Met de indrukwekkende CV van Nederlands meest Britse hipsterbandje is het binnenstebuiten spelen van de Middelburgste Spot uiteraard een logische volgende stap. Maar de prijs voor beste show van de avond moest het strakke en doodsaaie Kensington laten aan de dromerige dames van The Secret Love Parade. Want Kensington is zo hipster dat energie te mainstream is.

Het curriculum vitae van de vier mannen die samen Kensington zijn is niet vervelend: 3FM Serious Talent, Megahit met Let Go, genomineerd Neerlands Beste Nieuwkomer, en het publiek opgewarmd voor grote concerten van bands zo divers als My Chemical Romance, Coheed & Cambria en Bombay Bicycle Club. Daarbij is debuutplaat Borders opgenomen in de studio van de toetsenis van Kaiser Chiefs, gemasterd door Engelsman John Davis die datzelfde trucje al eens deed voor U2, Arctic Monkeys en Snow Patrol, en vervolgens gecontracteerd door Bladehammer/EMI. En 3FM loopt dus met hen weg.

Daarbij vergeleken is de prestatielijst van The Secret Love Parade wel heel erg bescheiden: een paar voorprogrammaatjes bij Lola Kyte en Agua d’ Annique, wat Poprondes en een showtje op Noorderslag als hoogtepunt. De schattig-awkward studentes Aino Vehmasto en Janne Coomans zijn echter muziek. Alleen maar muziek en heel verwaarloosbaar weinig presentatie. In de twee tegenover elkaar gezette keyboards en een Philicordia die met een paar beatmachines de complete opstelling vormen, schemert de eerlijkheid van hun dreampop al door. Eigenlijk moet je hiervoor gaan zitten, af en toe nippend aan een glaasje wijn, je ogen gesloten terwijl de cadans van de ritmes, het gelaagde toetsenspel en het voorzichtige gitaargepingel, overdekt met de zuivere tweestemmige vrouwenzang je als Sirenen meevoeren naar een mysterieus landschap van geisers en rotsen, lage witte huisjes en lange winters. Eigenlijk zouden ze uit IJsland moeten komen, samenspelen met Bjork en Sigur Ros, en af en toe een uitstapje maken naar Ierland voor het gezelschap van Clannad. 

Schattig worden ze vooral als ze proberen enthousiast te zijn, wat onbeheerst met de voet op de grond gaan stampen, en aankondigen dat ze nu ‘wat stoerders’ gaan doen. Terwijl de beat nog immer rustig, de zang sereen blijft. Daardoor kunnen ze ook provoceren met de tekst – niemand die immers verwacht dat in die klankenpracht “I never felt you naked” verborgen zit. 

Uiteindelijk duurt het allemaal wat te lang. Het gehoor zakt in, de dames beginnen akkoordjes te spelen en grijnzen wat ongemakkelijk als ze net voor de eerste keer in de carriere een boxje opblazen. Hun kabbelende pracht bestaat bij de gratie van bijna ongemerkte spanning, maar wanneer die afwezig is, wordt het wat zeurderig.

Kensington komt op in mysterieus licht onder muzikale begeleiding van aanbiddend gillende pubermeisjes, grijpt de gitaren en speelt Franklin Exits met de hoge gitaren en opkomende bekkens die zo typerend zijn voor het geluid van de band. En er is meer typerend: de droge Britpopvocalen, het ongeevenaard fragmentarische spel, de complexe structuur die de plaat zo succesvol heeft gemaakt, de waanzinnige drummer misschien en zijn machinegeweerleiding van I Was Too Scared. 

Maar waarom hebben de jongens, die met hun strakke broekjes en sensuele verlichting graag de mooiboy uithangen voor het eerder genoemde gillende vrouwvolk, cannabis gebruikt in plaats van speed? Of was het de ritalin die hen de energie en de adem benam? Gitarist Casper Starreveld onttrok zich nog enigszins aan de malaise, maar frontman Eloi Youssef is maar een saaie jongen. Het publiek schraapt wat met de voeten over de grond, loopt even naar buiten voor een sigaretje, kijkt maar naar de merchandise.

Geen wonder dat het langdradig wordt, al is de band strak, goed ingespeeld, en doen ze leuke lichteffecten met van microfoons bungelende peertjes en een lichtbak in de basdrum. Hoogtepuntje is Megahit Let Go, al was het omdat opeens veel mensen uit het publiek toch blijken te kunnen klappen en meebrullen. Ook omdat het wat minder fragmentarisch, wat minder staccato, wat meer radiovriendelijk is. Youth, debuutsingle en staccatovoorbeeld, wordt toch fijn als live de drie minuten worden uitgerekt tot een zeven minuten durend instrumentaal feest. 

Starreveld roept nog even een meisje het podium op, dat verlegen uitlegt zich zo te hebben opgedoft omdat ze morgen echt gaat trouwen. Nou, dan is het laatste nummer voor haar. En wat normaal cheesy is, is nu wel fijn, want Kensington is het minst saai als het instrumentaal mag zijn. Even barsten ze uit in een psychedelische shoegazepostrockmanifestatie. Even mogen ze. En even lijken ze het ook zelf leuk te vinden.