Forsyth opent zijn performance met een uitgesproken folksong van legende Alan Lomax. Met ‘slechts’ een handclap, wat voetenwerk en zijn overweldigend stemgeluid laat hij het publiek meteen voelen waar zijn kracht ligt. “It is nice to be a singer-songwriter”, zoals Forsyth zegt: “you tear it of your heart and leave it into the public!”
Forsyth brengt méér dan alleen uiterst kundige volumineuze muziek, hij brengt het met een missie. “It really scratched an itch, trying to do something and to MEAN something, even if it means something only to yourself”. Met een jaren 30 nummer van blues gitarist Robert Johnson, onderstreept hij dit statement. Een overtuiging die zijn optreden zeer krachtig maakt en die van het begin tot het eind blijft fascineren. Met onder andere ‘Cross Road Blues’ laat Forsyth zijn liefde horen voor de pure en authentieke blues, die zo hem dicht aan het hart ligt.
Na een aantal zoete ballades waaraan Forsyth zowel de zaal als zichzelf heeft opgewarmd, komt er een aantal rauwere nummers met pit. Terwijl hij tussen de nummers door zijn gitaar stemt, vult hij de overgangen met (vaak grappige) anekdotes uit zijn eigen leven en liefdesleven. Dat de commercieel zo uitgebuite romantiek en liefde ook een minder schone kant kan hebben, vertelt hij als het ware met “what a beautifull mistake to fall in love”. Op de overgang van romance naar crime nodigt hij Jeffrey Thielens uit om met zijn mondharmonica een randje heartache aan het repertoire toe te voegen.
Thielens blaast sinds kort in ‘CC Jerome’s jetsetters’, een ‘blues en soul injected Rockabilly band’ zoals ze zichzelf introduceren. Van 30 oktober tot 19 november 2010 zijn zij plaatsvervanger voor de vaste crew waarmee Guy Forsyth normaal gezien zijn tours uitvoert. Thielen kan zijn geluk niet op, zegt hij, “een enorme eer” om met zo een professioneel en veelzijdig muzikant samen te werken. “Guy kan alles!!”
Dat Thielens zelf ook over een flinke portie kundigheid beschikt, blijkt wel uit zijn aanvulling op Forsyth. Hij lijkt de (soms sterk wisselende) schema’s van Forsyth naadloos te kunnen volgen, in toonrijen die je niet voor mogelijk houdt. Zelfs met het ‘wah wah’ effect behoudt Thielens zijn subtiliteit, iets wat hem enorm siert naast Forsyth. Een getalenteerde bluesharpspeler met verve!!
“I did not wanted to be in college, I wanted to play music, especially in bars”, en zo doende luidt Forsyth zijn tweede set in op het klein ingerichte en bescheiden podium. Zoals ook Thielens al aangaf, bespeelt Forsyth alles. In een kleine goedkope plastic banjo kan een goede song schuilen, je moet het alleen zien en ernaar willen zoeken. Ook na afloop van het optreden vertelt Forsyth in de charmante foyer van ‘De Wegwijzer’ fanatiek over het hedendaagse gemakzuchtige consumptiegedrag waarmee mensen ook muziek tot zich nemen. Anders dan vroeger, wanneer je geld spaarde totdat je een lp kon kopen en die je met een zekere voorzichtigheid en zuinigheid keer-op-keer afspeelde: “the needle in the groove”, en dan LUISTEREN: puur genieten. “ah…. I am getting old”…..
Forsyth sluit zijn set af met een knallend -in-één-adem -mondharmonica-zang-nummer. Voor de staande ovatie van het publiek neemt hij zijn pet af en maakt een buiging. Respect voor de Americana songs, voor deze man uit Austin Texas, niets anders dan respect.
Na het optreden mengt Forsyth zich onder het publiek wat een drankje en hapje geniet aan de bar van het theater. Het muziek idool is op deze manier voor de fans aanraakbaar en aanspreekbaar! Dit is toch een nog meer dan noemenswaardige bijkomstigheid van theater De Wegwijzer dat zich op deze manier onderscheid van de grotere en meer onpersoonlijke podia in Zeeland.