3VOOR12/Utrecht draait... 9 november

De favorieten van de redactie

Redactie 3VOOR12/Utrecht, ,

Vijf redacteuren over de woelige relaties met hun geliefde cd's van dit moment. Met een bekentenis over t.A.T.u., een heftige vrijage met Miss Kittin, de openbaring van Tunng en een haat-liefde verhouding met dEUS die gelukkig eindigt. Als bonus de vier beste live-albums aller tijden!

De favorieten van de redactie

Hans Vrijmoed, tekstredacteur: dEUS - Pocket Revolution Na de eerste keer luisteren teleurgesteld, maar na meerdere draaibeurten blijkt het toch een geweldig album. Vooral opener Bad Timing met al die laagjes, en Nothing Really Ends is misschien wel een van de mooiste nummers die Barman ooit schreef. Als geheel album wordt Pocket Revolution alleen nog overtroffen door hun debuut. Live waren ze opnieuw verbluffend! Taxi To The Ocean - Taxi To The Ocean Grote stap vooruit na vorige plaat, met name de tweede helft met Hold on To Me en All Falls Down is ijzersterk. De electro is soms wat wennen, maar dit is een van de betere albums van eigen bodem voor 2005. De band heeft een enorme productiviteit, waarvan ik hoop dat ze die ondergeschikt blijven houden aan de kwaliteit. Leonard Cohen - Greatest Hits De Vlaamse zangeres Yasmine heeft net een album uit -'Vandaag (het morgen van gisteren)' op V2 – met Nederlandse vertalingen van Cohen's werk. Ondanks een paar mooie momenten op haar plaat blijven de originele nummers natuurlijk niet te overtreffen. Annie - Anniemal Luchtige pop werkt voor mij alleen als het echt heel goed wordt gedaan, en dat doet Annie. Onweerstaanbaar catchy en schijnbaar opgewekt, maar Annie heeft persoonlijk al behoorlijk heftige dingen meegemaakt waardoor het tekstueel wat dieper gaat dan een Kylie. Sven Schlijper, eindredacteur: White Rose Movement – Alsation (single) [Independiente] Laten we elkaar geen mietje noemen: Britrock-Anno-Nu is bezig een enorm bommentapijt uit de storten over onze muziekminnende oren. Als je als junkie geen genoeg kunt krijgen en de NME spelt, of alvast voorpret wil hebben naar aanleiding van London Calling, kom je in de mêlee aan vaak niet erg bijzondere bandjes soms weer iets tegen waarbij je de oren spitst, of rondstuitert door de kamer. White Rose Movement is zo’n bandje; ‘Alsation’ is zo’n nummer. Het is glammy, gloomy, gothic bijna. De synths zijn rond, de baslijn is dwingend, de gitaar hint een beetje naar Republica’s ‘Ready To Go’, maar om dat laatste malen we maar even niet. Eén topnummer en drie b-sides zetten White Rose Movement nadrukkelijk op de kaart. Soft Cell, The Sound, Depeche Mode… White Rose Movement? Als die liveshow in Paradiso knettert en het komende debuut over de hele linie sterk is, krijgt Britrock ineens een fijn duister randje. Atrium Carceri – Kapnobatai [Cold Meat Industry] Simon Heath = Atrium Carceri, en onder deze noemer maakt hij nu al drie platen lang zeer beklemmende en donkere ambient. Het vorige album ‘Cellblock’ deed met zijn kerkerthematiek sterk denken aan het werk van kunstenaar Piranesi, folterkelders inbegrepen. Op ‘Kapnobatai’ – letterlijk: zij die wandelen in rook – trekt Heath de gevangenisclaustrofobie door. Bijna zeventig minuten lang leidt hij de luisteraar aan ketenen door smalle gangen, langs roestige, vervuilde en schimmelige wanden. Benauw(en)de ademtochten alom, een druppelende kraan? Atrium Carceri beluister je niet op nummerniveau, een act als deze onderga je helemaal. Licht uit, ogen dicht, maar dan begint de reis pas. Zal duisternis ooit nog hetzelfde aanvoelen als vóór ‘Kapnobatai’ ? Looper – MP3 EP #3 [www.looperama.com] Stuart David was in de beginjaren lid van Belle & Sebastian. Daarna schreef hij twee romans. Voor één daarvan, ‘The Peacock Manifesto’, maakte hij een briljante soundtrack: ‘The Snare’. Dat was dan weer een album van Looper, David’s nieuwe band. In Looper stoeit hij nog steeds met geniale Schotse en scheve teksten over verlies, vol van een zeker zelf-dédain. Looper is echter veel meer elektronisch dan Belle & Sebastian. Inmiddels heeft Looper zich losgeweekt van zijn label en brengt David zijn muziek liever zelf naar de fans. Soms verschijnt er nog eens wat op een echte release (onlangs nog een nummer op een 7” waar hij er 100 van liet maken), maar Looper communiceert vooral middels MP3 EP’s met de buitenwereld. De derde is net af en te downloaden. In twee zoetgevooisde, door hemzelf thuis opgenomen liedjes laat David het beste in de Schotse indie naar boven brengen. Lieftallig en mooi gearrangeerd als ze zijn, laten de nummers de gedachten uitgaan naar de glorieuze begindagen van zijn eerdere band. Looper houdt die fakkel gloedvol brandend. Een Bitmap-remix van een eerder MP3 EP-nummer maakt de EP compleet; elektrowaanzin in het bleepuniversum. t.A.T.u. – All About Us (single/videoclip) [Universal] Die twee meiden van t.A.T.u. konden geen noot zuiver zingen op het Eurovisie Songfestival, herinnert iemand zich dat nog? Of ligt in ieders herinnering vooral hun, al dan niet werkelijk relationele, amandelschoonmaak-actie in de vorm van een dubbel en dwarse tongzoen? Hoe het ook zij, de dames zijn terug. Mikken inmiddels met deze single zelfs op een breed uitwaaierend geluid waarin grappig genoeg geen echte keuze gemaakt wordt. Soms – en let op: dit ís een teken aan de wand – wordt wat geflirt met wat in Nederland gothicmetaluithalen worden genoemd, soms dreunt het nummer heerlijk door langs (gitaar!)melodielijnen die stukken minder Eurodance lijken dan voorheen. Dat het beeldmateriaal bij deze single non-MTV-fähige eyecandy oplevert is mooi meegenomen. Ik geef het toe: het drama-album ‘Dangerous and Moving’ kun je gerust vergeten (al komt ‘Cosmos (Outer Space)’ heel even nog een beetje in richting van – kent iemand ze nog? – Babylon Zoo). En ja, de twee flirten zo nu en dan teveel met de nog steeds hippe Madonna. Maar kom op, één ‘guilty pleasure’ mag in deze lijst niet ontbreken, toch? Poepsimpel, strak in het pak geproduceerd en ontzettend effectief; dat dan weer wel…”It’s all about us” zingen ze over en over, precies, vriendschap, liefde, daar gaat het om; de muziek, ach… Arab Strap – The Last Romance [Chemikal Underground] OK, sex sells dus, zie t.A.T.u., maar de heren van Arab Strap weten ook van wanten. Maar dan anders. En in hun geval is het nauwelijks terug te zien in de verkoopcijfers. Jaren- en albums lang deden Aidan Moffat en Malcolm Middleton een beetje hetzelfde: ronddolen in one-night stands, de vergetelheid van de alcohol en zelfdepreciatie. Op ‘The Last Romance’ gaat het roer om. Een korte plaat, dat is één, maar ook een album waarin de band rockender voor de dag komt dan voorheen en vooral het excessieve drinken en ‘casual sex’ min of meer afzweert. Wat dat betreft is het wellicht een kenschetsing van een tussenfase. Het duo is nog net niet tot de rangen van de ‘familymen’ doorgedrongen, maar heeft wel genoeg van het wegzuipen van de kater van de vorige dag in sleazy pubs als de ‘Hug and Pint’. Breekt hier een nieuwe fase aan voor Arab Strap? Zolang Moffat zijn Brusselmansiaanse gevoel voor openingszinnen en stijl niet verliest, vind ik het prima. Ingmar Griffioen, eindredacteur: Death From Above 1979 – You’re A Woman, I’m A Machine Onwaarschijnlijk heftige collectie dance met een punkfeel. Het Canadese duo teisterde op Lowlands (luister op 3VOOR12!) en Metropolis al de trommelvliezen en dat slechts gewapend met bas, drums en synthesizer. Van het extreem opruiende ‘Blood On Our Hands’ tot de Erol Alkan-remix van ‘Romantic Rights’ op de bonus-disc is het non-stop headbangend dansen geblazen. Maakt erg benieuwd naar de deze maand verschenen opvolger ‘Romance Bloody Romance’. Reigning Sound – Time Bomb High School Na het EKKO-concert plus aanschaf van het meesterwerkje ‘Too Much Guitar’ was vorig jaar de verslaving definitief. Op zoek dus naar meer van de band rond bluespunk en Oblivians-legende Greg Cartwright. En wat blijkt: deze tweede van Reigning Sound is minder gitaar-georiënteerd, maar bevat nog meer heerlijke sixties rock ‘n’ roll. Vergeet die oude Stones-platen! Meeneuriënd met koortjes, orgeltjes, trefzekere melodietjes en die licht-rauwe stem, wordt ik zo verschrikkelijk vrolijk. Gelukkig is ‘Home For Orphans’ net uit! Pitchtuner @ Club 3VOOR12/Utrecht Berlijns-Japans trio zet met dampende electrorock de club in dB’s in vuur en vlam! Pardon? Ja ze stonden er echt en na Nu Heroes overrompelden de buitenlandse gasten ook de lokale clubavond. En dan gaan op donderdagnacht na enen de voetjes van de vloer en de vuisten de lucht in en zo hoort het. Gaat dat zien! Turin Brakes @ De Melkweg Af en toe kraakte er wat, maar Ollie Knights en Gale Paridjanian gingen onverstoorbaar verder. Was het in het verleden (bijvoorbeeld Crossing Border) nogal eens treuren om de met gitaarband verarmde uitvoering van de verstilde songs, eind september was het anders. Turin Brakes ging terug naar de basis van twee akoestische gitaren en twee stemmen met minimale begeleiding. En die stemmen bleken uitstekend te passen. Excellerend gitaarspel van Paridjanian en de ontroerende uithalen van Knights brachten Turin Brakes weer terug naar die kippenvelwekkende emotie van ‘The Optimist LP’. Miss Kittin & Vitalic - Live @ Fuse 2002 Experimenterend met Soulseek vond ik opeens deze live-opname op m’n harde schijf (ahum). Miss Kittin &Vitalic live in mei 2002 in de Brusselse club Fuse. Klonk behoorlijk vet, sterker nog; die techno werd alsmaar vetter én vetter. Al stuiterend over het toetsenbord viel m’n oog op de tijdsduur. Maar dat kon niet waar zijn: 2.55.73! Mon dieu! Bijna drie uur steeds opzwepender techno, een tikfoutje beslist. Toch niet, en 170 minuten later vond ik mezelf zwetend en uithijgend op de vloer terug. Leeg, maar o zo voldaan... André Kamphuis, tekstredacteur: Roxy Music - Viva! Om Ingmar's goede voorbeeld te volgen presenteer ik vier liveplaten deze keer. En dat terwijl ik doorgaans een hekel heb aan die dingen, vanwege het rotgeluid en zangers die in het echt niet alle noten blijken te halen. Zo niet bij dit juweeltje van Roxy Music, dat echt wat toevoegt aan het oeuvre van de band. Want waar ze op hun albums heel geproduceerd en gepolijst klinken, blijkt op Viva! wat een smerige rockband het eigenlijk was! De opener Out of the Blue is veel beter dan de studioversie en walst je meteen plat. De originele versie van Both Ends Burning is al niet misselijk, maar de uitvoering op Viva! schuurt en beukt alsof de band echt zo snel mogelijk op wil branden, aangevuurd door het bijna gillende achtergrondkoor the Sirens. In Every Dreamhome a Heartache, een cynische ode aan een opblaaspop, eindigt in een verzengende bak noise, waarna feestnummer Do the Strand de plaat afmaakt met een oorverdovende knal. Vergeet de latere commerciële hitjes, dompel je onder in de eerste jaren van deze ooit controversiële en hemeltergende band! Talking Heads - Stop Making Sense Bij deze plaat hoort een gelijknamige film, die ik nog steeds eens moet zien. Mijn exemplaar is een lp die digitaal is opgenomen, revolutionair in de dagen dat Philips de cd net had uitontwikkeld. De Heads liepen graag voorop. Los daarvan is Stop Making Sense gewoon een heel goede liveplaat, waarop de groep zich laat horen als de zwetende, stampende funkband die ze stiekem (ook) waren. De vier New Yorkse bleekneuzen worden dan ook terzijde gestaan door extra keyboards, percussie en achtergrondzangeressen. De versie van Burning Down the House is de enige die gedraaid zou mogen worden. Swingt als een tiet. Ramones - It's Alive Tsja, de Ramones, ze vielen als herfstbladeren de laatste jaren. Eenieder die nog steeds niet bekeerd is zou ik willen aanraden It's Alive eens te downloaden. Geen band die live het compromis zo schuwde: de nummers worden aan één stuk over het publiek uitgekieperd, met pauzes van twee seconden waarin Joey even de titel en Deedee "one, two, three, four!" kon brullen. Een onverwoestbare machine was het, opgebouwd door onafgebroken te touren. Dat moesten de heren wel, om hun huur te kunnen blijven betalen. Nomeansno - Live and Cuddly Redactieleden weten van mijn jarenlange liefde voor deze ondergewaardeerde punk/jazz/funkband uit Vancouver, die in geen 25 jaar een slechte plaat heeft weten uit te brengen. Onlangs vond ik deze prachtige dubbel-lp bij de onvolprezen Grammophoonwinkel aan de Oudegracht. De binnenhoezen worden gesierd door aankondigingen van punkconcerten uit begin jaren '80, door de vorige eigenaar liefdevol opgeplakt. Het album bevat uitstekende live opnamen uit 1990, gemaakt in de Effenaar te Eindhoven en Vera te Groningen. Dat het uitstekend is wekt geen verbazing: deze groep laat, ondanks de inmiddels gevorderde leeftijd, elke keer weer een zaal in vervoering achter door minstens twee uur vol erin te gaan. Dat de opnamen in ons landje zijn gemaakt is ook niet zo gek: Nomeansno doet elke tour minstens drie shows bij ons, en elke keer wacht hen een volle zaal. Als ik jou was zou ik de volgende keer gewoon eens gaan kijken. Zeker als je gefascineerd bent door het geluid van een Gang of Four, die nu ineens weer hip zijn door hun vermeende invloed op menig hedendaags new new wave groepje. Nomeansno stamt uit dezelfde tijd als GOF, maar is een stuk minder zwaar op de hand. Bovendien zijn ze nooit gestopt. Jeroen van Rooij, tekstredacteur: Wolf Parade - Apologies To The Queen Mary (Sub Pop, 2005) Omdat je niet het hele jaar naar The Arcade Fire kan blijven luisteren tenslotte. Ook met rare vocale tics, veel spanning en emotionele en muzikale lagen en de juiste spanning tussen experimenteel en gewoon hele goede songs. Dat er ook nog een link is tussen de twee bands (ook uit Montreal bijvoorbeeld) doet eigenlijk niet zo heel erg terzake: bijna dezelfde kick, maar, toegegeven, wel iets minder vaak per luisterbeurt. Clap Your Hands Say Yeah - Clap Your Hands Say Yeah (Eigen beheer, 2005) Terechte buzz rond een plaat die langzaam maar zeker overal op begint te duiken. Het verhaal is intussen wel al een tijdje bekend: bandje brengt cd uit in eigen beheer en wordt zwaar opgepikt door Pitchfork, waarna het nieuws zich sneller verspreidt dan de cd zelf. Dankzij de zegeningen van het internet al tijden in mijn most played lijst van iTunes. Vrijdag in Paradiso, vorige week Disque pop de la semaine op 3voor12. Wire - Pink Flag, Chairs Missing & 154 (Restless, 1977, 1978, 1979) Drie van de beste postpunk-albums ooit. Hoe in nauwelijks twee jaar tijd een (post-) punkgroepje zich ontwikkelt van de beste rock-minimalisten ooit tot overcreatieve alleskunners. En daarbij nog gewoon leuk weet te blijven ook. Verplicht luistervoer, opgepikt uit de gele postpunkbijbel van Simon Reynolds, Rip it up and start again. The Monkees - Daydream Believer (Single, Arista Records, 1986) Vergeet kant A, die ken je wel van radio 2 bij je vader in de auto. Kant B ligt altijd bovenop. Randy Scouse Git heet het nummer. In drie minuten overtreffen deze tv-fenomenen hun hele hitbestand: schattig piano-introotje waar Paul McCartney achter had kunnen zitten, dan een volkomen overstuurd refrein, weer die rare huppelpiano en zo verder. Dynamiek in overdrive waar je bek van open valt, met daarbij elke keer weer de verbazing dat die Idols avant-la-lettre zoiets prachtigs wisten te verzinnen. Tunng - Mother’s Daughter And Other Songs (Static Caravan, 2005) Nick Drake in een gecrashte laptop. Engels duo dat uit het niets op is komen duiken en (als eerste?) de essenties van akoestisch en elektronisch niet in een soort compromis samenbrengt maar eerder tegen elkaar uitspeelt. Dus pastorale Engelse folk en glitchende elektronica in innige tegenwerking met elkaar. Zou niet moeten kunnen, maar gaat hier heel erg goed. Vraag me niet hoe. Zanger/ acoustico Sam Genders schijnt ook nog eens alweer iets anders te zijn gaan doen, dus de kans dat het maar eenmalig was is groot.