The Coffinshakers brengt Halloween naar ’t Beest

Zweedse band laat bezoekers sidderen en swingen met spookverhalen

Tekst en foto's: Tessa de Koster ,

Begin oktober moest deze band wegens omstandigheden zijn shows afzeggen, maar nu, half maart, brengt hij de toen beloofde oktobersfeer naar ’t Beest: The Coffinshakers. Volgens ‘t Beest treedt de band nauwelijks op buiten thuisland Zweden. Het poppodium gevuld was dan ook gevuld met excentrieke bezoekers uit alle hoeken van Nederland en België.

In het voorprogramma stond Black Tarantula; door ’t Beest omschreven als “’s werelds enige Nederkraut band. Dit door de drie Leidse muzikanten zelf benoemde genre is een mix van surf, psychedelische rock en garagerock.”  

Op het podium gaan de muzikanten compleet op in hun instrumentale muziek, waardoor er geen enkele interactie met het publiek is. Er wordt dan ook niet met volle interesse geluisterd. Het psychedelische element van de band wordt versterkt door een lavalamp-achtige projectie, dat het geheel voor het oog iets minder statisch maakt.

Vlak voor The Coffinshakers het podium betreedt, klinkt onheilspellende muziek. Direct is het muisstil in de zaal. Door de speakers klinkt een unheimliche stem die de bezoekers waarschuwt voor de gevaren die schuilen in het maanlicht. Niet veel later bestormen frontman Rob Coffinshaker en zijn metgezellen het podium. 

Instrumentaal klinkt The Coffinshakers als een swingende rockabilly band à la Johnny Cash. De teksten zijn echter zo duister als de kleding van de aanwezige bezoekers en doen denken aan de verhalen uit klassieke horrorfilms. Verhalen over demonen, ondoden en vampiers passeren op singer-songwriterachtige wijze vanuit eerste persoon. 

Rob Coffinshaker is tijdens het optreden expliciet bezig om een vampier-image op te houden. Het hele concert blijven zijn ogen bedekt door een forse zonnebril en nipt hij regelmatig aan een wijnglas met rode vloeistof.  Aan de overige bandleden, welke ook de nodige grime ontvangen hebben, kan afgeleid worden dat zombies  de voorkeur geven aan een simpel flesje bier.

De sfeer zit er goed in bij de bezoekers; achterin de zaal geniet duister gekleed publiek zichtbaar van de teksten, terwijl voorin danspassen uit het rock-‘n-roll-tijdperk worden herleefd. Wanneer de band tegen het einde abrupt van het podium verdwijnt is het met name de tweede groep bezoekers die luidkeels “Nog een liedje” laat horen. De band beantwoordt dit door een laatste handvol nummer te spelen, waarna het einde van het spookachtige feest toch echt genaderd is.