Moss folkrockt Middelburgse wollen sokken

Jim Morrison leeft getergd verder in Gork A27

Tekst: Frits Brouwer Foto's: Andre Joosse ,

Als ware charmante Zeeuw neemt Moss' met trendy Ray Ban bebrilde vocalist de gelegenheid te baat om de toeschouwers te versieren met een paar in de microfoon gegrijnsde woorden onvervalst dialect. Marien Dorleijn komt in Middelburg thuis in het gespreide bed van een volledig terecht uitverkochte Spot.

 Tegen een decor-met-naam die lijkt op een eigenwijze improvisatie op Radiohead's cover van OK Computer bestrijken de piepjonge mannen van voorprogramma Gork A27 het podium alsof ze dat in de box ook zo deden. De volwassen intensiteit van de zang van gitarist Tim Roos, afwisselend atmosferisch en getormenteerd rauw, is misschien een onbewuste flirt met The Doors; de incorporatie van een saxofoon is dat minder. Muziek voor Gork is passie en jaren '70, en af en toe, als het uitbundig aanwezige haar van Roos de microfoon niet opvreet, zelfs heel jazzy. Al lijkt de muziek weinig affiniteit te hebben met de hoofdact, voor een act die zo kort mee mag doen, is Gork belachelijk goed.

 Inmiddels is Moss een wereldact in Nederland. Zonder arrogantie staat de nieuwe tour dan ook geheel in het teken van promotie van derde studioplaat Ornaments. De setlist bestaat uit een redelijk evenwichtige mélange van nieuwe nummers en oude singles, gebracht met het strakke spel, de drums als een hartslag, de meerstemmige samenzang en het harmonieus, licht psychedelische gitaarspel van de platen. De teksten van Ornaments gaan over liefde, over gefrustreerde genegenheid, en hebben titels als Everything Died In Your Heart en Give Love To The Ones You Love; de laatste een geduchte aansporing de beperkte liefde beschikbaar in een mensenleven niet te verspillen. Nog intenser is Dorleijns stem, nog scherper en zuiverder de vocalen, energieker het geluid. In I Like The Chemistry, als opname niet het meest opwindende nummer van de mannen, brengen de vocalen een katharsis teweeg waarmee hij in New Arms tegelijkertijd snijdt en polijst.

 Onderlinge interactie is vrijwel absent. De combinatie van gitaarrock en indie, met een toefje van Holland’s finest samenzang, heeft dat ook niet nodig om te kloppen. Zo nu en dan grappen Dorleijn en drummer Finn Kruyning wat met het publiek. Eerstgenoemde voor de toegift: “Dit is ons laatste liedje.” Publiek reageert met een matig “jaja”. Dorleijn weer: “Dit is ons laatste liedje. Ik hoef het niet uit te leggen, toch?” En terzijde, quasi-wanhopig: “Zo werkt het niet!” Behalve een onderstreping van het op 9 maart volgende concert in Bergen op Zoom zijn gesprekken en verhalen, laat staan een driftig neerzetten van een podiumact, niet aanwezig.
Maar nergens wordt dat werkelijk storend. Het is de muziek waarom het publiek kwam. Angry Young Man, de single van tweede album Never Be Scared / Don't Be A Hero met de groteske clip van een zwangere man, is net zo stevig als de droog aangrijpende opname en toch directer, toch feller en subtieler wanneer alle vijf mannen het refrein meehummen. I Apologise is een terecht hitje, al hebben nummers als het te dobberende, te ingezakte The Hunter dat hitpotentieel niet. En trouwens, hoe krijgen ze het voor elkaar in elk nummer de tamboerijn te gebruiken op zo'n manier dat het nog passend is ook?

 Soms, zoals in het nieuwe Almost A Year, is het oorspronkelijke idee van de ambachtelijke gitaarrockband, repeterend in een goedkope schuilkelder opzichtig verborgen in het Vondelpark, bijna verdampt. Met vereende krachten trekken ze uit hun twee – verder amper benutte – synths nadrukkelijke geluidseffecten, waarschijnlijk eerder bedoeld te polijsten dan af te breken. Het is ronduit spijtig dat dit in een nummer dat, prachtig heraldiek-melancholisch, A Real Hero Dies gedoopt is, echter eerder overkomt alsof iemand op ritmische wijze driftig zijn neus aan snuitbeurten onderwerpt. 

Over ambachtelijke instrumentbeheersing behoeft bij het reeds volslagen de hemel ingeprezen Moss niet uitgeweid te worden, maar de set roept gaandeweg steeds meer vergelijkingen op. Het is duidelijk dat de Amsterdammers goed hebben geluisterd naar Fleet Foxes, Beach House en Low, dat Dorleijn zich spiegelt aan Robin Pecknold, dat de hype rond folkrock lichtelijk uitgebuit wordt. En toch, toch zijn de luisterliedjes van Moss eigenlijk ervaarliedjes, gedichtjes op muziek, poetische pareltjes van een moderne bohemien: samen de Nederlandse Byron van de eenentwintigste eeuw.