The Ex en Fendika: Van Addis Ababa naar Zonnemaire

Ethno punk in een boerenschuur

Tekst: Anneke Flikweert Foto's: Nous Davidse ,

Het kan eigenlijk niet, maar ondertussen past het eigenlijk wonderlijk goed. The Ex, meer dan 35 jaar geleden begonnen als underground band, in combinatie met Fendika, vijf Azmari muzikanten uit Addis Ababa, Ethiopië. De rollende drums en het opzwepende gitaargeluid passen verrassend goed bij elkaar en het razende ritme in combinatie met de terugkerende riffs maken er een mantra-achtige ervaring van. Ethno punk in een Zonnemairse boerenschuur, een vervreemdende en unieke sensatie.

Dit jaar besloot Jaap Verseput geen festival te organiseren in Club Zonnemaire. Toch bleek het moeilijk aan die beslissing vast te houden, toen hij een optreden van The Ex met Fendika bezocht in de Tolhuistuin in Amsterdam, afgelopen maart. Door het enthousiasme van de leden van The Ex  (“11 juli! Dan komen we!”) staat er dan toch een mini-festival op deze mooie zomeravond in Zonnemaire. Groepjes mensen hangen aan het begin van de avond rond op een prachtig ingericht terrein aan de Schapenweg.  De exotische klanken van dj Philou Louzolo zorgen ervoor dat het publiek alvast in de stemming komt. 

Zodra The Ex begint te spelen in de goedgevulde schuur, wordt er gedanst. Er is in het begin van het optreden nog geen kruimeltje etnische muziek te bespeuren: de punkafkomst van de bandleden is duidelijk merkbaar. Op de achtergrond, achter een gordijn, dansen de leden van Fendika zich alvast warm. Ontwrichtend en tegelijkertijd melodieus neemt The Ex ons mee  op een reisje richting ethno punk. Gitarist Terrie Hessels weet de meest bijzondere geluiden uit zijn zwaar gepijnigde gitaar te wringen en het publiek gaat mee in het opzwepende ritme. Zanger Arnold de Boer ‘zingpraat’ hele stukken en dan is het tijd voor Endris Hassen van Fendika om het geheel aan te vullen met de Masenko, de eensnarige gebogen viool. Katherina Bornefeld van The Ex verlaat haar drumstel en vertelt het publiek hoe bijzonder ze het vindt om hier te spelen: “Dit festival voelt zo goed.” ‘Be Happy,’ zingt ze daarna, met bij tijden folkachtige zang, begeleid door de raggende bas van Andy Moor en daar tussendoor de weemoedige klanken van de eensnarige Masenko. De drummer van Fendika, Misale Legesse, komt er daarna bij met de kebero, de traditionele drums van grote blikken en koeienhuid. Het wordt een folkachtig geheel.

Na de pauze is de boerenschuur omgebouwd tot een Ethiopische nachtclub, met daarin de muzikanten en dansers van Fendika. Danser en oprichter Melaku Belay steelt de show met zijn geweldig lichaamsbeheersing: het lijkt soms alsof hij onder stroom staat. Prachtige traditionele kledingstukken wisselen elkaar af en de wijd uitwaaierende gewaden spelen een rol bij de verschillende dansen. Zangeres Nardos Tesfaw is nu eens ingetogen aanwezig, dan weer uitbundig dansend met Zinash Tsegaye en het hele podium wordt gebruikt in een prachtig samenspel. De leden van Fendika zijn geboren entertainers en het is duidelijk te merken dat ze putten uit een rijke muzikale traditie, met visueel spektakel en bezwerende muziek. Uiteindelijk komen de bandleden van The Ex er weer bij en dat zorgt voor een dwarrelende, dynamische combinatie. Het wordt een muzikale kruisbestuiving met veel improvisatie, Ethiopische gitaar-punk misschien, waarbij het plezier van het podium spat en niemand stil kan blijven staan.