Vlak voordat bekend werd dat de Tilburgse rockband Destine er na negen jaar mee stopt, sprak Anneke Flikweert één van de twee Zeeuwse muzikanten uit deze band: Laurens Troost. De creatieve multi-instrumentalist vertelde haar over zijn jeugd in Burgh-Haamstede en zijn muzikale loopbaan bij Destine en The Dirty Daddies.

“Mijn moeder gaf pianoles. We hadden een speciale muziekkamer ingericht waar naast een orgel, gitaar en wat andere instrumenten ook de piano stond.” Hoewel Laurens Troost vooral bekend staat al zanger en toetsenist, heeft hij jarenlang de accordeon bespeeld: “Ik ben op jonge leeftijd op les gegaan en heb dat jarenlang gedaan.” Zijn eigen muzikaliteit trekt hij vreemd genoeg een beetje in twijfel: “Ik houd van musiceren met vrienden en vind het leuk om verschillende instrumenten te bespelen, maar op een conservatorium zou ik waarschijnlijk alleen aan de bak komen als conciërge of als kok,” zegt hij lachend. “Op een gegeven moment heb ik afscheid genomen van de accordeon en ben ik me gaan concentreren op de drums. Op mijn middelbare school in Burgh-Haamstede verzorgde ik, samen met een goede vriend, voor wat pauzemuziek. Zo zijn we in 1998 ons eerste bandje, ‘Buckle Trunk’, begonnen, met een rol als drummer voor mij.”  

Hoe kijk je terug op deze eerste bandervaring?

“Buckle Trunk was het begin van de rock-‘n-roll, al wisten Lennart Verkaart, Tom Boogerd, Willem Bakker en ik dat toen nog niet echt. We waren in ons genre ‘wereldberoemd op Schouwen Duiveland’. We hebben voorzichtige stappen gezet op de andere eilanden en deden dat zelfs een paar keer buiten de provinciegrenzen. Toen Hubrecht Eversdijk als tweede gitarist bij de band kwam, merkte ik dat wij op veel vlakken hetzelfde dachten en we dingen op dezelfde manier aanpakten. Sindsdien zijn we dan ook samen in andere bands gaan spelen. En dat doen we tot op de dag van vandaag nog!” Ook met de overige bandleden van de inmiddels ter ziele gegane band heeft Laurens Troost nog contact.

Buckle Trunk’ werd in 2001 ‘For The Alliance’. Een jaar later deed deze band mee aan de Zeeuwse Belofte. Hoe belangrijk was dat?

“We hebben meegedaan met de Zeeuwse Belofte, maar niet gewonnen. We kregen toen advies van verschillende muzikanten, waaronder Danny Vera. Ik denk dat het voor beginnende bands goed is om tips en feedback te krijgen van meer ervaren muzikanten. Wel ik dat het belangrijk is dat je je eigen pad kiest en dat zo goed mogelijk bewandelt. De tips van Danny Vera breng ik tot op de dag van vandaag nog steeds in de praktijk. ‘Alles wat je op het podium doet wordt uitvergroot. Zorg dan dat alles piekfijn in orde is, dan zit je safe.’”

In 2006 werd ‘Destine’ opgericht en gingen jullie op tournee door Europa, Amerika en Azië. In 2013 namen jullie een lange ‘pauze’. Waarom?

“Het voelde voor ons allemaal goed om na zes jaar non-stop met de band bezig te zijn, tijd te kunnen maken voor andere dingen. De pauze die we namen was voor onbepaalde tijd. Dat deden we vooral om niet geforceerd te hoeven schrijven aan ons derde album.” Het album ‘Forevermore’ is in mei 2015 uitgebracht. Het blijkt hun laatste te zijn: “In die ingelaste pauze hebben we ieder persoonlijk kunnen achterhalen wat nou echt belangrijk is, maar ook wat we per persoon zo leuk vinden aan het spelen in een band. Dat is een waardevolle realisatie wanneer je zes jaar lang 24 uur per dag met dezelfde band bezig bent. Ik heb me in die tijd gestort op het maken van video’s en ben de coverband ‘The Dirty Daddies’ begonnen. Deze band was in eerste instantie bedoeld om de Destine-crew aan het werk te kunnen houden. Omdat wij een pauze nodig hadden, zaten zij ineens zonder werk. The Dirty Daddies is nu uitgegroeid tot een goed lopende machine waarmee we elk festival en iedere feesttent op z’n kop zetten.”

Waarom een coverband beginnen als er al zoveel zijn?

“Het woord coverband heeft bij sommige muzikanten een vieze bijsmaak. Het is niet origineel en wordt vaak gezien als een makkelijke manier om shows te kunnen spelen. Ik heb in de afgelopen twee jaar wel ervaren, dat dit helemaal niet zo gemakkelijk is als wordt gedacht. We werken hard om te blijven vernieuwen en om ervoor te zorgen dat het voor ons én het publiek iedere keer een groot feest is. Het schrijven van medleys is een flinke puzzel waar we doorgaans in november en december aan werken. Daarna repeteren we elke dag totdat we er zeker van zijn dat de nieuwe show goed en anders is dan de vorige. Vervolgens gaan we de podia op en in november beginnen we weer opnieuw met het schrijven van medleys.”

Wat vind je van de popcultuur in Nederland?

De popcultuur in Nederland is sowieso ongelofelijk goed. De pop-podia zijn mooi, gages zijn in orde, koelkasten zijn gevuld, subsidies voor tournees zijn aan te vragen, noem maar op. En wat Schouwen betreft, dit ‘eiland’ heeft Brogum en Anywave als pijlers. Ook wordt er in lokale kroegen zoals ‘De Stulp’ en ‘De Biet’ steeds meer live muziek aangeboden.

Hoe belangrijk is het publiek voor jou?

Ik geniet er het meest van wanneer het publiek volledig ontspoort en los gaat. Of dat nu met eigen muziek is of met covers, dat maakt eigenlijk niet uit. Enthousiasme is aanstekelijk en het is belangrijk dat er een goede wisselwerking is tussen publiek en band. Ook al staat er maar tien man voor m’n neus, dan nog wil ik er alles aan doen om die tien personen de avond van hun leven te bezorgen.