"Normaal speel ik meer dan vier uur, nu maar een uur. Dat betekent dat we al diezelfde energie in dit uurtje moeten proppen," roept Jelte Tuinstra door de Phoenix. De 27-jarige pop-rock-artiest, beter bekend als Jett Rebel, liet deze zomer weten dat hij nuchter en herboren is, en dat laat hij hier op Paaspop dan ook zien. De zaal staat op z'n kop door zijn energie, bizar goede stem en swingende rock ‘n roll nummers.
Hij begint zijn show met de oude bekende singles Pineapple Morning en Sunshine maar laat halverwege ook zijn nieuwste nummer horen: Amy. Als je nog niet doorhad dat Jett kan zingen, dan hoor je het nu wel. Het bereik van zowel zijn borst- als zijn kopstem is zo groot, waardoor iedereen praktisch aan zijn lippen hangt. Met zijn heerlijke, funky rocker Do You Love Me At All haalt de frontman samen met zijn band alles uit de kast en worden alle hoeken van het podium opgezocht. Het is allemaal wat veel tegelijk, maar het past bij de show en alles wordt foutloos gespeeld en gezongen. Energiekere shows ga je hier niet op Paaspop meemaken. Jett Rebel is razendgoed en iedereen die juist zoekt naar rustmomenten op een festival als deze, moet ver wegblijven. (IV)
Met de slaap van de Paaspop-vrijdag net uit de ogen gewreven, breekt dag twee van het Schijndelse festival aan. Eentje gevuld met hemels vocht, zowel uit de tap als uit de lucht. Er is weer een overdaad aan toffe bands en de 3voor12/Tilburg-redactie heeft de krenten uit de pap gevist.
Jett Rebel staat zijn mannetje
Jeremy Loops nog te veel hap-slik-weg
Singer-songwriter Jeremy Loops zet de donkere Phoenix om in een zonnig Zuid-Afrikaans zomerfeestje. De zanger/gitarist uit het kleine surfstadje Kommetjie heeft een stijl van folk, funk en indie-pop en zorgt zo voor een aangename laidback sfeer. Hij heeft de reis naar Schijndel niet alleen gemaakt, maar heeft zoals altijd zijn band, rapper, looppedalen en mondharmonica bij zich.
Loops zoekt tijdens zijn optreden veelvuldig de interactie op met zijn publiek. Na bijna ieder nummer komt er een anekdote, waardoor het optreden in de grote tent alsnog intiem en klein aanvoelt. Kreten als 'Make some noise!', die hij er af en toe tijdens de nummers schreeuwt, voelen dan ook vaak misplaatst aan en passen niet bij de muziek die hij maakt.
Over de band dan ook niets dan lof. Vooral de saxofonist is van toegevoegde waarde en voorziet de toch al mooie liedjes van swingende melodieën. En toch mist er iets. Nergens wordt er uit de ban gesprongen, over het hele concert genomen is het nogal vlakjes en waar je bij andere optredens smacht naar meer, is het hier prima dat de show na een uur is afgelopen. Vermakelijk, maar daarmee is alles wel gezegd. (IV)
Ronnie Flex & Deuxperience Band van uitzonderlijk hoge klasse
Een van de grootste talenten die Nederland rijk is en met een paar jaar op de meter mogelijk de bekendste rapper uit de Nederhop-scene is, dat kan er maar eentje zijn natuurlijk: Ronnie Flex. Voor de derde jaar op rij staat hij in Schijndel en waar de Capellenaar het eerder op de kleinere stages mocht doen, is nu de Apollo helemaal van hem en de Deuxperience Band. Komt de mainstage voor hem niet te vroeg?
Die vraag wordt al snel beantwoord: de Apollo is ramvol met een swingende mensenmassa waarvan de gemiddelde leeftijd een stuk lager ligt dan bij bijna alle andere acts. Het gevolg: Ronnie, getooid met een brede grijns, hoeft niet per se te zingen, de aanwezigen kunnen alles woord voor woord het zelf doen. Toch geeft de rapper alles wat hij erin kan stoppen en is volledig gefocust. Diezelfde toewijding is te vinden bij de rest van de band die superstrak staat te spelen en ook de achtergrondzangeressen sluiten naadloos aan op wat er op het podium gebeurt.
Je kon er op wachten, aangezien ze vlak daarvoor in de Phoenix stond op te treden: zangeres Maan komt erbij als Blijf Bij Mij wordt ingezet, maar de grootste verrassing komt nog wel van Ronnie zelf. Die gaat tegen het einde van het nummer een zanglijn van Maan over en neemt alle twijfel weg die er ooit is geweest over zijn zangkwaliteiten. Deze man zingt piekfijn en is al lang meer dan alleen een rapper; hij is een uitblinker die precies weet hoe je een uitmuntend optreden neerzet. (IV)
Nat hè?
Koffiemomentje met The Brahms
Openingsnummer I Like To Listen To You Talk galmt door een gebrekkig gevulde Phoenixtent. Het geeft een onbestemd gevoel, als een puzzel die niet past. Komt de band wel tot zijn recht in deze setting of is dit soort indie rock beter geschikt voor een volle kleine zaal of op zijn minst een zonnig buitenpodium? Vier jaar geleden brak de band door als jury-winnaar van de Utrechtse Popprijs. Daar kwam onder andere een 3FM Award achteraan in 2015. De charme van The Brahms zit hem in een vriendelijke, frisse sound en veel vlotte energie. Situatierapport nu, na een nummer of drie: die overtuiging mist. Dat het publiek echt maar heel voorzichtig meedoet, is voor een belangrijk deel daar de oorzaak van, want een feestje bouw je met zijn allen. De voorste vier rijen lijken voor de band te zijn gekomen, de rest had net zo goed op de camping kunnen staan met een bakje koffie. Toch begint de act zelf ook stijfjes. Nummers worden braaf binnen de lijntjes gespeeld. Zuiver is het wel, maar het ontbreekt aan avontuur en charisma, terwijl zanger David Westmeijer ironisch genoeg een Marvel-shirt draagt. Nieuw nummer Beaches breekt daar mee door te eindigen met een krachtig instrumentaal stuk. De daaropvolgende break-up-song Stranger Now brengt de boel helaas terug bij af. Het persoonlijke drama komt helemaal niet over. Toch laat de band het er niet bij zitten. Bij de hit Sleep is de energie, waar nog maar een vonkje van te zien is geweest duidelijk meer aanwezig. De Bowie-cover Let’s Dance is een sympathieke aanvulling die dan ook waardering oogst, maar al met al zou het optreden hebben geprofiteerd van een betere ambiance en wat meer lef vanaf het podium. (MvE)
Kadavar kan wat frisheid gebruiken
‘Zouden hardrockconcerten er 40 jaar geleden zo hebben uitgezien?’, vraagt onze 22-jarige verslaggever zich af. Hij ziet namelijk mannen met lange haren en baarden, die niet bang zijn hun borsthaar een uur lang aan het publiek te presenteren. Ze wapperen wild met hun haren. De instrumenten klinken als op een oude Black Sabbath-plaat, maar dan een heel stuk harder door middel van flink wat distortion en wahwah op een Gibson SG-gitaar, een agressieve basgitarist en een losgeslagen drummer. Het gaat hier om Kadavar, een Berlijns trio. De wildebrassen staan in een zo goed als volle Jack Daniels-tent. Het publiek, dat voor een deel bestaat uit stoere 50-plusser-metalheads, adoreert de mannen op het podium. Hier en daar wordt geheadbangd en de handen gaan na ieder nummer in metalgroet of energiek geklap de lucht in. Dat is maar goed ook, want hoewel goed uitgevoerd, na een tijdje wordt de muziek eentonig. Dan is die wahwah wel gehoord, hoe vingervlug gitarist Lupus Lindemann ook is en begint ieder nummer op elkaar te lijken. Respect voor het harde werk, maar voor creativiteit kun je beter niet naar Kadavar. (MVE)
Bastille kan alleen teren op oud materiaal
Ze zijn toch wel een beetje de festival-act bij uitstek, het Britse Bastille. Poprock met genoeg meezingmomentjes, grote gebaren en muziek die zowel jong als oud goed kan waarderen. Toch komt de formatie als afsluiter op zaterdag niet helemaal goed uit de verf. In de Apollo speelt de band netjes, frontman Dan Smith is goed bij stem, maar aangezien hij de enige is die rondrent tussen de zoutzakken op het podium, komt alles zwakjes over en wil het publiek juist een beetje power bij een show die om twee uur 's nachts afloopt.
Leven in de brouwerij komt er bij de bekende hits als Things We Lost In The Fire en Laura Palmer, dan trilt de vloer van de Apollo door de springende meute, maar dat is bij vlagen. Bastille moet wel wat nummers doen van laatste album 'Wild World', maar daar staan lang niet zulke sterke nummers op als bij debuutplaat 'Bad Blood'. Dat is besteed aan de die-hard fans die er in veel minder getale zijn dan iedereen die ze 'wel kent'. Op de spaarzame momenten dat iedereen los gaat, is de energie bij Smith terug en mengt hij zich bij Flaws zelfs in het publiek. Het is dan ook vreemd dat hij vanuit daar iedereen aanspoort om te gaan springen, terwijl juist dat nummer zich daar totaal niet voor leent. Een concert die je kan bestempelen als 'prima', maar voor een afsluiter nog te summier. (IV)
In de zevende hemel met Vlaamse desertrock van Millionaire
Onze verslaggever heeft een speciaal plekje in zijn hart voor bands die de volumeknoppen tot in het rood opendraaien en daar muziek technisch iets goeds mee doen. Dat gezegd hebbende: de show van het Vlaamse Millionaire in de Jack Daniel’s-tent is een verademing. De Belgen, die 18 jaar geleden begonnen en er even tussenuit zijn geweest, zijn sinds een jaar terug met nieuw werk. De vergelijking is muzikaal al snel gemaakt met het oude Queens of the Stone Age, maar dan meer experimenteel, langer en vaak ook zwaarder. De herkenbare ritmepartijtjes en zelfs de sound lijken bij veel nummers regelrecht te zijn overgenomen. Zit de laatstgenoemde band daarmee? Nee, want frontman van Josh Homme himself produceerde in 2005 het Millionaire-album 'Paradisiac' en nam de Belgen mee op tour. Op Paaspop is Millionaire helemaal in haar element. Zanger-gitarist Tim Vanhamel: “Vrolijk Pasen, hé! Pasen is een van mijn favoriete feestdagen, omdat Jezus van het kruis werd gehaald of is herrezen is of zoiets. Goed en kwaad: zo blijft het maar doorgaan. Laten we gewoon lief zijn voor elkaar, hé!”, zijn bierblik heffend. De muziek gaat ronkend verder en kerels bij wie een gemiddeld persoon in de breedte van de nek zou passen, schudden toegeeflijk hun hoofd mee op het ritme. De rokerige ruimte zou inmiddels een moshpit kunnen gebruiken. Dat gebeurt niet, maar het publiek ervaart een sessie knalharde, goed uitgevoerde muziek. Na een onverwacht gevoelige gitaarsolo volgt een laatste bak uptempo herrie en geschreeuw. Zo eindigt een uurtje in een desertrockhemel, vlak vóór Pasen. (MVE)
Puntig, pakkend en prettig: The Wombats
De indierockers uit Liverpool zijn niet voor het eerst in Schijndel. Zes jaar geleden maakten ze Paaspop al onveilig en: “We're so happy to be here again”, zegt zanger Matthew ‘Murph’ Murphy een stuk of drie keer. Dit jaar heeft de band een nieuw album genaamd: 'Beautiful People Will Ruin Your Life' en ook al mogen de kritieken niet zo positief zijn (het album zou weinig origineel klinken), bij The Wombats zou je nog steeds flink uit je dak moeten gaan. De tienerfanbase voorin, die met hun enthousiasme het gebrek aan aanwas compenseert, is het daar mee eens. Na twee nummers al ontstaat er een ware moshpit. Missie geslaagd dus, maar dan vallen de lichten uit. Drummer Dan Haggis, die veel tegen het publiek praat, bekijkt het van de positieve kant. “I can’t see anything, but I’m actually kind of into it. At least we will have an excuse when we fuck up.” De fans schijnen de mannen meteen bij met hun telefoon, zodat Lemon To A Knife Fight in een knus onderonsje wordt gespeeld. De band is er zelf vertederd van. Wanneer de lichten het weer doen, gaat het feest verder. Schijnbaar moeiteloos en lekker puntig draaft The Wombats naar het einde toe; de ultieme dansplaat Let’s Dance To Joy Division. De kritische fan zal wellicht zeggen dat het, los van de lichtuitval, een Wombats-show is geweest als zo velen; een beetje makkelijk datzelfde lijstje afwerken. Weer dat gebrek aan variatie dus. Dat neemt niet weg dat, ondanks wat valse noten van Murph, de ervaren muzikanten de fans een prima avond hebben bezorgd. (MVE)
Fatboy Slim niet here, niet now
DJ's die nog actief zijn en de vijftig zijn gepasseerd verdienen een bijzonder soort respect en schrijver dezes (kocht als 14-jarige met zuurverdiende centen voor het eerst een CD: 'You've Come A Long Way Baby') vindt dat al helemaal van toepassing op Engelsman Norman Cook, beter bekend als Fatboy Slim. De inmiddels 54-jarige dj/producer was bijna eigenhandig verantwoordelijk voor het big-beat genre waarbij housemuziek doorspekt werd met meer drumbreaks per tel dan je voor mogelijk hield.
Toepasselijk genoeg is het aantal mensen per vierkante meter in de Stardust hier op Paaspop ook absurd hoog. Iedereen wil wat meekrijgen van Fatboy Slim's dj-set, Lil Kleine inbegrepen die links vooraan met zijn vriendin en entourage in spanning wacht. Buiten is het chaos, want de tent is maar van één kant te betreden en te verlaten, waardoor de beveiliging wel móet ingrijpen om alles in goede banen te leiden. Binnen wordt er al her en der gefluisterd dat de beste man al lang niet meer van de big beat is, maar zich meer heeft toegelegd op electro house in het verlengde van hit Eat Sleep Rave Repeat.
Cook zelf, blootvloets en getooid in vette grijns en kleurig bloemenbloesje, laat daar geen twijfel over bestaan. In het openingskwartier vuurt de Fatboy salvo's af en teaset met zijn meest herkenbare vocal samples zoals 'funk soul brother', 'I have to praise you' en 'I see you baby, shaking that ass', maar wie komt voor zijn originele sound, hoeft niet lang te blijven. De samples worden gemixt over big room house nummers en het tempo zal dan ook anderhalf uur lang niet boven de 130 BPM uitkomen.
Dat maakt het publiek in de Stardust niets uit, dat gaat goed los, maar is wel verbazingwekkend stil als Slim een low filter gebruikt en het uitblijven van gejoel of gefluit iets treurigs heeft. De Brit zelf draait vrolijk door en voelt zich gesterkt om op de helft van zijn set de sprong in het diepe te wagen. Vleugjes electro, acid, afrobeat en zelfs latin en italo komen voorbij. Een electronische charcuterie die niet aan iedereen is besteed, maar na een kwartier heeft de grootmeester alsnog weer een stijl te pakken waar iedereen om kan juichen; het op rave-gestoelde soort house. Bangers als Chocolate Puma's remix van zijn eigen Where U Iz komt voorbij, CLS klassieker Can You Feel It krijgt een rave-sausje dankzij Prok & Fitch en met Camelphat's interpretatie van Right Here, Right Now komen we nog het dichtste in de buurt van een echte Fatboy Slim-klassieker.
En dat voelt toch als een gemis. Ook al draait Cook lekker oldskool door niet te pre-mixen of de sync-knop te gebruiken,het geluid had zeker wat oldskooler gemogen, al is het maar voor een beetje afwisseling in het tempo. Het is begrijpelijk, want als Fatboy Slim heeft Cook vast en zeker al zijn hits veel te vaak gedraaid, maar mogen ze nog één laatste keer? Alsjeblieft? (BVD)