Moordwijf Beth Hart provoceert in Bergen

Nadrukkelijk aanwezige vrouw verheft ‘nanana’ tot nieuw genre

Frits Brouwer ,

Amerikaans bluesy moordwijf met Cruella de Vilkapsel neemt Bergen op Zoom mee op een krachttoer langs haar eigen bluesrock gekruid met jazzfusion en soul. Fijnproeverij voor gevorderden. Maar alleen de ware liefhebbers blijven staan tot het einde.

 Het publiek bestaat overwegend uit geijkte bluescaféinventaris. Boven de stage van Gebouw-T hangt het met vlammende zonnestralen omkranste logo van de Amerikaanse bluesrockzangeres. Het Bergense podium is afgeladen. Als Beth Hart dan zelf bijna tegennatuurlijk uitgelaten het podium ophuppelt, hangt het publiek zelfs in de dakspanten. 

Beth Hart neemt het publiek, dat uit half Nederland – en zelfs een beetje uit België – is samengestroomd, mee op een tour de force die stuitert van energie. Of eigenlijk is zij het voornamelijk die het stuiteren voor haar rekening neemt. De nadrukkelijk aanwezige vrouw met nadrukkelijk aanwezige tattoos wordt begeleid door een professionele Amerikaanse band, die ervan houdt af en toe een krachtig aftreksel van Deep Purples classics ten gehore te geven. Als muzikale intermezzo’s worden hier en daar wat emulaties van Child In Time en Smoke On The Water uit hammondorgel danwel gitaar getrokken, terwijl de negenendertigjarige Hart tussen de nummers door charmant heen en weer rent over het podium. 

Beth Hart, die in 1999 ineens bekend werd met het nummer LA Song (Out Of This Town), heeft een zuivere stem die bijna agressief is. Dat matcht dan wel weer met haar Cruella de Vil-kapsel. Vergezeld door een viertal stevige bluesmannen geeft zij een act die niet heel spannend is, maar door haar stem fascinerend, en door haar podiumaanwezigheid bijna overdonderend. “Just shake your ass on the songs. Shake it like that! Yeah, now that’s good.” Afwisselend tussen begeleiden op piano en dansen achter de mic verheft ze kreten als ‘hey hey hey’ en ‘na na na’ tot een nieuw lyriek genre. 

Dat mag als je zo veel met je stem kunt doen en je hele podiumpresentatie bovendien één is van rauwe provocatie. Rauw provocerend rijdt ze zingend tegen de drum aan, rauw provocerend zijn haar bluesy soulvocalen. In Delicious Surprise snijdt haar stem als een cirkelzaag door de zaal terwijl de drum dondert als een lawine – in Waterfalls is haar stem als water dat weloverwogen in glas drupt, breekbaar en taai. De eerste helft van de set heeft ze om die afwisseling gebouwd: actievere nummers als As Good As It Gets maken plaats voor het akoestische My California en het bitterzoete LA Song. Ontroerend moment vindt plaats wanneer haar man Scott het podium opkomt om een bedankknuffel te geven. Het provocatief-recalcitrante moordwijf in haar vindt het vervolgens wel weer mooi geweest, springt op, en kondigt het nummer Sick aan: “Written when we had George W. Shithead Bush in office”, rollende drums gelardeerd met sirenestem. Drummer Todd Wolf doet een solo’tje, bassist Tom Lilly gaat op z’n Flea over de snaren heen. Ondertussen knuffelt ze al haar bandleden nog maar eens.

En toen had ze moeten stoppen. Maar dat deed ze niet. Na anderhalf uur pure energie op het podium was het publiek uitgeput. Zij eigenlijk ook. Maar ze moest nog zo veel. Ze moest nog de trage, slepende nummers spelen die ze met Joe Bonamassa had opgenomen voor hun laatste album. Ze moest nog een toegift geven van drie kwartier. Ze moest nog haar stem laten klinken als Amy Winehouse. Maar de storm was over. Moe ging ze op het podium zitten om verder te zingen. Het publiek, dat nog wat bleef hangen om te wachten op klassiekers als Learning To Live en Leave The Light On, sjokte teleurgesteld weg. Want zo lang moet je helemaal niet willen spelen.