Sleeptalker uit Amsterdam/Den Haag had de eer om voor ze te openen. En meteen spat de vergelijking van ze af: ze klinken verdomd veel als nog een topper uit de Belgische indiescene, namelijk Balthazar. Maar dan wel Balthazar ten tijde van hun ‘Applause’-tijd. En we durven het wel te zeggen, dit klinkt zelfs nog beter. De zang is duidelijker, de drums zijn meer aanwezig, harder. En de energie giert door de handen die hun instrumenten werkelijk alles geven. De aanstekelijke vrolijkheid van de band werkt ook goed voor het publiek dat losser wordt met elk gespeeld nummer. Je ziet een band die er plezier in heeft en de bandleden zijn goed op elkaar ingespeeld, haast professioneel. Geef deze gasten de tijd een ep of album op te nemen en geen enkel festival zal nog veilig zijn. Als de band klaar is, is het publiek ook nog zo vrolijk genoeg om de jarige Max uit de band een fijne verjaardag toe te zingen.
Intergalactic Lovers nadert perfectie
Belgen zoals altijd in topvorm
Dat Intergalactic Lovers in ‘t Beest speelt, is voor de fans fantastisch. In zo’n kleine zaal Belgium’s finest zien gebeurt niet vaak. In België verkopen ze lachend de Ancienne Belgique uit en behoren ze tot de top van de Belgische indie. In Nederland is de band meer het best bewaarde geheim van België. En net als bij het optreden in Bergen op Zoom, vorig jaar, zijn er ook een hoop fans uit België neergestreken in ‘t Beest.
Als Intergalactic Lovers op het podium verschijnt, is het publiek al een halve meter naar voren geschoven. De opener is geen verassing, het bekende, wat langer uitgevoerde drumintro van ‘Northern Road’ is de standaardopening van een Intergalactic Lovers set. Om een connectie met het publiek te krijgen, hoeft zangeres Lara Chedraouihaar hand maar om te draaien, het publiek eet er maar al te graag uit. Voor wie nog niet meeging, werd ‘Islands’ al vroeg in de set ingezet en al snel brult de zaal ‘We are, we are, we are!’ in het refrein. Vervolgens wordt het hartverscheurende ‘Bruises’, afkomstig van het debuut, ingezet. Elke keer dat je dit nummer live hoort, wordt het alleen maar beter. Zo worden de vocalen alleen maar zuiverder en zie je gitarist Huygens zijn ziel in het energieke einde steken. ‘Bruises’ begint rustig, maar bouwt zich elke keer weer op tot het benauwd makende einde. De rest van de set is vooral gericht op het tweede album ‘Little Heavy Burdens’, waarvan het enige nummer dat echt mist op de set ‘Distance’ is.
Ook dit optreden bevestigt de gouden status van de band in België. Een optreden van de band is live altijd goed. De bandleden, live ondersteund door een extra gitarist, zijn een voor een onmisbaar, want elk lid voegt echt iets toe. De geweldige zang van Chedraoui en haar uitbundige beweging op het podium zijn niet te missen. Beide gitaristen spelen ongelooflijk goed, maar het is vooral Huygens die echt zijn eigen herkenbare stijl heeft weten te creëren. En de drummer is ook goed. Hij heeft niet het moeilijkste drumwerk voor zijn kiezen, maar de manier waarop hij drumt, het ritme aanvoert, is gaaf. Het gebeurt niet vaak dat een indieband zo’n charismatische drummer heeft. Na een set met alleen maar ijzersterke nummers, ook een nieuw nummer, eindigt het met ‘The Fall (Part 2)’. Tegen het einde klapt het publiek mee, en dan bouwt de band zichzelf af. Na de laatste zin treedt de zangeres af, buigt naar het publiek en laat het nummer zichzelf verder afbouwen. Een voor een verdwijnt er een bandlid van het podium totdat alleen de bassist het nog met het klappende publiek meedoet. Of het publiek meer wil, is allang geen vraag meer, dus worden er nog twee nummers ingeknald. Maar hierna verdwijnt de band volledig. Maar wacht, is er geen merchandise? Geen tijd om het publiek te ontmoeten, geen tijd om een lading platen te verkopen? Dus toch nog een smetje op de avond. Wel bijzonder: zelfs een uur nadat de band in rook oploste staan er nog mensen te dansen op de set van DJ Wired. Gevuld met knallers van Muse, Franz Ferdinand maar ook Compact Disk Dummies, die volgende week op Klomppop staat.