Hank Pine ziet er, in een met ijzerbeslagen overhemd, uit als een post apocalyptische cowboy/troubadour, Lily Fawn is een bosnimf en een orakel. Ze draagt een hertengewei en elvenkleren. Een niet alledaags optreden in platenzaak Spin.

Grote kans in dat Hank en Lily een rol hebben in “the Road”, de film naar het fantastische boek van Cormac McCarthy. De wereld is bijna vergaan en een vader en zoon trekken als een vande weinige overleveraars naar de oceaan door een desolate wereld waar ze af en toe mede overlevenden tegenkomen, die vaak onfrisse bedoeningen hebben. Ik stel me voor dat ze een bar binnenkomen en daar staat een duo country nummers te zingen over een mythische wereld die ooit was. Ze heten Hank & Lily. Hank Pine ziet er, in een met ijzerbeslagen overhemd, uit als een post apocalyptische cowboy/troubadour. Tegen giftige gassen na de atoomramp draagt hij een masker waar ook een microfoon in zit. Lily Fawn is een bosnimf en een orakel. Ze draagt een hertengewei en elvenkleren.

De opkomst bij Spin is niet zo groot, logisch, de wereld zoals we die kenden is immers net vergaan. Een goede zaak ook, we hadden dit niet met nog meer mensen willen delen. Elke bezoeker, inclusief de bekrulde platenbaas, krijgt een nummer aan zich opgedragen. Ze beginnen langzaam, krakerige countrynummers met veel echo op de gitaar en Lily die zingt als een ondeugende Joanne Newsom en haar zingende zaag onheilspellend laat zingen. Publiek en band wennen langzaam aan elkaar. Iedereen stelt zich voor en langzaam wordt de sfeer euforisch. Als halverwege Lily gaat drummen en de nummers harder gaan komt iedereen los. Het laatste punkrocknummer wordt door iedereen meegeschreeuwd. ”There is someone out there for you, and someone for me too!” Er is hoop, ook na de Apocalyps.