Spinvis is overal goed

Gebouw-T intiem genoeg voor eigenzinnige band

Gijs Kamphuis ,

Dat uw kinderen sterk gaan zijn en mooi. En uw tranen door de zon gedroogd. En uw schoonheid eeuwig als de zee. En uw dagen groot. Dat uw boek in alle harten woont. En uw liefdes talrijk en van vuur. Uw geheim een goed bewaard juweel. In een zwart heelal
Dat uw monster u nooit vinden zal.



Tot ziens, Justine Keller

Waar is toch de tijd naar toe. De tijd dat zolderkamerartiest Spinvis doorbreekt met het titelloze ‘cassettebandje-album’. Het is 2002 en er is veel gebeurd in de tussenliggende tien jaren. Spinvis is nog altijd Eric de Jong ten voeten uit maar al sinds een aantal jaar ook een volledige band. Poeziepop avant la lettre zo blijkt ook weer vanavond in Bergen op Zoom. Centraal staat het derde studioalbum ‘Tot Ziens, Justine Keller’. Er wordt mee geopend, (‘De grote zon’), mooi op teruggepakt halverwege, vlakvoor ‘In de staat van Narcose’, wat eigenlijk een oudje is. En prachtig afgesloten met ‘Kom Terug’, de laatste single. 

“Het bedrag wordt uitgekeerd, het publiek applaudisseert. Alles is zo mooi, alleen wat verder weg. Ik zie nog wel wat wazig en ik weet niet wat ik zeg.”
 

Het optreden van vanavond zit ingeklemd tussen drie dagen Oerol en drie dagen Parade in Rotterdam. Plekken waar de kunst van dit zestal nog meer tot zijn recht komt. Want een poppodium blijft toch een wat vreemde omgeving voor deze kleinkunstvariant, hoewel het goed gedijdt vanavond. Gebouw-T blijkt opvallend knus. Spinvis de band laat momenten aan het toeval over, semi-improvisatie, of zijn het toch kleine foutjes? De  arrangementen van De Jong zijn slim verwerkt en met minimale middelen wordt een maximaal resultaat neergezet. Echokastjes, triggers, electronische drums, een zingende zaag, klapjes. In de zes muzikanten huist nog altijd de zolderkamerartiest die De Jong ooit was.  

“Er wordt gepraat en gedanst. En de muziek is wel vreemd. Ik krijg een biertje van Luuk. En hij zegt we vieren het toch. En dan verdwijnt hij opeens.”
 
Het eerbetoon aan dichter Simon Vinkenoog verpakt in ‘Bagagedrager’ is stijlvol.
Ronnie, wie is Ronnie toch?, wordt bezongen in zijn gang naar huis en het moment dat hij zijn haar kamt. Celliste Saartje van Camp krijgt haar moment in het filmische ‘Mare Frigoris’, een mooi rustpunt in de goed opgebouwde set. ‘Oostende’, ‘Voor ik Vergeet’, ‘Astronaut’ en ‘We vieren het toch’ zijn pareltjes. Het publiek mag de toegift kiezen. ‘Smallfilm’wordt door De Jong afgekeurd. ‘Lotus Europa’ is te lang. Hij gaat akkoord met ‘Ik wil alleen maar zwemmen’, om er zelf ‘Wespen op de appeltaart’ aan toe te voegen. Ineens is het wat tamme publiek wakker en is er interactie. Alsof er dan pas begrepen wordt dat dit zo’n avond is.
 
“Dat uw huis na verre reizen wacht. Duizend vogels in uw tuin

En het lieve einde schemerzacht.”