“Uren, dagen, maanden, jaren/Vliegen als een schaduw heen.” We hadden er geen erg in, maar Tilburgs aardigste platenlabel Monomentum bestaat alweer drie jaar – reden voor eigenaar, directeur en CEO Tim om weer eens een nieuwe editie van Grijs Gebied te organiseren, toevalligerwijs ook voor de derde maal. Begonnen als een soort showcase voor acts uit eigen stal, voegde hij de tweede keer al veel labelvreemde bands aan de line-up toe, om nu een feestje neer te zetten waar formaties waar hij zelf wat mee van doen heeft in de minderheid zijn.

Anders dan andere jaren zijn singer-songwriters, gevoelige folktroubadours en andere zich op meer gedempt volume uitdrukkende muzikanten op deze ruige uitgaansdag niet vertegenwoordigd – het is nu meer of minder geordend lawaai wat de klok slaat. Ook de locatie is veranderd: de Hall is ingeruild voor twee meer intieme alternatieve muziekcafés in de Tilburgse binnenstad, Extase en Cul de Sac. En zo geschiedt het dat uw twee razende reporters zich deze eerste lauwwarme zaterdag van het jaar door een zee van zich soms zelfs op krukken voortbewegend winkelpubliek banen, om zich in de namiddag bij Extase te vervoegen, hongerig en benieuwd naar de klanken waar gastheer Tim ons op gaat trakteren.

Out Against The Storm

Niet geheel onverwacht is het rond half vier nog niet bijzonder druk in de achterzaal van Extase, die anders dan de voorzijde na de heropening geen ingrijpende metamorfose heeft ondergaan. Wij treffen er een vertrouwd gezelschap van liefhebbende ouders, verre verwanten en schoolkameraden, die zich opmaken voor een show van hun dierbaren, drie jongelingen die qua leeftijd zweven op de drempel van de meerderjarigheid. Out Against The Storm noemt deze piepjonge, uit het onherbergzame oosten van onze provincie afkomstige formatie zich, en inderdaad heeft men al zo vroeg de nodige tegenslag moeten overwinnen – zo heeft frontman Pim van Bussel om redenen die ons niet worden uitgelegd (en misschien ook wel niet duidelijk zijn – wie weet wat er zich in een jongenshoofd allemaal afspeelt?) de groep verlaten, waardoor ze nu als instrumentaal combo door het leven gaan. De heren hebben zich hierdoor niet uit het veld laten slaan, en tonen het publiek, na een opening met twee covers, dat ze zichzelf het rock- en metalidioom voldoende eigen hebben gemaakt om zelf gedegen nummers te schrijven. Nu ja, heel ‘eigen’ is het allemaal nog niet, maar dat kan men op deze leeftijd ook nauwelijks verwachten. Wel wordt duidelijk dat jongens uit landelijke gebieden, wellicht mede door een gebrek aan afleiding of mogelijkheid tot ander vertier, nog steeds bereid zijn heel wat tijd te steken in het leren bespelen van een instrument, wat hoop geeft voor de immer ongewisse toekomst.

Slakkengang

A Million Squeeks Will Do You No Harm

Na deze optimistisch stemmende opmaat krijgen we meteen gelegenheid het feestvarken van de avond zelf in actie te zien, want naast labeleigenaar (en leraar in de beschouwing van het leven) is Tim natuurlijk vooral drummer. Zijn in het verleden op deze webpagina veel bejubelde duo Slakkengang heeft helaas afscheid genomen van gitarist Joost, maar daarvoor in de plaats vinden we een andere muzikaal begaafde kompaan, Juni Irausquin, die een niet gering stempel drukt op het geluid, dat meer funky is dan voorheen – zo is een nieuw stuk ontleend aan de gevierde alternatieve metalhelden van The Mars Volta. Het spelniveau ligt onverminderd hoog; dit tweetal is niet bang voor de uitdaging. De keerzijde daarvan is dat de uitvoering welhaast per definitie wat te wensen overlaat – de jubilaris toont zich na het optreden dan ook kritisch over zijn eigen prestaties, vooral op het vocale vlak. Slakkengang staat echter nog steeds garant voor een formidabel energieshot, en de set van een kwartier weet ons in elk geval moeiteloos in hogere muzikale sferen te brengen. Gelukkig krijgen we meteen gelegenheid af te koelen met de thuiswedstrijd van Mike Dobber oftewel A Million Squeeks Will Do You No Harm, die ons een even zwoele als sinistere elektronische set voorschotelt, een schaars belichte uiting van wanhoop van een in wezen warm hart. Na dit meditatieve intermezzo is het weer tijd om te knallen met de jongens van In the Attic, die ons tonen dat de schokgolven die Rage Against The Machine enige tientallen jaren geleden door de wereld zond, op zijn minst in de meer rurale gebieden nog steeds natrillen. Bezwerende zang van een charismatische frontman, frisse funky basloopjes, occasionele heftige ontladingen – de band heeft alles in huis om de meegereisde groupies ook deze namiddag weer te betoveren.

In the Attic

Celestial Bodies

Tijd voor een korte schranspauze, om snel weer naar de Extase terug te keren voor een zeldzaam optreden van Celestial Bodies, dat in het gat van de verhinderde Hagenezen van Mazu mag springen. Dat is voor ons geen straf, want de overrompelende woest-chaotische aanval van drums en elektronica, eindigend in een duet van ijselijk gegil, werkt op onze immer door duistere gevoelens getergde ziel tegelijkertijd als een afstraffing en een reiniging. Het podiumbeeld is trouwens ook bijzonder donker – slechts een eenzaam peertje verlicht de in nevelen gehulde ruimte, wat het musicerende tweetal bijna geheel aan het zicht onttrekt; een setting die automatisch doet denken aan het gevierde Aluk Todolo, dat haar optredens op soortgelijke wijze inkleedt. Om de vergelijking helemaal compleet te maken geeft een aanwezige kleine meid, die duidelijk gebiologeerd is door het gebodene, af en toe een duw tegen de lamp. Nu lijkt het geen aanbeveling voor een blackmetalband wanneer kleine kinderen je werk op prijs stellen, maar dat is een misvatting – nog niet geconditioneerd door allerlei waanvoorstellingen en misverstanden op cultureel en ander terrein is de reactie van kinderen (evenals die van de niet volledig toondove dieren) op muziek juist vaak bijzonder zuiver en ‘to the point’. Behoudens het af en toe druk rondspringende meisje is de publieke reactie overigens nog vrij bescheiden, een trend die zich doorzet bij het optreden van To Adelaide, de formatie rond de bijzonder bedrijvige Luc Jeuken, die zich voor deze show ontrukt heeft aan het studiowerk met een andere band, The Naked Sweat Drips. Nochtans zijn zowel de podiumpresentatie als de nummers van deze groep bijzonder dynamisch – al die jaren die men op de Rockacademie heeft gespendeerd betalen zich dubbel en dwars uit. Thematisch handelt de dissonante gitaarrock met maniakale vocalen onder andere over liefdesperikelen in het digitale tijdperk; zo wordt ene Adelaide bezongen, een jongedame die het hart van de minstreel gestolen heeft, maar helaas ver weg in New York woont, wat het aangaan van een meer intieme betrekking hogelijk problematisch, zo niet onmogelijk maakt.

To Adelaide

WOLVON

Met dit hartzeer nog in ons achterhoofd maken we voor het eerst vandaag de korte wandeling naar Cul de Sac, alwaar het Groningse WOLVON ons reeds opwacht om ons met enig hevig snarenwerk om de oren te slaan, dat overigens (als onze herinnering van eerdere shows ons niet bedriegt, wat zeer wel mogelijk is) steeds meer in het teken van het liedje is komen te staan. Het hooggeëerd publiek lijkt wel te waarderen wat het krijgt toegeworpen, maar is op de typisch Tilburgse wijze te bescheiden om hier al te nadrukkelijk ruchtbaarheid aan te geven (uw recensenten vormen hierop trouwens geen uitzondering). Het al dan niet aanwezig zijn van een respons is bij het aansluitende optreden van IZAH in Extase een non-issue, want de muur van geluid die dit zestal in de bloedrood gekleurde zaal een uur lang optrekt laat nauwelijks inbreng van de toehoorders toe. Toch zien we hier voor het eerst vanavond verschillende lieden enthousiast meebewegen op de vernietigende loodzware doemklanken, en inderdaad is ook voor ons deze muzikale seance, dit verzengende ritueel het hoogtepunt van de dag. Als u een liefhebber bent van het soort klanken dat het in zich heeft om uw valse ego te verpulveren en u een glimp te gunnen van het Grote Niets dat schuilgaat achter alle verschijnselen, heeft u zichzelf tekort gedaan door hier niet bij aanwezig te zijn (zeker daar dit misschien wel de enige show is die men dit jaar gaat geven). Verwoestend en bevrijdend.

IZAH

The Sweet Release of Death

Iets soortgelijks, hoewel misschien wat kleinschaliger uitgevoerd, brengt ons vervolgens The Sweet Release of Death in Cul de Sac. Het Rotterdamse trio onder aanvoering van de kleine bebrilde dame weet op ons eigenlijk altijd een heel positieve indruk achter te laten, en vanavond is dat niet anders. Het noemen van genres om het geluid van een band te determineren is een stomvervelende en verdrietig stemmende bezigheid, maar de (vooruit dan) oprecht doorvoelde nihilistische no wave raakt bij ons moeiteloos de juiste snaar en brengt ons zelfs enigszins in beweging. Eerder op de avond grapte een der bandleden over de oprichting van een tegenhanger van deze band, zoiets als ‘The Blissful Joy of Life’, die de gelegenheid zou geven om in witte gewaden de geneugten van het leven te bezingen. Gelukkig was dit duidelijk geen serieus voorstel, want de huidige insteek is veel boeiender: Zoals een romantische Franse schrijver (Chateaubriand) het ooit uitdrukte, jaagt de dood ons weliswaar vrees aan door haar schrikwekkend masker, maar is zij in wezen onze meest innige vriend en bondgenoot.

The Sweet Release of Death

MNHM

De avond loopt ten einde, het grauwe bestaan eist alweer bijna haar rechten op, maar gelukkig is daar nog het Nijmeegse MNHM om een complex precisiebombardement op ons af te vuren. Het is altijd een genoegen deze band te zien, niet in de laatste plaats door de aanwezigheid van Otto Kokke, die met zijn bezwerende zware saxgeluid, dat hij zo vervormt dat het ons soms doet denken aan een diepe orgelklank, een belangrijk aandeel in de totaalervaring heeft, en een zekere extatische tegenhanger vormt van de streng getimede, haperende ritmes, die ons bij onze zwalkende pogingen tot danspasjes voortdurend op het verkeerde been plegen te zetten. Dit geldt evident niet voor de toch ook al zichtbaar wat benevelde organisator, die vlak voor het podium zeer strak de slagen van de drummer nabootst. Wat is het toch hartverwarmend wanneer iemand zichtbaar zo’n plezier heeft op zijn eigen feestje. Dat vinden de mannen van MNHM duidelijk ook, dus geven ze speciaal voor Tim een toegift midden in de zaal (voor zover hun instrument dat toelaat). Een mooie afsluiting van de dag, maar er is nog een afterparty in Cul de Sac, alwaar enkele veteranen van OJC Jonosh, het jongerencentrum waar het voor de organisator allemaal begon, onder de naam De Stekkers (een knipoog naar de Amerikaanse ‘punkabilly’-band The Staggers) staan te popelen om hun mild waanzinnige muzikale vertier over de diehards uit te storten. De suggestie om ondanks de nog behoorlijk lege kuil gewoon maar te beginnen pakt gelukkig goed uit, want al snel vult de ruimte zich met woest dansende mensen, wier alcoholpromillage het eindelijk toelaat zich ongegeneerd uit te leven. De onvermijdelijke incidentele valpartij lijkt verder geen blijvend letsel tot gevolg te hebben, en ook de toetsenist laat zijn soms vervaarlijk voorover hellende orgel nooit daadwerkelijk in de kuil vallen (hij smijt deze na afloop van de luid afgedwongen toegift slechts zijdelings op het podium), waardoor we mogen spreken van een uitstekend verlopen festival, dat eenieder die aanwezig was later minstens zo goed zal heugen als de 5-0 overwinning van Willem II op PSV.

MNHM

De Stekkers