Wie zijn we eigenlijk echt? Wat is ons ware wezen? En bestaat er uiteindelijk wel zoiets? Dat zijn de vragen die componist en audiovisueel kunstenaar Merijn Bisschops en sopraan Rianne Wilbers deze zaterdagavond onderzoeken in een voorstelling waarin beeld, geluid en performance op een knappe manier samenvloeien.

Het Paasweekeinde leent zich natuurlijk bij uitstek voor inkeer en zelfreflectie, dus in zekere zin treft het goed dat we deze kwesties op Stille Zaterdag in de kleine zaal van De Nieuwe Vorst krijgen voorgeschoteld. Dat dit zelfonderzoek echter geen sereen of soepel karakter gaat krijgen, wordt meteen aan het begin van de voorstelling al duidelijk, wanneer Rianne alias Blossom (in een filminterview) de vraag krijgt gesteld of ze wel eens een masker draagt. Eerst probeert ze nog weg te komen met het antwoord dat ze nu geen make-up op heeft, dus dat er in die zin geen sprake is van een fysiek masker, maar tenslotte ziet ze zich genoopt toe te geven dat je als mens aan de anderen eigenlijk altijd wel een masker voorhoudt (het woord persona in het Latijn, waarvan onze woorden 'persoon' en 'persoonlijkheid' zijn afgeleid, betekent oorspronkelijk trouwens ook ‘masker’).

Dit gegeven vormt het uitgangspunt voor een ingenieus spel met schijn en werkelijkheid, waarin de lijfelijk aanwezige sopraan veelal reageert op haar geprojecteerde beeld op het scherm, zoals mensen ook vaak het beeld dat ze van zichzelf scheppen (of dat van hen geschapen is) imiteren of eraan gaan beantwoorden. Maar hoe dieper ze in zichzelf wegduikt, hoe meer ze kortom tot zichzelf komt, hoe meer ze de grip op zichzelf dreigt kwijt te raken, geconfronteerd wordt met de donkere krachten in haar, waarvoor ze bang is (ergens in de film geeft ze aan dat haar grootste angst haarzelf geldt), maar waardoor ze tegelijkertijd lijkt te worden gefascineerd, misschien ook als de bron van haar creativiteit (haar laatste houvast vindt ze, niet helemaal toevallig, in een schijnbaar zeer vluchtig iets – haar eigen stemgeluid).

Uit deze beschrijving zou je kunnen afleiden dat de voorstelling nogal zwaar op de hand is, maar dat is niet altijd het geval – de reacties van de ‘echte’ Rianne op haar bloesemende beeld hebben vaak een onmiskenbaar komisch effect, en ook de ‘handeling’ van de film zelf (wanneer je van zoiets mag spreken bij deze opeenvolging van poëtische beelden) kent haar humoristische momenten, zelfs en juist ook op heftige ogenblikken, zoals de scène waarin een volledig ingestorte Blossom op een grasveld ontwaakt wanneer ze wordt aangestoten door een robotmaaier.

Bisschops, die tekent voor alle begeleidende muziek (variërend van mysterieus verstild tot intens vervreemdend), heeft als visueel kunstenaar duidelijk stappen gezet ten opzichte van zijn (ook zeer geslaagde, maar volledig op fotoprojecties gebaseerde) IJslandproject ‘Textures’. Hij presteert het hier om een samenhangend geheel van bewegende beelden, losjes voorzien van een verhaallijn door een voice-over, in een spannende wisselwerking met een fysieke performer te presenteren, welke laatste niet alleen de gelegenheid krijgt om alles uit haar stem te halen, maar zich ook theatraal volledig mag ontplooien - nu eens als een wild dier over de grond kruipend, dan weer zich met een geforceerd stralende glimlach naar het publiek wendend.

Het enige zwakkere punt van deze voorstelling is wellicht het te lang uitgesponnen einde, dat op meerdere gedachten lijkt te hinken en de verder goed opgebouwde spanningsboog enigszins laat verslappen. Nu is het ook lastig om bij een dergelijke labyrintische vertelling tot een bevredigende afronding te komen, dus dit is slechts een kleine kanttekening bij een voor het overige zeer fraaie, gelaagde voorstelling, die de toeschouwer op een speelse manier veel stof tot nadenken geeft.