Podiumbeesten met hypotheek
Krapuul uit Groede zijn best nette jongens
“– znw. onz.,g. mv. Uit fr. crapule, Gepuis; gemeen volk; janhagel.” Zo beschrijft de Dikke van Dale het woord crapuul, of variant krapuul, dat mag ook. Naast deze omschrijving kan daar kan sinds kort een beschrijving aan worden toegevoegd. Een tweemansband bestaande uit Peter Quaak en Koen Capello. ‘Ze noemen zich Krapuul, maar het zijn best nette jongens’ is de titel van hun eerste cd. 3voor12zeeland gaat eens kennismaken met dit akoestische duo in hun dorp: ‘De Groe’.
Het fundament van Krapuul werd zo’n twee jaar geleden gelegd. “Toen vroeg ik aan Koen of hij geen zin had samen met mij muziek te maken”, vertelt Peter. “En ik zei nee”, lacht Koen. Toch kwam het er van. Eerst in een setting met een drummer, maar die had te weinig tijd. Het tweetal besloot daarom samen verder te gaan met het maken van wat ze zelf noemen ‘oude nieuwe liedjes’. “Want we doen niets nieuws qua stijl”, legt Peter uit. “We hebben wat covers verbouwd en spelen verder wat we denken dat goed is.”
‘Vo De Deure’ is een van die covers. Het is de Krapuul-versie van ‘Paint It Black’ van The Rolling Stones. Het duo haalde er de finale mee van de Beste Zeeuwse cover van Omroep Zeeland en vertolkte het lied op Zing Zeeuws. Peter: “Het grappige van dit lied is dat toen we het gemaakt hadden het verhaal echt gebeurd bleek te zijn. Er stond ergens op Nu.nl dat een man die als een balletje zo zat was was, gevonden werd door de politie met zijn hand vast in zijn brievenbus. Dat is precies dit lied!”
Het nummer mocht dan ook niet ontbreken op de EP die het duo net heeft uitgebracht. “Het is een EP maar dan op cd en met zeven nummers in plaats van vier”, verduidelijkt Koen. “We hebben de opnames gemaakt in Gent bij Buzzy studio. De eigenaar en producer, Davy Kerkhove runt die tent niet voor het geld maar uit liefde voor de muziek. Hij dacht ook erg mee met ons mee en kwam met mooie ideeën om de liedjes wat voller te maken. We hebben een mondharmonica door een oude microfoon opgenomen en in eens kwam hij met een oude megafoon aanzetten. Die effecten waren echt gaaf. Zo hebben we het ook gelaten.” “En de cello bij ‘Salie En Een Haas”, mijmert Peter. “Het nummer is eigenlijk een gedicht van Tijs van Bragt. Hij vroeg me een nummer te maken van een van zijn gedichten. Met dit resultaat. Toen we het gingen opnemen zei Davy ineens, hier moet een cello in. Dus hij opzoek naar een cellist. Op den duur vond hij een conservatoriumstudente uit Antwerpen die dat wel wilde doen. Omdat Davy nog met een band bezig was die een cello kon gebruiken, konden we de kosten delen. Dat was weer mooi meegenomen.”
Ondanks dat de beide muzikanten er wat luchtig over doen is het niet alleen maar voor de lol. De twee zijn serieus.Hun liedjes mogen gehoord worden en het duo heeft zeker de intentie om zo ver mogelijk te komen. “We proberen elke week te oefenen. We schrijven veel en dat geeft motivatie om door te gaan. Het zou gaaf zijn mocht het wat meer worden”, zo is Koen van mening, terwijl Peter instemmend knikt en aanvult: “Het grappige is ook dat het Zeeuwse helemaal niet het belangrijkste is. We zingen wel in het Zeeuws en willen ook Piet Brakman van de troon stoten als meest bekende Zeeuws-Vlaamse artiest, maar het is niet van moeten. We moeten niets. Het komt zoals het gaat. We willen veel optreden en veel liedjes schrijven. En daarin steken elkaar aan om het beter te doen. Om ook beter te worden samen, en dat is gewoon super leuk!”