Moss speelt de sterren van de hemel

Geen fratsen of kunstgrepen, het is de muziek die moet overtuigen

Tekst: Leo Meijaard Foto's: Sjoerd Schunselaar ,

Als een band een van de beste platen van het jaar maakt en de bandleider komt uit Middelburg dan zijn de verwachtingen hooggespannen. Moss overtreft alle verwachtingen. Maar wat is dat nou voor gehannes met die oortjes? En waarom krijgen we geen toegift? Buiten vriest het dat het kraakt, binnen is het lekker warm, met Bluem in het voorprogramma.

Geen fratsen of kunstgrepen, het is de muziek die moet overtuigen

Bluem speelde een paar maanden geleden nog op het Nazomerfestival en werd volledig uit de tipi van de Abdij geblazen door het noodweer dat plotseling losbarstte. Vanavond gaan ze in de herkansing.
De zaal is al aardig gevuld als Bluem strak en explosief aftrapt. Wat opvalt is dat de band steviger werk speelt dan voorheen. De Zeeuws-Vlamingen kiezen niet voor de makkelijkste weg en dat siert hen.. Maar het is tevens hun zwakte. De band zoekt het experiment en komt bij vlagen geforceerd over. Muzikaal klopt het allemaal wel, maar als er wat meer aandacht aan de zang wordt besteed zou Bluem daar erg van opknappen..
 
‘Het is lang geleden dat we in Middelburg speelden, maar voor mij voelt het alsof het gisteren was’ zegt zanger Marien Dorleijn cryptisch. En dat klopt letterlijk, want een dag eerder gaf de frontman van Moss een mooie solovoorstelling in galerie Kodoor.
Vanaf het eerste nummer is duidelijk dat hier een geweldige band staat te spelen. Het geluid van de alom bewierookte plaat never be scared / don’t be a hero komt mede dankzij de nieuwe gitarist Michiel Stam, en natuurlijk de geluidsman, uitstekend uit de verf. Er zijn vergelijkingen te maken met Fleet Foxes en ook Grandaddy komt nog even buurten, maar dit is een band die volkomen in evenwicht is en een eigen oorspronkelijke draai heeft gevonden. Het publiek kijkt haast ademloos toe hoe juweeltjes als The Comfort, The Brick Moon, I Apologise haast achteloos worden uitgestrooid. Zelfs het nieuwe nummer Everything Died In Your Heart, dat in de Spot zijn vuurdoop krijgt, klinkt alsof het al jaren op de lijst staat.
 
Toch is Moss geen band die voor het applaus gaat. De muzikanten ogen ontspannen, maar ingetogen. Geen hardrockposes of meeklappen bij Moss, Geen verhaaltjes om het publiek te pleasen, maar doen waar je het beste in bent: de nummers zo intens mogelijk spelen. En daarmee bereikt Moss een zeer hoog niveau.
 
Iemand heeft Marien Dorleijn verteld dat het een goed idee is om eens een keer zogenaamde in-ears te proberen. In-ears zijn monitors ter grootte van een kauwgumpje die in de oren gepropt dienen te worden. Dat speelt lekker en beschermt de oren. Voor types als Bono Vox die een heel volk moeten mennen is dat vast een uitkomst, maar een zichtbaar geïrriteerde Marien zat er behoorlijk mee te klooien. Het wordt al snel duidelijk dat er de volgende keer gewoon weer een box ter grootte van een koelkast staat.
 
In de laatste nummers, als de muzikanten helemaal in de muziek hangen worden de teugels gevierd. De gitaarpartijen waaieren over elkaar heen en het optreden komt tot een apotheose met een zinderende haast psychedelische uitvoering van I Like The Chemistry. Na het wegsterven van het laatste akkoord schreeuwt het publiek om meer, maar de band komt niet meer terug. ‘We hebben onvoldoende goede nummers voor een toegift’ vertelt de gitarist na het optreden. Onzin natuurlijk, het is een statement. Geen fratsen of kunstgrepen, het is de muziek die moet overtuigen. En niemand die er verder over zeurt, want het publiek wordt met een warm gevoel de ijskoude nacht ingestuurd.