Waar we donderdag aan het einde van dag Zaäar nog moesten laten schieten wegens de lange rij, zijn we deze vrijdag wel ruim op tijd om de acts in de nieuwste zaalaanwinst van Roadburn, Paradox, te bewonderen. Die blijken een waar feest voor muzikale fijnproevers, een groep mensen die ruim vertegenwoordigd is op dit festival.

Voor het zover is, nemen we echter nog even een kijkje in de kleinere zaal van 013 voor de broodnodige ‘conceptual continuity’. Sloten we gisteren af met het concert van Wyatt E., nu staat Atonia op de planken, een samenwerking van datzelfde Wyatt E. met Five The Hierophant en MC Slice. In de aankondiging wordt ons heel wat in het vooruitzicht gesteld: vertalingen van Ovidius in bijbels Hebreeuws en verbasterde teksten uit de katholieke liturgie, smaakvol geserveerd op een bedje van klanken uit het Midden-Oosten. Een studie Hebreeuwse taal- en letterkunde hebben we niet achter de kiezen, dus die taal is voor ons helaas onverstaanbaar, hoewel de specifieke gutturale uitspraak wel direct herkenbaar is; wat dus overblijft zijn op donker-bezwerende toon uitgebraakte incantaties (opgelezen uit een boek (de complete Hebreeuwse Ovidius?), zo zien we als we even een glimp van het podium weten op te vangen), voorzien van een toepasselijke muzikale begeleiding van een vrij uitgebreid gezelschap. De spanning loopt langzaam op, en op het eind schreeuwt de frontvrouw ons bijtende verwensingen toe, als een soort doorgedraaide boosaardige priesteres. Of deze rituele show voldoende is om ons uit de ban van overgeleverde valse waarheden te doen breken, zoals de opzet heet te zijn, zouden we niet durven zeggen, maar meeslepend is het zeker wel.

Atonia

Lopend vanaf het balkon komen we vanzelf even in de grote zaal terecht, waar James Kent en Johannes Persson net beginnen aan hun ‘commissioned piece’: een ander relatief novum in de Roadburn-historie dat elk jaar lijkt te worden uitgebreid. Onze nieuwsgierigheid naar het resultaat legt het echter af tegen het verlangen een hernieuwde poging te wagen om binnen te komen bij Paradox. Dat blijkt deze keer niet zo moeilijk: het kleine plukje mensen dat al voor het etablissement rondhangt, doet dat slechts omdat de deur nog niet open is. Eenmaal binnen wacht ons jammer genoeg niet de bizarre mix van Franse prog en Japanse volksmuziek die ons aanvankelijk in het vooruitzicht was gesteld, want PoiL Ueda heeft op het laatste moment moeten afzeggen – het Deense septet Narcosatánicos, dat we al eens eerder aan het werk hebben gezien, is echter een uitstekende vervanging, zeker wanneer de behoefte uitgaat naar opzwepende freejazzrock-freakouts. Die behoefte is in ons altijd sluimerend aanwezig, en al snel rijzen we dus op uit ons eerder bemachtigde stoeltje om wat vrijer te kunnen bewegen. De zaal zit goed vol, de enthousiaste Denen (met maar liefst drie gitaristen in de gelederen) werken zich in het zweet, gejoel, geklap – afijn, het idee moge duidelijk zijn. Feestje.

Narcosatánicos (archief)

Dankzij de handige TimeSquare-app worden we vervolgens gewezen op een bonusoptreden van Messa in het Skatepark. Dit soort verrassingsoptredens zijn zeker een toegevoegde waarde op het festival, je weet zo immers nooit hoe een dag gaat lopen: aldus bevinden we ons onverwacht in de lichte skate-ruimte waar de kernband (de exotische instrumenten blijven dit keer achterwege) een fraaie intieme set geeft, waarin met name de door de hal rondzingende gitaarsolo’s zeer goed tot hun recht komen. Mooi.

Na enig sociaal onderhoud (of oponthoud) moeten we ons dan bijna haasten om nog op tijd te zijn voor Red Kite in, jawel, Paradox. Iets minder talrijk dan de zeven broeders uit het iets minder Hoge Noorden van net, laten ze zien dat je ook met zijn vieren een ontzettend intense set kunt neerzetten. Of Torstein Lofthus de beste drummer van het festival is, valt altijd te bediscussiëren, maar dat hij hoge ogen gooit is wel zeker. Met zijn muzikaal scherpe kompaantjes op bas, gitaar en toetsen zet hij hier een dampend optreden neer dat de aanwezigen ongetwijfeld nog lang zal heugen.

Onze rommelende maag geeft vervolgens aan dat we er echt even tussenuit moeten, maar gelukkig zijn we nog ruimschoots op tijd terug op de inmiddels vertrouwde stek voor een van de vele optredens van Dirk Serries deze editie, dit keer onder de noemer YODOK III, waarachter zijn vertrouwde strijdmakkers Kristoffer Lo (bastrompet/tuba) en Tomas Järmyr (drums) schuilgaan, de ‘Scandinavische hattrick’ van vandaag completerend. Muzikaal pakt men het echter heel anders aan dan de voorgaande twee bands: heel geleidelijk wordt vanuit een zacht ruisende drone een aanvankelijk nog fragiel muzikaal bouwwerk opgetrokken, dat gaandeweg echter steeds massiever en luidruchtiger wordt en uiteindelijk zelfs kreten van bijval aan het publiek ontlokt. Voor wie er het geduld voor kan opbrengen een prachtige muzikale trip.

Dirk Serries (archief)

Mild gestemd geraakt, begeven we ons tot slot naar Little Devil voor een intieme onaangekondigde show van The Devil’s Trade. De innemende Hongaar met de warme stem lijkt goedgeluimd vandaag, wat betekent dat hij behoorlijk op zijn praatstoel zit. Zo leren we dat hij geïnteresseerd is geraakt in Hongaarse volksmuziek door het nummer ‘Outlaw Song’ van 16 Horsepower, dat een cover bleek te zijn van een oud Hongaars volksliedje (‘Betyárnóta’), oorspronkelijk handelend over een zwaar door de autoriteiten gemartelde Hongaar die jaren later op gruwelijke wijze wraak neemt op zijn sadistische ondervrager. Zo zie je maar: muzikale inspiratie kan je soms via de vreemdste kronkelpaadjes bereiken. Een les die je ook uit deze dag als geheel zou kunnen trekken.