Moss in topvorm op Excelsioravond

Beginners als ervaren voorprogramma

Tekst: Janna Schoonakker Foto's: Andre Joosse ,

Vanavond staan er twee Excelsiorbands op het podium van Gebouw-T. De zaal wordt getrakteerd op nieuwkomer Beginners, overigens samengesteld uit louter ervaren muzikanten, en de indierockers van Moss. Een avond die doet denken aan de Excelsior-label avonden, eind jaren 90 in de Botte Hommel, het oude podium van Bergen op Zoom.

In het voorprogramma vanavond staat de band Beginners. Een naam die niets te maken heeft met de muzikale ervaring van de bandleden, want zij verdienden hun sporen al in diverse bekende Nederlandse bands. Frontvrouw Susanne Linsse zou je kunnen kennen als violiste van Hospital Bombers en Awkward I, gitarist Maarten Kooijman van Johan, drumster Marit de Loos van Caesar en Scram C Baby en bassist Geert de Groot van Claw Boys Claw, Scram C Baby en Solex. Linsse neemt de zang voor haar rekening en speelt tegelijk viool. Een combinatie die je niet zo vaak ziet maar het gaat haar prima af. Door de versterking van een tweede violiste, Jacqueline van Hees, krijgt de viool een hoofdplaats in het geluid van de band, vooral bij de eerste nummers. Later vullen de gitaren en drums het tweetal meer bij en ruilt ook Linsse haar viool in voor een gitaar.  
 
In het geluid zijn duidelijke invloeden van hun andere projecten terug te horen, resulterend in een vrolijk, vol en ietwat dromerig poprock geluid. Het onschuldige en tegelijkertijd lekker tegendraadse stemgeluid van Linsse doet sterk denken aan Bettie Serveert, die vorig jaar ook nog een nieuw album uitbracht. De artiesten lijken wel klaar voor een terugkeer van de Nederlandse indierock, nu het publiek nog.
 
Dan Moss. Ook een Excelsiorband, maar eentje die geheel een eigen weg is ingeslagen. Na het door de radio omarmde album ‘Never Be Scared/Don't Be a Hero’ werd de akoestische gitaar aan de kant gezet en wordt er wat meer luisterinspanning van het publiek gevraagd voor hun composities. De gemiddelde leeftijd van hun publiek is daardoor wel wat omhoog gegaan en ze verkopen niet meer standaard uit. Frontman Marien Dorleijn grapt: “Waarom hebben jullie je vrienden niet meegenomen?” Ze spelen uiteindelijk naar hun gevoel en niet voor de commercie en er zijn gelukkig nog altijd genoeg liefhebbers over. Toch is het jammer om te zien dat mensen afhaken. Die inspanning wordt namelijk zeker beloond, want het zijn vaak de groeinummers die uiteindelijk de ware pareltjes blijken te zijn. Dit biedt de band live ook meer mogelijkheden voor improvisatie en andere uitvoering van hun nummers. En zo vallen live soms ineens de puzzelstukjes in elkaar die je op de bank nog niet gehoord had.  
 
Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van elektronica als synths en drumpads, wat het geheel grootser en indringender doet klinken. Maar nog steeds is het ongelofelijk ritmisch en blijven de doordringende stem van Dorleijn en de sterke samenzang de basis vormen van het geheel. Er zijn zeker invloeden terug te horen van andere bands, zoals Radiohead en Joy Division, maar het totaalplaatje blijft een eigenzinnig Mossgeluid. Hun oudere nummers krijgen overigens ook gewoon een plekje in de set, en geven deze wat rust en luchtigheid, een prima afwisseling. Toch zou er nog wat meer (spannings)opbouw in mogen zitten. Zo wordt halverwege het erg donkere nummer 'Health' van het nieuwe album ingezet. De Korg wordt spontaan tot ker-korg-el opgebouwd en het lijkt te onweren in de zaal. Dit zou een prachtige afsluiter geweest zijn, want het kost de band en het publiek wat moeite om de draad daarna weer op te pakken. Maar liefst twee uur houden ze het vol, waaronder een lange toegift met veel improvisatie en (de album titel eer aan doend) ruis, het publiek wat overdonderd achter latend. Morgen gelijk die plaat nog maar eens opzetten.