Gevolg van dit jolijt is wel, dat we donderdagmiddag al iets kateriger dan we hadden verwacht de ‘grote zaal’ van de Koepelhal, ‘Terminal’ gedoopt, binnenstappen voor het ‘echte’ openingsconcert van Big Brave. We zagen de Canadezen al eerder op dit festival, voor de hele corona-ellende over ons heen kwam; destijds deden ze ons sterk denken aan een band als GY!BE, wat niet gek is, daar ze ook uit Montreal komen en veel met de bekende scene aldaar van doen hebben gehad. Ondertussen zitten ze bij het label Southern Lord en hebben zich duidelijk ook het welbekende loodzware doomgeluid van veel acts uit die stal eigen gemaakt. De trage, uitgekiende meppen op het drumstel, gecombineerd met het tegelijk grommende en huilende snarenspel, waar de hoge, getergde stem van de frontvrouw bovenuit torent, geeft ons meteen het vertrouwde Roadburngevoel. Toch zou je deze openingsact tegelijkertijd als indicatief kunnen zien voor enkele veranderingen, die de laatste jaren steeds zichtbaarder zijn geworden en deze editie volledig tot wasdom lijken te zijn gekomen. Je kunt hier denken aan de relatief grote ruimte die wordt ingeruimd voor vrouwelijke artiesten (zeker wanneer je het vergelijkt met veel andere festivals in het ‘zware domein’), alsook de koppeling van persoonlijke problematiek en maatschappijkritiek, die je dit jaar bij heel veel acts terugziet, en tot slot de enorme geneigdheid tot en ruimte voor samenwerking met andere bands uit de scene (zo heeft Big Brave pas nog een plaat uitgebracht met The Body, helaas dit jaar niet aanwezig op het festival). Die transformatie blijkt, op zijn minst waar het Big Brave betreft, in goede aarde te vallen – de stampvolle zaal geeft luidkeels joelend blijk van haar instemming met het gebodene, wat de frontvrouw zichtbaar overdondert (of haar gebroken stemgeluid bij de korte bedankjes nu voortkomt uit overbelasting van de stembanden of grote emotionele bewogenheid, of wellicht uit allebei, mogen we gerust in het midden laten). De eerste traantjes vloeien alweer, en ook dat hoort echt bij Roadburn.
Reikhalzend. Zo zullen veel mensen hebben uitgezien naar deze eerste volwaardige Roadburneditie sinds 2019. Dat blijkt ook wel bij de officiële Roadburn-pre-party, de zogeheten ‘Sparkle’, op woensdag. Normaal gesproken is dit een kleinschalig, gemoedelijk samenzijn van diehard-Roadburngangers die langzaam de kleinere zaal van 013 binnendruppelen en vaak maar een half oog op de bands werpen; nu staat diezelfde zaal al vanaf de eerste tonen van de eerste band Radar Men From The Moon vrijwel helemaal vol. Terecht ook, gezien de prestaties van de bands, waarbij zeker de afsluiters van de avond, de op het laatste moment ingevlogen Amsterdammers van Temple Fang, een speciale vermelding verdienen. Deze band heeft ons al vanaf het begin bekoord, maar is bij elk weerzien een stuk gegroeid, en zet deze woensdagavond een ronduit fantastische set neer. Roadburn is nog niet eens werkelijk van start gegaan en het eerste hoogtepunt is al binnen. Hulde, mannen!
Op naar de volgende act in de belendende ‘Engine Room’, een iets bescheidener ruimte, voor het optreden van de Fransen van Bruit≤, die zich voor deze gelegenheid laten bijstaan door een heuse blazerssectie. De associatie met de Canadese postrock-scene, niet meer van toepassing voor Big Brave, komt hier wel meteen onwillekeurig bij ons bovendrijven, wat zowel wordt veroorzaakt door de sound als door de thematiek van de band. Epische songs vol gevoelig samenspel van snaren en blazers worden ondersteund door sfeerversterkende visuals en flarden gesproken tekst met een zware politieke lading. Of iedereen evenzeer gediend is van een heel Franstalig betoog van een of andere intellectueel over de staat van de huidige economie en de fouten in de contemporaine economische denkwijze is misschien de vraag, maar de band komt er wat ons betreft wonderwel mee weg, weet zelfs het publiek mee te slepen in een curieus mengsel van sombere maatschappijbeschouwing en liefde voor de natuurlijke omgeving en de wereld als geheel, wat ook een hoopvol perspectief lijkt te bieden. Voor ons zonder meer een hoogtepunt van de dag.
Na deze lange, emotioneel heftige trip gunnen we ons even de tijd om bij te komen, waarbij, eerlijk is eerlijk, het prachtige weer zeker ook een stimulerende factor is. Na een uurtje in de zon kuieren we vervolgens eens naar de grote zaal van 013 voor het optreden van Messa, een Italiaanse outfit die haar sound verrijkt met allerlei mediterrane folkklanken en dito instrumenten – ook een fenomeen dat je steeds meer ziet, die toevoeging van apart of minder gebruikelijk instrumentarium; een trend waar we een groot voorstander van zijn. De basis van de sound van deze band is echter oude vertrouwde doom zoals we die al kennen uit de jaren negentig; een muziekgenre waarvoor we zeker in onze jonge jaren een bijzonder zwak bezaten, wat dit optreden voor ons een nostalgisch tintje geeft. De krachtige, heldere stem van de frontvrouw draagt het hele optreden, en komt met de extra klankkleuren van etnische instrumenten bijzonder goed tot haar recht. Die nadruk op de vocalen, die we meer tegenkomen dit jaar, zou je ook als een zeker bijeffect van de grote vrouwelijke aanwezigheid op het festival kunnen zien, en daar zijn we niet ontevreden mee – de menselijke stem, wanneer zij goed wordt ingezet, heeft een uitdrukkingskracht waar geen instrument aan kan tippen.
Tijdens de noodzakelijke culinaire pauze die op dit optreden volgt, bereikt ons het bericht dat de lokale helden van Noctambulist een verrassingsoptreden zullen geven in metalhonk Little Devil. Gelukkig zijn we niet de slaaf van een heiligverklaard tijdschema, dus besluiten we onze plannen om te gooien en na het eten een kijkje te nemen in het fijnste café van Tilburg. Het blijkt plezierig druk in ‘d’n LD’, dat naast lokale bezoekers ook wat nieuwsgierig internationaal Roadburnpubliek blijkt te herbergen. De zwartgerande Nederlandstalige metalliederen met wave-invloeden blijven te midden van al het gerenommeerde geweld dat zich tegelijkertijd in de grotere zalen afspeelt goed overeind; dat de band er duidelijk zin in heeft, helpt daarbij zeker. Setafsluiter ‘Vreugd’ roept bij ons precies het gelijknamige gevoel op, waarna we tevreden aan de bar zittend vernemen dat ook Thou een onaangekondigd optreden zal geven, in het onvolprezen Skatepark dat ons bij de laatste edities van Roadburn ook al zoveel, zeg maar gerust ‘vreugd’ heeft geschonken. Op weg daar naartoe worden we echter getroffen door de verlokkende sirenezang van Lili Refrain, die ons nieuwsgierig ons kopje om de hoek doet steken van de ‘Hall-of-Fame’-tent (de vervanging van de gelijknamige zaal, die op dit moment grondig verbouwd wordt). De woest beschilderde Lili is net naar de climax van haar set toe aan het werken en weet met haar bezwerende percussieve klanken en rauwe gitaarspel enkele enthousiastelingen tot een oermenselijk tribaal dansje te bewegen.
Die tribale sfeer, eventueel gekoppeld aan het gebruik van niet-westerse instrumenten of ritmes, zit er sowieso goed in dit jaar, wat nog maar eens onderstreept wordt door de volgende act op dezelfde locatie, Wyatt E. We gunnen ons voor het optreden ruim de tijd om positie te kiezen, en dat blijkt ook wel nodig, want waar we bij Lili zo konden binnenlopen, is de tent nu al bij aanvang stampvol. De bijbehorende hitte brengt ons wel goed in die woestijnige Levant-sferen die de band met haar laatste werk zo effectief weet op te roepen. Langzaam, bijna tergend bouwen de volledig in het zwart gehulde muzikanten de spanning op, waarna de ontlading natuurlijk des te intenser is. De exotische, buitenissige klanken van Zaäar (met daarin leden van het gezelschap Neptunian Maximalism, dat op Roadburn Redux een grote indruk achterliet) lijken ons ideaal bij dit concert aan te sluiten, maar helaas zijn wij niet de enigen die er zo over denken, want voor Paradox blijkt een behoorlijke rij te staan. De organisatie heeft dit jaar haar uiterste best gedaan om rijen tot het verleden te laten behoren, maar de capaciteit van dit Tilburgs jazz-zaaltje is nu eenmaal beperkt, het is niet anders (eerder op de dag blijken er trouwens toch ook wat rijtjes te zijn geweest, onder andere bij het hierboven genoemde spontane optreden van Thou). Roadburn en rijen, ze horen blijkbaar bij elkaar, en bij alle kleine en grote veranderingen is dat misschien ook wel zo vertrouwd. Met een beetje pijn in het hart, maar zeer opgeluchte voeten, nemen we voor vandaag dus maar afscheid van Roadburn, in de geruststellende wetenschap dat ons de komende dagen nog veel moois wacht.