“My little brother just discovered rock and roll. There’s a noise in his head and he’s out of control.” Een citaat van de mafketelindierockers Art Brut, dat in twee zinnen samenvat hoe heerlijk het is voor het eerst door rock geraakt te worden; het zwelgende verdrinken in de wereld van harde gitaren en beukende drums.
“Ach, vroeger…”, sprak de oude man, niet gespeend van valse romantiek. “De tijd van Monster Magnet’s druggy trips en van loom in een Hasselts weiland liggen terwijl Kyuss’ donderjams over je heen rollen. Toen Deftones nog prima platen maakte en TOOL zonder topzware ballast recht door zee kon rocken. En waarin Faith No More, Primus en Living Colour ons door een kolkende pit deden stuiven. Vroeger…”
Dik tien jaar later brengt het Utrechtse metalrockgezelschap Loot zijn derde release uit. ‘Big Fish’ – vernoemd naar Tim Burton’s gelijknamige film – is daarvan de eerste langspeler en komt tot ons met de slogan: ‘Time for a new noise and here’s your cue.’ Nooit vies van een bak nieuwe herrie, wordt de play-knop ingedrukt.
Hoewel de bandnaam doet vermoeden dat het verafgode kwartet rond Maynard James Keenan prominent aanwezig is, toont Loot zich niet eenkennig. Stonerrock, grunge met metalen randje, stomende noise en een scheutje pop prikkelen onze smaakpapillen. Dat alles gevangen in een kraakheldere, bruut ronkende productie.
‘You Know What To Do’ lijkt wel een outtake van Kyuss’ meesterwerk ‘Welcome to Sky Valley’. Het sleept groovend door rul woestijnzand: stoner zoals stoner bedoeld is. Maar in Loot’s vijver zwemmen meer grote vissen. Rollins laat zijn gespierde torso zien, TOOL ten tijde van ‘Opiate’ hapt gretig in het aas en het dampende 7Zuma7 roert zijn dragsterrockstaart.
Naast de heftige rockkant heeft Loot ook ruimte bewaard voor een meer poppy geluid. Daarin bijvoorbeeld Alice in Chains, vroege Queens of the Stone Age en Foo Fighters (‘Circe’). Het moet gezegd: het hoofdknikkende staccatowerk gaat Loot beter af, maar de vele inventieve breaks zijn bijna altijd geslaagd en prima getimed. En vooral nergens geforceerd.
Loot’s referentiekader is niet bepaald nieuw te noemen. Is ook helemaal niet nodig - alsof hippe acts als Bloc Party, Franz Ferdinand of HARD-Fi het wiel zelf uitgevonden hebben. In het harde segment speelt Loot ook gewoon handig leentjebuur. En net als de gevierde jonge bandjes van nu doen ze dat met panache én een nieuw smaakbepalend sausje. Genoeg in ieder geval om Loot een eigen smoelwerk te geven.
Sterker: met ‘Big Fish’ hoor ik tien nummers lang die ‘noise’ in mijn hoofd waarvan Eddie – Art Brut – Argos’ kleine broertje ook last heeft. Die wilde bevlieging van het ongeleide projectiel, gestuurd door emotie en straffe rock. Zie ik daar al een pit beginnen? Bril even veilig aan de kant en niet langer gedraald: je leeft maar één keer. In gedachten zie ik me weer klem hangen voor een festivalpodium, mezelf onderwijl slaand en schoppend staande houdend. De waakvlam die nimmer gedoofd is, wakkert Loot opnieuw fel aan. En dat is een énorm compliment.
‘Big Fish’ is verschenen via Freebird Records en wordt morgen, woensdag 5 oktober, gepresenteerd in het ACU. Support komt van El Zombie.
Inventief Loot wakkert het metalrockvuur weer aan
Utrechtse ‘new noise’ brengt voor even verlangen terug naar de aloude moshpit
‘Big Fish’ is Loot’s derde release en het eerste volledige album van het Utrechtse metalrockkwintet. Kraakhelder geproduceerd trekt het vijftal van leer als de grote jongens van midden jaren negentig. En vergeet ondertussen niet zichzelf een eigen gezicht aan te meten, met een hard rockende klasseplaat. Iemand zin in een moshpit?