Maar, zo constant als de beats van DJ Voltmar waren, zo rommelig klinkt de muziek van James Cook. Een combinatie van popsongs van veertig jaar geleden, krautrock en lieflijke singer-songwriter liedjes met contrasterende knalharde beats. Een ratjetoe aan nummers waarbij het ook lijkt alsof Cook de noten te hoog voor zijn stembereik heeft geschreven. Hij kan er niet altijd even goed bij. Het gemis van een echte band om hem heen heeft ook als nadeel dat er weinig spontaniteit zit in de show.
In de warm aangeklede foyer van de Hall of Fame - die ingericht is als huiskamer met lederen stoelen en tapijtjes op de grond - worden we verwelkomd door DJ Voltmar (uit Berlijn) die met zijn knalharde techno de subs even van het stof ontdoet. In tegenstelling tot het warme onthaal in de foyer is het maar koud in de grote zaal. Op het moment van aanvang is James Cook (ook uit Berlijn) nog bezig met het installeren van zijn instrumentarium: een tablet en wat gitaarpedalen. Dan, tien minuten later, begint de muziek.
Na een korte pauze van tien minuten begint de show van Die Wilde Jagd. Frontman Sebastian Lee Philipp maakt intens oogcontact met het publiek terwijl de celliste haar eerste voorzichtige tonen speelt. Het intro is langzaam en stemmig. Bij het tweede nummer verwelkomt Sebastian ons in perfect Nederlands, een leuke persoonlijke geste.
Die Wilde Jagd is geen onbekende in Tilburg: een maand geleden speelde Sebastian nog solo met een volledig Metropole Orkest op het Roadburn Festival. Vandaag is de set meer ingetogen, met veel nummers van de laatste platen Ophio (2023) en Haut (2020). Sebastian neemt de zang, gitaar en synths voor zijn rekening en wordt aangevuld door Ran Levari op drums en Lih Qun Wong op elektrische cello.
De muziek van Die Wilde Jagd is minimalistisch en atmosferisch met een duistere intensiteit. Langzame, repetitieve nummers waarbij je fijn kunt meedeinen. Vooral de langgerekte synthesizerdrones, aangevuld met superstrakke drumbeats spreken ons aan. Regelmatig klinkt de muziek zelfs meer folky dan de kenmerkende minimalistische setting die we hadden verwacht. De visuals, bestaande uit geometrische vormen of beelden uit de stad, en dan weer A.I.-beelden van vuren en nebulae, zijn een mooie toevoeging. De celliste staat er als enige middenin en wordt zo onderdeel van het geheel. Helaas klinkt het geheel niet helemaal zuiver, we vragen ons af of dat te maken heeft met de monitors van de muzikanten. Horen ze elkaar wel goed?
Het nummer ‘Perseveranz’ zorgt voor een bijna hypnotische ervaring. De band lijkt inmiddels meer ontspannen. De muzikanten durven meer risico te nemen, het volume gaat omhoog en de balans tussen de instrumenten klinkt een stuk beter. En dan bij de aankondiging van het laatste nummer: “Iedereen die wil praten mag aan de achterkant van de zaal plaatsnemen of naar buiten gaan.” Het is bekend dat wij Nederlanders goed zijn in het kletsen tijdens de muziek, het heet niet voor niets ‘the Dutch disease’. Maar het is eigenaardig om dat nu pas te vragen. Na een korte break is er een toegift. “Mijn lieve vriend” James Cook mag nog een keer aantreden. Samen spelen ze een nieuw nummer dat duidelijk een combinatie is van de 80’s sound van Cook en de synth-heavy sound van Sebastian. Het nummer is een ode aan de vriendschap tussen de twee heren. “Friendship is beautiful and important, I think,” concludeert Sebastian.
Na deze intieme show worden we in de foyer uit de sluimerende droom geholpen door wederom een potje knalharde techno van de eerder genoemde DJ Voltmar. Het is duidelijk dat de avond gebaseerd is op de hechte band van vrienden die er samen iets moois van proberen te maken, maar struikelen over de totaalbeleving van het publiek.