De Kift behoeft nauwelijks introductie. Het al bijna 25 jaar musicerende kleinbedrijf uit Koog aan de Zaan is een unieke band binnen het Nederlandse muzieklandschap en heeft haar sporen inmiddels lang en breed verdiend. Het deze lente verschenen Brik, hun twaalfde album, was weer een prachtige conceptplaat als vanouds. Volgend op die release verkondigden ze hun verhaal over Admiraal B. al in nagenoeg alle hoeken en gaten van het clubcircuit. Afgelopen vrijdag kwam ook de Middelburgse Spot aan de beurt, waar De Kift eens te meer bewees tot Nederlands beste livebands te behoren.
Het optreden was onderdeel van een reeks losse najaarsconcerten die de Briktournee afsluiten. In februari zal de groep zich dan gaan opmaken voor een nieuwe samenwerking met het Franse Monofocus. Even dreigde de avond uit te lopen op een teleurstelling; ondanks de gemoedelijke sfeer was de zaal maar mondjesmaat gevuld. Bovendien liet de band nogal op zich wachten. Toen drummer Wim ter Weele tegen half elf uiteindelijk zijn ladder beklom om Brik aan te zwengelen, werd hen dat echter snel vergeven. Vanaf dat moment zouden alle ogen gericht blijven op het Noord-Hollandse gezelschap en het kolossale gevaarte vol rinkelende potten en pannen dat ze nu al ruim een half jaar met zich mee torsen.
De show was strikt genomen niets meer of minder dan een herhaling van zetten. De setlist kwam tot en met de uitgebreide toegift overeen met wat we dit jaar al eerder konden horen. Dat was echter geen reden om te klagen. Zoals gewoonlijk werd begonnen met het filmische ´Carburateur´, dat zo langzamerhand het lijflied lijkt te worden van de miserabele filerijder. Via de opzwepende draaiorgelklanken van albumopener ´Drie Wegen´ kwamen we al vroeg terecht bij uitschieter ´Giele Blommen´; een gevoelige verhandeling over vluchtig afscheid. Het intieme huzarenstukje bracht ons het eerste kippenvel van de avond, maar de karavaan moest verder.
In een zeer onderhoudend optreden kwam vervolgens de hele laatste plaat voorbij. Toegegeven: niet alle daarvan afkomstige nummers zijn even sterk. Zo bleef het wat saaie Noorderzon weer struikelen over het toch wat gebrekkige gitaarspel van frontman Ferry Heyne. De Kift is op haar best tijdens meer uitbundige nummers als ´Admiraal B.´ en ´Melk & Hooi´, wanneer de goedlachse zanger, niet gespeend van pathos, het publiek bestookt met zijn fijnzinnig poëtische teksten – ¨Wacht ons onderweg het geluk? Klapwiekend van ongeduld? Waar blijven die jongens nou?¨
Hoe enthousiast Brik ook wordt vertolkt, in de aansluitende toegift (die eigenlijk geen toegift is, want het podium wordt tussentijds niet meer verlaten) wordt de stemming in de zaal pas echt uitzinnig. Tijdens oude favorieten als ´Nauwe Mijter´, ´Beguine´, en vooral het heerlijk bluesende ´Sherry´ treedt de blazersectie wat verder op de voorgrond en herkennen we de de oude fanfare- en punkwortels van de band. Daar valt goed op te dansen, wat door de tientallen bezoekers dan ook naar hartelust wordt gedaan. Als deze troubadours vrijdag iets hebben aangetoond, is het wel dat een herhalingsoefening geen automatische piloot hoeft te zijn.
Bevlogen routine van De Kiftmachine
Briktournee op herhaling maar niet op automatische piloot
De Kift behoeft nauwelijks introductie. Het al bijna 25 jaar musicerende kleinbedrijf uit Koog aan de Zaan is een unieke band binnen het Nederlandse muzieklandschap en heeft haar sporen inmiddels lang en breed verdiend. Afgelopen vrijdag kwam ook de Middelburgse Spot aan de beurt, waar De Kift eens te meer bewees tot Nederlands beste livebands te behoren.