zo a-ritmisch dat ons gezicht een kwartier lang stond op ‘what the fuck. Maar, als je eenmaal gewend raakt aan plottwists in nummers die een freakfest van jewelste zijn is La Jungle de headliner waarvan je niet eens wist dat het zo goed zou zijn. Het publiek komt eindelijk (een beetje) in beweging en krijgt er dan eindelijk zin in. La Jungle redt de avond door het tamme publiek los te beuken.
Al met al bevalt deze editie van Festival zonder Naam erg goed. Alle bands spelen goede sets, maar het enorm tamme publiek is schijnbaar meer gekomen om gewoon te luisteren. Heller, Canshaker Pi en Paceshifters doen er alles aan, spelen harde sets die barsten van de energie, maar uiteindelijk zijn het de lijpe experimentele rock van La Jungle en de nodige pinten die het leven in de brouwerij brengen.