Het moge bekend zijn: Covid heeft ook op Roadburn een diep effect gehad. Denk maar aan al die bands die eerdere edities zouden spelen, vaak met speciale sets of samenwerkingen, die niet naar dit eerste echte livefestival sinds 2019 werden (of konden worden) overgeheveld. Gelukkig kunnen we toch nog een glimp van die eerdere plannen opvangen, want de compositie van celliste en Roadburn-alumna Jo Quail, die speciaal voor het festival het stuk ‘The Cartographer’ schreef, wordt dit jaar alsnog gewoon uitgevoerd. Een mooie manier om deze zaterdag te beginnen.

Muisstil. Dat is het in de grote zaal van 013 wanneer we juist op tijd via de zijdeur binnenlopen. Het blijkt er ook nog aardedonker, waardoor we voorzichtig in de leegte tastend, voetje voor voetje door de ruimte moeten bewegen om een mooi plekje te bemachtigen. Die stilte blijkt overigens (evenals het duister) functioneel, want Jo Quail begint haar set heel zachtjes, met een incidentele streek over haar snaren ter begeleiding van een Engelse tekst, gebracht door een oudere vrouw, waarvan we de strekking helaas niet helemaal meekrijgen. De celliste heeft een heel gezelschap meegenomen (blazers, percussionisten, violiste, pianist, en dus ook de eerder genoemde vocaliste – later verschijnt ook nog een zanger op het toneel), maar allen beroeren hun instrument slechts spaarzaam – het eerste deel van de set is heel kalm en melancholiek. Gaandeweg komt er echter wat meer licht, zowel in de muziek als op het podium, en de finale heeft bijna iets extatisch. Die kwalificatie gaat in elk geval zeker op voor het gezicht van Quail, waarvan de vreugde en ontlading afspat. Wanneer de laatste klank vervlogen is, mag eindelijk het publiek ook van zich laten horen middels een staande  ovatie (stoeltjes zijn er immers niet) voor de artiesten, die het applaus dankbaar glunderend in ontvangst nemen. Een traktatie voor de Roadburnganger die behoefte had aan een rustig begin van de dag.

Jo Quail

Ondertussen zijn we wel weer toe aan wat zware versterking, een behoefte waarin Hangman’s Chair prima kan voorzien. De relatief toegankelijke doom voorzien van heldere vocalen is zeer geschikt voor het oproepen van een gevoel van medelijden voor je medeschepselen en jezelf, een stemming die zeer wordt ondersteund door de donkerviolette belichting van het podium en de eenzaam treurende zwerver op de backdrop (het nieuwe album, dat men hier integraal ten gehore brengt, heet toepasselijkerwijs ‘A Loner’). Voor we van de weeromstuit in tranen uitbarsten, stappen we vlug in het overvloedige licht van de dag waar we, staande in de rij naast de HoF-tent, nog het grootste deel van de psychedelische freakout van het Noorse drietal Kanaan meekrijgen – tenminste, het auditieve deel daarvan, want zicht op het podium hebben we pas de laatste tien minuten; precies genoeg om de blije tronies van de Noren, moe maar voldaan na hun muzikaal gezwoeg, nog even in het geheugen op te slaan.

Liturgy

Even wat praten en wat eten, en dan is het weer bijna rennen om op tijd te zijn voor de show van Liturgy in 013. Het heeft een behoorlijke tijd geduurd voor we aan het kenmerkende geluid van Hunter Hunt-Hendrix gewend waren, maar zeker de laatste twee platen hebben geregeld hun spreekwoordelijke rondjes gedraaid op ons digitaal infuus. We zijn erg benieuwd naar de operateske, met filmbeelden ondersteunde uitvoering van het meest recente werkstuk, ‘Origin Of The Alimonies’, die voor morgen op het programma staat, maar ook de integrale vertolking van voorganger ‘H.A.Q.Q.’ maakt vandaag op ons een diepe indruk. We weten natuurlijk niet hoe de film er morgen uit gaat zien, maar voor ons gevoel zou iets in de stijl van Darren Aronofsky zeer toepasselijk zijn: de muziek brengt een heel soortgelijke mengeling van claustrofobische intensiteit en ‘larger-than-life’-thematiek, waarbij met name dat laatste element de critici van zowel muzikant als regisseur nog wel eens verdeelt. Je vindt het ofwel fantastisch, of pompeus en belachelijk – een tussenweg lijkt ons moeilijk voorstelbaar. Wij behoren tot de eerste categorie.

Aansluitend begint Five The Hierophant haar set in de kleine zaal, met een soort gedragen hoorngeschal (als we het geluid dat ze uit hun lange blaasinstrumenten halen zo mogen omschrijven) dat meteen de ritualistische toon zet voor de rest van het optreden. Bezwerende drones, die hun grote werkingskracht voor een niet onbelangrijk deel ontlenen aan het smaakvol ondersteunende saxofoonspel, vullen de ruimte en brengen het publiek onvermijdelijk onder hun duistere bekoring.

Slift (archief)

Om al te zwarte gedachten van ons af te schudden, kunnen we vervolgens weer in de hoofdruimte terecht voor het weldadig psychedelisch geweld van Slift x Etienne Jaumet, welke laatste laat zien dat diezelfde saxofoon in een andere context een heel ander effect kan hebben. We hebben ons er deze editie nog niet zo heel vaak aan overgegeven, maar aan wat wild gezwaai met de ledematen, een vorm van bewegen die het midden houdt tussen ‘dansen’ en een soort epileptische aanval met onwillekeurige spasmen, valt voor ons nu helaas niet meer te ontkomen. Het tijdsgevoel wil onder invloed van dit soort jamsessies (en, toegegeven, ook wel van alcoholische versnaperingen) nog wel eens verstoord worden, en zo komt het eind van de set, volgens het digitale uurwerk toch een uur nadat we de zaal kwamen binnenstrompelen, voor ons bepaald als een verrassing. Enigszins verbaasd wankelen we dan maar de zaal uit.

Een hap buitenlucht zou ons ondertussen wel eens goed kunnen doen, zo schiet het door ons heen, en die gelegenheid krijgen we ook ruimschoots met de wandeling naar Paradox voor een optreden van Pulled By Magnets. Het brein achter dit project, drummer Seb Rochford, heeft geregeld samengewerkt met popgrootheden als Adele, Pete Doherty en Brian Eno. Wie echter op basis daarvan zou verwachten met een vrij conventionele percussionist van doen te hebben, staat vanavond een grote schok te wachten. We zagen hem al eerder op precies deze plek met zijn band Polar Bear, toen nog met een imposante haardos, waar hij er reeds blijk van gaf niet bang te zijn om buiten die eeuwige spreekwoordelijke lijntjes te kleuren, maar zijn nieuwste trio, met bassist en saxofoonblazer, is nog een stuk vreemder. We kunnen The Guardian geen ongelijk geven met de stelling dat deze muziek min of meer onclassificeerbaar is, maar als we een poging zouden moeten wagen, zouden we kunnen reppen van zoiets als een ‘buitenwereldse sfeer’, misschien niet zozeer buitenaards, maar wel losgezongen van de alledaagse werkelijkheid, op een manier die zowel intrigeert als beangstigt. De thematiek is passend duister, getuige een titel als ‘Cold Regime People Die’, een samengebald statement dat ook door zijn bandmakkers treffend wordt geïllustreerd met grommend en rommelend basspel en omineuze saxofoonuithalen. De wat afwezig-trieste gelaatsuitdrukking verlaat Rochford geen moment, ook niet wanneer hij in het laatste stuk zijn voorouders aanroept hem te steunen, bepaald geen overbodige luxe voor een man die de wereld duidelijk als een koude, onherbergzame plek ziet. Indrukwekkend.

Seb Rochford (archief)

Zo indrukwekkend zelfs, dat we het zeer uitgebreide nachtprogramma van vandaag, anders dan enkele van onze kameraadjes, uiteindelijk maar laten voor wat het is. Op de welbekende ‘socials’ zien we echter tot onze geruststelling dat het ook zonder onze spetterende bijdrage nog lang onrustig is gebleven in Tilburg. En dan moet er nog een grote Roadburndag komen…