Vrienden, familie en flink wat decibellen: zo laat de tweede avond van de Rockacademie Performing Night in 013 zich samenvatten. Na weken van schrijven, produceren en repeteren krijgen zes kersverse bands de kans om hun talent met het publiek te delen. Als dit nog maar het begin is, belooft de toekomst voor deze lichting eerstejaars Rockacademiebands vast veel goeds.

De avond wordt afgetrapt door het swingende Fjuzion. De vijfkoppige band brengt een frisse mix van funk, jazz en strakke grooves, en weet het publiek direct mee te krijgen. Het samenspel klopt en hun enthousiasme is aanstekelijk; er is nauwelijks iemand in de Next niet besmet met de dansbaarheid van de set. Saxofonist Jarno Matray zet een zonnebril op zijn neus, de lichten kleuren warm en ineens voelt deze dinsdag in april aan als een zwoele zomeravond. Bonuspunten voor de Mario Kart-scènes die naadloos op de tunes aansluiten.

Next in line: The Silver Wings. Tussen de mannen in denim pakken staat nog even een lege microfoon, die gelukkig al snel wordt ingenomen door de getalenteerde Dolce Beringer. Met een outfit bestaande uit een koeienprintbroek, rode bandana en cowboyhoed weten we haast zeker dat we in Westernsferen terechtkomen, dat maakt de band dan ook maar al te goed waar. De songs zijn afwisselend zowel vrolijk als introspectief, daar geven de klanken van Maik Hartogs op zang en akoestische gitaar nog een mooie, extra laag aan. Jammer is dat zelfs dit publiek af en toe lijdt aan het klassieke Dutch disease en door intieme nummers als 'Silver Lining' heen tettert. Gelukkig trekken ze zich daar op het podium weinig van aan.

‘Wat een crazy coole outfits’ en ‘damn, kijk die roze mouwen’ klinkt het vanuit de zaal vlak voordat Kittycore het podium bestormt. Gekleed in kapotte en visnetpanties, croptops en kattenoortjes in de kleuren zwart, neonroze en zilver is de band inderdaad een niet te missen verschijning, ze maken al indruk voor ze überhaupt zijn begonnen met spelen. Frontvrouw Fay Corstjens komt op op die miauw-versie van Billie Eilish’ 'What Was I Made For', waarna de muzikanten hun instrumenten inzetten en de complete zaal omver dreunen. Hun blend tussen pop en metal is ruig, rauw en gaat door merg en been. Hier staat een band die dondersgoed weet wat hij wil: schuren en onweerstaanbaar zijn. 

Het is de beurt aan het Nederlandstalige Twee Voor Twaalf dat zich het best laat beschrijven als lieve, dansbare pop met fraaie teksten over alledaagse, menselijke gebeurtenissen en gevoelens. Frontvrouw en - man Mus Damé en Luc Mats hebben in deze opstelling iets weg van Suzan en Freek, en zorgen met een voor deze avond samengestelde band voor verbinding in de Next. Mooi is dat drie van de bandleden wegens corona niet als eerstejaars op dit podium stonden en ze nu dus alsnog die kans krijgen. De blijdschap en warmte spat van de band en het publiek af op het moment dat we met z’n allen de onzekere stemmen in ons hoofd overstemmen door heel hard te zingen dat we nergens bang voor zijn.

Band 3 borduurt voor op het Nederlands van de voorgaande artiest en neemt ons voor een klein half uur mee in een dromerige wereld vol met rake teksten. Hun microfoonstandaarden zijn versierd met sfeerlichtjes en passen goed bij de sprankeling die Essi Hendriks, Nyla Rose en Maren Lakwijk achterlaten. Het trio is duidelijk op haar gemak op het podium en creëert op eigenzinnige wijze een gevoel van rust. De intieme maar later ook uitbundige uitstraling van hun optreden geeft het publiek de gelegenheid zich onder te dompelen in hun verhaal.

Het is aan Snaapse Lik om deze veelzijdige avond af te sluiten. De viermansformatie geeft de zaal geen mogelijkheid in te kakken en levert al springend bar na bar. De energie spat van het podium en werkt ontzettend aanstekelijk; binnen no-time beweegt de volledige Next met hen mee. Wat ook opvalt is de humor. Snaapse Liks neemt zichzelf niet te serieus, maar weet wel hoe te pieken en is daarmee een waardige afsluiter die nog lekker even nadreunt.