Een positieve recensie over Marike Jager

Maar ook Anton Walgrave kan er wat van

Tekst: Frits Brouwer Foto's: Rene Kauwenbergh ,

Na wandelingen over de Vlissingse boulevard en zwerftochten over de Vlissingse stranden is Marike Jager in De Piek ter promotie van haar derde album, Here Comes The Night. De Vlaming vertedert mensen met zijn charmante Vlaamse accent en volle stem. Maar de schattige Marike Jager, met springerige stem en ondeugende glimlach, verovert harten.

Maar ook Anton Walgrave kan er wat van

Demonstratief heeft ze het logo met initialen opgehangen. MJ. Marike Jager, om problematische verwisselingen te voorkomen verder aangeduid met haar volledige naam, kent haar voorprogramma Anton Walgrave nog van ‘die keer dat we samen smartlappen zongen in Leuven’. Lekker kneuterig gaat ze achterin de zaal naar hem staan luisteren, toch wel een beetje gespannen hoe het met indrukwekkende sikken en lange grijze lokken uitgeruste publiek in de Vlissingse Piek zal reageren op haar springerige muziek van de eeuwige jeugd.

Dat Walgrave, uitgerust met gitaar en brede glimlach, smartlappen heeft gezongen, is niet bepaald verwonderlijk. Wanneer hij zingt, bespeelt hij met zijn gitaar het gevoel van de aanwezigen. De tremolo in zijn stem versterkt het gevoel slechts. Het is niet de ingewikkelde poëzie van de liederen waarin zijn kracht ligt. Het is de eenvoud van de teksten. Die gaan over koude nachten en lange autoritten, over feesten waarbij je je een buitenstaander voelt (‘Funny how these eyes can just consume you’), over mensen en hun gedragingen, of gewoon rechttoe rechtaan over liefde. As You Are, de titelsong van het nieuwe album,gaat over de zoektocht naar eenheid. “Mijn land is daar een mooi voorbeeld van,” merkt de Belg fijntjes op.

Maar de bebaarde en beoorbelde Walgrave heeft niet alleen een gitaartje, een volle stem en een charmant Vlaams accent meegenomen naar Vlissingen. Met zijn voet bespeelt hij een bewonderenswaardig assortiment aan knoppen, waaruit hij wisselende ritmes tovert, een zware bas bij het nummer Ice, een strijkkwartetje op All You Have To Do, een compleet achtergrondkoortje zelfs. Zijn tenor schrijdt door de zaal, schreit naar de hemel, beheerst verbazingwekkend genoeg ook de falset. Jammer is dat zijn stem en inleving in de muziek de complete set dragen. Catchy zijn de nummers niet. En dat terwijl die stem zelfs uitstekend een middelharde rockband zou trekken. Hoogtepuntje is dan ook U2s Who’s Gonna Ride Your Wild Horses, die hij leeft en afleeft, stampend en springend op het podium, ogen gesloten.

Marike Jager is een vrolijk klein meisje in een zwart jurkje met een onhandig grote gitaar in haar handen. Drummer Nicky Hussing en toetsenist Henkjan Heuvelink zitten ook met grote grijnzen achter hun instrumenten. “Had ik al gezegd dat ik in ’n goeie bui ben?” vraagt het schattige popmuziekmeisje bij aanvang van het derde nummer dan maar ten overvloede. Ze grapt, het publiek lacht, grapt terug. “Kunnen jullie dat vorige nummer even overdoen, want ik was even weg,” roept iemand. Na de eerste regels van She Only Knows (‘over de magnolia thuis die zo ongelofelijk stevig in de grond staat’) proest ze het dan opeens uit. Ze is haar tekst kwijt. Nou, de gehandicapte man die voorin de zaal ieder nummer hard meezingt zal haar dan wel even. “Ik ben een beetje moe, maar dan ben ik veel leuker. In Vlissingen mag dat,” knipoogt ze.

Ieder nummer leidt ze in met een klein verhaaltje: over die juistgenoemde magnolia, over ver op zee zijn, over de klamme handen die je hebt als je voor de allereerste keer een bank overvalt. “Kent u dat gevoel?” Alsof ze wil laten zien dat die volgend jaar geplande theatertour wel goed gaat komen.

De gitaar blijkt ook niet zo onhandig groot te zijn. Ze kan er heel behoorlijk op spelen. Af en toe wisselt ze ‘m in voor een reflecterende zilveren Gretsch. Dan gaat ze zelfs bijna los en springt ze rockend over het podium. In Here Comes The Night kan er zelfs een reggaeriffje uit. Verder bestaat het muzikaal repertoire voornamelijk uit veel retro-geïnspireerde muziek. Jaren 50 zijn favoriet: springerig, dansbaar, licht. Honey Honey is een onschuldige lentedag met bloemetjes en bijtjes. Ze lacht er vrolijk bij. Here Comes The Night is het donkerste nummer, met onheilspellende drumroffels en filmische toetsenpartijen. Ze zingt over verloren zeemannen, over vergeten liefjes thuis. Toetsenist Heuvelink overgiet het maar eens met een hammondstukje dat helemaal niet afgekeken is van de woelige zeventiger jaren. Marike Jager speelt met haar stem. Die is af en toe springerig. Of juist heel zacht en teer en lief, een beetje als Charlie Dée (weet je nog? Die Arnhemse die door Tiësto geremixt werd). Zodra ze zelf achter de piano staat, speelt ze zelfs een stukje jazz. Niet dat de rest van de muziek erop aansluit. Het is gewoon leuk.

Als toegift werpt ze nog een duet het publiek in: een duetje met Anton. Ooit geschreven, gisteren besloten, vandaag geoefend. Met bladmuziek op de standaard zingen de twee dan een prachtig paradijselijk liefdeslied met beloften aan zonovergoten boomgaarden. Niemand zingt “he has a dirty mind” op een lievere manier. Dit meisje heeft vanavond harten veroverd.