Mando Diao voelt zich thuis in ondergesneeuwd Utrecht

Scandinavië rockt, voor de zoveelste keer

Joost Koopman, ,

Vergezeld van maar liefst twee (!!) voorprogramma’s speelde Mando Diao woensdagavond Tivoli plat. In gepaste rock'n 'roll-kledij: op het podium aan de Oudegracht zullen waarschijnlijk nog nooit zóveel leren jasjes op één avond hebben gestaan. Één Utrechts bandje en twee Zweedse bands, die in een steeds overtreffende trap het publiek bedienden. Een avond om te smullen kortom.

Scandinavië rockt, voor de zoveelste keer

"Speelt 'ie in Utrecht? ........In de winter?" Het was de eerste reactie die uw verslaggever kreeg toen hij aan iemand vertelde dat Mando Diao in Utrecht speelde. Waarop spontaan fluitend het refreintje van Me Gustas Tu werd ingezet. De mannen van Mando Diao zijn ze in deze hoek van de wereld blijkbaar toch nog niet zo bekend. Maar, na hun tweede optreden alhier (na de zegetocht in De Helling van vorig jaar) zal daar in Utrecht in ieder geval spoedig verandering in komen. Sinds de release van hun eerste langspeler - Bring 'em in (2002) - is Mando Diao al mateloos populair in eigen land en omstreken en stonden zij ook al een aantal keren op grote zomerfestivals geprogrammeerd. En nu, na hun tweede plaat - Hurricane Bar - wijst alles erop dat ze ook hier hoge ogen gaan gooien. Het is ook niet gek, want de aanstekelijke rockdeuntjes die de Zweden produceren zitten strak in elkaar en worden live, zoals nu wederom bleek, zeer overtuigend gebracht. In onze lokale poptempel streken ze neer samen met Utrechts eigen Glenister en het, tevens Zweedse, Sugarplum Fairy (met daarin, niet geheel ontoevallig, twee familieleden van de zanger van Mando Diao.....). Glenister opende de avond met een selectie energieke (punk)rocknummers die duidelijk bij het publiek in de smaak vielen. En alvast een smaakvol voorproefje vormden voor hun show op 18 maart, tijdens het verjaardagsfeestje van 3VOOR12/Utrecht in Tivoli de Helling. Sugarplum Fairy gooide er nog een stevige schep bovenop. Zanger Gustaf Norén van Mando Diao had er goed aan gedaan de band van zijn twee broertjes mee op tour te nemen. Vijf piepjonge kereltjes die aan de lopende band een soort instrumenten-stoelendans deden. Met stevige rocksongs waar de heupen goed op losgegooid konden worden trokken zij het publiek over de streep. "Mando Diao live zien is als het bezoek aan een kerk, onze fans krijgen hetzelfde gevoel van ons als wat sommigen een religieuze ervaring noemen". Zo presenteren de heren zichzelf op hun website. Goed, het is natuurlijk niet verkeerd om hier en daar op je eigen loftrompet te blazen, maar om nu een parallel te trekken tussen je optredens en een religieuze ervaring, is voorwaar geen kattenpis. Nu was al bekend dat bijvoorbeeld andere Zweedse bands (we noemen The Hives) ook bepaald geen lage dunk van zichzelf hebben, dus misschien ligt het aan het drinkwater. Maar toch, hoewel er geen mensen Halleluja-schreeuwend, met de armen ten Hemelen gericht op de knieën zijn gestort, er valt toch weinig op Mando Diao's optreden af te dingen. Lekkere uptempo nummers die hier en daar wat Britpop-achtig aandeden. Snerpende gitaren, één of twee nummertjes akoestische, een orgeltje jengelend op de achtergrond en af en toe een mondharmonica erbij. Bij elkaar voer voor een zeer sterk optreden. Echte hoogtepunten zijn er moeilijk aan te geven (tenzij een slip, formaatje grootmoeder, toegeworpen krijgen, je ding is). De vaart werd er constant in gehouden en er tussen de nummers in was er ook nauwelijks ruimte voor wat dan ook. Religieuze ervaring of niet, er zullen dan ook de komende tijd genoeg mensen zijn die voor het slapengaan op hun knietjes naast het bed zitten, biddend dat Mando Diao binnen afzienbare tijd weer terug zal keren. En gelijk hebben ze. Mando Diao, Sugarplum Fairy en Glenister. Gezien: Tivoli De Helling, woensdag 2 maart 2005