Hallelujah: de kroegen mogen weer open, bands kunnen weer optreden, dus geen reden voor Popronde om dit jaar niet door te laten gaan. De Tilburgse tak was afgelopen donderdag dan ook weer terug van weggeweest en had weer allerlei mooie bands in petto die je zeker in de gaten moet houden. Welke? Je leest het allemaal in ons verslag.

Buiten is het fris, maar in Café Bolle zou je zeggen dat het zomers is. Dat ligt niet alleen aan de hoge temperatuur, maar ook aan de zomerse, weinig-aan-de-hand-indiepop van Amsterdammer Nicolaas die in een vorig muzikaal leven nog Nils Käller van boyband Mainstreet was. Nu brengt hij met een vijfkoppige band (de ‘Hondos’) puntige popsongs die *checkt de Popronde-bio* muzikaal zou moeten worden omschreven als Mac DeMarco meets Harry Styles. Styles: mwah, Mac? Als hij door een wasstraat werd geduwd en een goede manicure en pedicure kreeg, dan wel. Nicolaas brengt een gepolijste sound waarbij amper een mineurakkoord is te bekennen, goede tremolo op de gitaar zit en een prettige afwisseling in tempo tussendoor het geheel fris houdt. Wel mag er nog worden gewerkt aan de kopstem van Nicolaas die soms moeite heeft met de hoge regionen. Moeite heeft de drummer ook af en toe met in de maat blijven en ja, Lou Reed’s ‘Walk On The Wild Side’ is helemaal onherkenbaar in een uptempo-coverjasje, maar waarom dan niet meteen er een eigen tekst voor bedenken? (BVD)

In 2018 wonnen ze de Nu Of Nooit Finale waardoor ze Pinkpop 2019 mochten openen, maar deze avond staan de mannen van Mt. Atlas in de kleine Bar Leonardo. Het is nog redelijk vroeg op de avond, maar dat maakt deze rockers helemaal niets uit. Vanaf het eerste moment staat de show als een huis en voelt het kleine Bar Leonardo ineens niet meer zo klein. Frontman Sven Vek klimt op de bar en de bassist duikt het publiek in, waarna er een kleine moshpit ontstaat. Het is een avond waar niemand wordt gespaard, ook een deel van de apparatuur wordt het slachtoffer van een omgevallen glas bier. (RZ)

Terwijl de bassist van The Ballet Bombs met zijn pedalen stoeit, klapt een bezoeker in zijn handen. De klap echoot door de LocHal, en de bezoeker constateert lachend: 'Dit kan toch niks worden?' Het tegendeel blijkt waar. De oude NS-fabriek blijkt de perfecte klankkast voor de gespacete stonerrock. Iedere weergaloze solo van de gitarist krijgt van alle kanten een natuurlijke reverb waardoor het voelt alsof het publiek omringd is door versterkers. Ballet Bombs laat horen waarom het niet stil mag blijven in de Tilburgse bibliotheek. Bij dezen starten we een petitie: meer stonerbands in de LocHal. (KDG)

De temperatuur is in Bolle nog niet gezakt, maar dat kan helpen door de enorme hoeveelheid mensen die binnen komt voor Lucky Blue. Hebben we een buzzband te pakken? De vraag stellen is hem volmondig ‘ja’ beantwoorden. In de vorm van Marcus de Jonge (die vanaf het tweede nummer shirtloos verder gaat) hebben de Rotterdammers al een geboren showman die van de soundcheck alleen al een feestje weet te maken. Lucky Blue bedient zich van uitbundige, jengelende indierock met surfinvloeden en pakkende refreinen. De band durft uit de bocht te vliegen, de solide ritmesectie ankert toch de rest. Vooral als het tempo omhoog wordt geschroefd, werkt het viertal het best, wordt er vrolijk gesprongen en zien we her en der mensen de nummers meezingen. De prettig gestoorde chaos wordt compleet als Marcus spontaan a capella ‘Het Is Een Nacht’ inzet en het publiek het van hem overneemt. Het past in het totaalplaatje waar zelfs plek is voor groezelige pubrock en mogen we concluderen dat de lucky few hier binnen een Lucky Blue heeft gezien dat alles in zich heeft om in het alternatieve circuit een hele grote te worden. (BVD)

Eerder deze week werd Meau nog uitgeroepen tot 3FM Talent, waarmee ze in de voetsporen van onder andere Antoon, Goldband en Froukje treedt, vanavond staat ze in het kleine en volle café De Vos en De Craen met haar band. Ze speelt onder andere haar debuutsingle 'Kalmte' en de inmiddels meer dan een miljoen keer gestreamde 'Dat Heb Jij Gedaan'. Meau weet het publiek echt te raken met haar dromerige gitaarsongs: haar teksten zijn eerlijk, gevoelig en puur. Het is duidelijk dat veel mensen hier vanavond speciaal zijn voor Meau, er wordt volop meegezongen met een aantal nummers en dat laat Meau overduidelijk nog meer stralen. (RZ)

Jason Waterfalls: de naam is een grap, de muziek verre van. Het kleine podium van Café Bolle is nét groot genoeg voor de schermen voor de drummer en allemaal kasten met apparaten die de nodige draaiknoppen en faders hebben om het geluid zo gelikt mogelijk de ruimte in te kunnen slingeren. Die ruimte is overigens bij lange na niet zo goed gevoeld als net bij Lucky Blue en dat is wel te begrijpen: dit Utrechts viertal is met haar grotegebarenrock een beetje een vreemde eend in de bijt tussen de ontdekbandjes en mocht al eerder openen voor Panic! At The Disco. Met U2-achtige gitaren en lichte industrial beats weet Jason Waterfalls heel goed elementen bij elkaar te verzamelen die bij fans van bijvoorbeeld Kensington een zekere honger zal stillen, maar wie behoefte heeft aan een verrassing voor hun smaakpalet, zal toch zeker op een Popronde eerder ergens anders moeten kijken. (BVD)

In Doloris speelt vanavond 3voor12/Talent LE MOTAT, een Nederlandstalig indiepopband met een frontman die volgens iemand uit het publiek en volgens zichzelf, een vreemde vogel is. ‘Doe allemaal gewoon een beetje raar, je leeft toch maar één keer.’ aldus frontman Tato Wesselo. Bij deze Rotterdamse heren is niets taboe: de komische, vreemde en catchy songs gaan over liefde, seks en nektapijtjes. Ook de hit 'Symptomen', die LE MOTAT samen met NONCHELANGE in 2020 uitbracht, wordt gespeeld en door een deel van het publiek meegezongen. Er wordt volop gedanst, niet alleen door het bijzonder gemengde publiek maar ook door Wesselo en band zelf; de energie en passie druipt er vanaf. (RZ)

"Wees niet bang om iemand op z'n gezicht te slaan!" grapt de zanger richting het Hall Of Fame-publiek. En de oproep tot moshpit blijkt niet aan dovemansoren gericht. Changing Tides heeft een heuse fanbase opgebouwd, die, zoals trouw metalcorepubliek betaamt, allen hun shirts van deze band aantrokken. Het gitaargeluid is dik in orde, de riffs verdomd catchy. De nummers zijn goed uitgedacht, maar hanteren daarbij wel vaak de standaard metalcoreformule. Soms krijgt een coole riff niet de ruimte om helemaal tot zijn recht te komen, omwille van de breakdown, en dat is jammer. Maar Changing Tides weet wel degelijk de aandacht vast te houden. Dit blijkt ook uit de non-stop moshpit, inclusief wall of death, en de rij bij de merchtafel na het optreden. Als Changing Tides iets meer op zoek gaat naar een eigen geluid, zoals UK mathcoreband Frontierer wist te doen, kan die aankomende debuutplaat zomaar eens de beste metalcoreplaat van het jaar worden. (KDG)