Under Byen weet in EKKO perfect de Gulden Snede te vinden

Zevenkoppig Deens collectief laveert tussen trippop en postrock

Sven Schlijper, ,

Het Deense Under Byen speelde voor het laatst op Utrechtse bodem tijdens het Paleisrevolutie festival. Daar was het vooral een klinische bedoening vol Scandinavische kilte. In EKKO kon de band inmiddels rekenen op een mooie opkomst. En zowaar werd deze keer wel de balans gevonden tussen volbloed ingetogen pracht en het betere uit-de-bocht-vliegwerk. Precies op die keper ligt immers de Gulden Snede.

Zevenkoppig Deens collectief laveert tussen trippop en postrock

Ten tijde van Paleisrevolutie – midden dit jaar – was Under Byen voor even het troetelkind van de Nederlandse pop-pers. En niet helemaal voor niets. Het Deense collectief had met ‘Det Er Mig Der Holder Traeerne Sammen’ immers een erg knuffelbare plaat afgeleverd. Qua titel letterlijk een beetje hintend naar onze ‘Tree-Hugging Princess’. Hoe dan ook; er was weer een noords pareltje gevonden. Sprookjesachtig mysterieus in ieder geval. Under Byen speelde eerst een set voor Club 3VOOR12 en liet zich daar van de zwoel-warme kant zien. In Muziekcentrum Vredenburg werd daar een ijselijke show tegenover gezet. Een concert dat vooral de nadruk legde op de meer ritmische, om niet te zeggen bijna industriële, kant van hun idioom. Een stijl die toch al een vreemdsoortige, maar zeer appetijtelijke mengvorm is van zoetgevooisde trippop- en postrockelementen. De slinger sloeg in juni dus nog door van het ene uiterste, naar het andere. Vanavond in EKKO werden beide werelden knap verenigd. Het begin beloofde kommer en kwel toen een zingende zaag op de betere Godspeed You! Black Emperor-manier begon te krassen, maar het volgende nummer bracht ons meteen bij de minder zwaarmoedige les. Helaas werd het muzikale onderricht daarna direct onderbroken door wat technische mankementen. De met maar één nummer vakkundig opgebouwde sfeer dreigde dan ook even naar een absoluut nulpunt weg te zakken. Dan hadden we echter buiten de klasse van Under Byen gerekend. Wat volgde, was bijzonder hoogstand muzikaal vertier. Geholpen door een weergaloos goed geluid (heeft een band in EKKO ooit zo mooi geklonken?) speelden zeven mensen de sterren van de hemel. Dat klinkt natuurlijk hoogdravend. Of zoals onze oosterburen zeggen: “himmelhoch jauchzend”. En dat is in dit geval dan ook best terecht. Waar Björk zich kan verliezen in frivole artistiekerigheid en Múm de lieflijkheid zelve blijft, liet Under Byen zien dat Scandinavische pracht meer gezichten kent. Een smoelenboek vol koppies zelfs. Wat de revue passeerde, deed vooral denken aan een combinatie van Portishead-achtige trippopvibes en postrock-dynamieken uit de Do Make Say Think-school. Ligt daar een midden tussen dan, hoor ik u denken? Jawel, luidt het bevestigende antwoord. Die Gulden Snede werd gevonden en bewandeld door Under Byen. En zo ging dit avondje EKKO van weemoedige cello en piano ballad, naar hectische ritmiek waarin de beide (!) drummers elkaar prima aanvulden. De beide strijkers-broeders wisten bovendien zowel het snerpende ‘Worst Case Scenario’-geluid, als het gloedvolle Tindersticks dekentje moeiteloos uit hun snaren te toveren. Als daaroverheen dan ook nog eens de veelzijdige stem van Henriette Sennenveldt gedrapeerd wordt, gaat EKKO door de knietjes. De overbekende IJslandse elf was soms gevaarlijk dichtbij, maar Under Byen’s frontzangeres wist genoeg eigen – vooral sensuele – lading te geven aan haar teksten. Broeierig, hijgerig, hees en hypnotiserend. Under Byen bwees deze keer van vele markten thuis te zijn. En de balans wel degelijk te kennen. Gedurende het gehele concert werden de lijntjes al uitgezet. Die kwamen pas echt samen in het afsluitende epos. Daarin werd de postrock-dynamiek van Under Byen in het extreme doorgevoerd. Hard-zacht constructies met brave drum behoren tot het verleden, want syncopische ritmes en ‘Exploding Plastic Inevitable’-achtige noise grepen elkaar bij de hand en werkten wervelend naar een orgastische climax. In dat hoogtepunt werd nieuwetijdse postrock op magische wijze verenigd met sfeervolle trippop. In één beeld gevangen: Under Byen op zijn best; ergens midden tussen Sigur Rós en Múm in. Maar dan net een tikkeltje anders. Lekker eigenwijs. En nog steeds blijft de band – Senneveldt voorop – een beetje koeltjes en afstandelijk. Toch heeft dat wel wat… zo’n ‘dame de loin’. Dan heb je als koene hoofse ridder ook nog wat om over te dromen. De bijbehorende soundtrack is alvast in het geheugen geëtst. Under Byen Gezien: EKKO Utrecht, dinsdag 28 september 2004