Een nieuw jaar Paaspop, een compleet nieuw ingericht festivalterrein. Voor de bekende brug is de ruimte een stuk ruimer ingedeeld met onder andere de Phoenix, een tent waar je kan laser taggen en een hoop ander vertier. Sommige tenten zijn compleet anders geworden, daarom stuurden we fotografen Nadia Hagen en Jostijn Ligtvoet op pad om de grote verschillen in kaart te brengen.
De tenten zijn weer opgezet en meer dan 200 acts strijken weer neer in het Brabantse Schijndel voor drie dagen lang vertier, alcohol en muziek. 3voor12/Tilburg is met beide benen in de festivalmodder en doet verslag.
Nieuw terrein
Terrein Paaspop 2018
Heerlijke absurditeit met nu-al-cultheld Joost
De taferelen kennen we zo langzaamaan maar al te goed bij Paaspop: de Roxy programmeert een act die het onder de jeugd het goed doet en de rijen vervolgens buiten zijn misschien wel de langste van het hele festival. Case in point: rapper, vlogger en komiek Joost, ook wel bekend als 'Eenhoornjoost' of zijn gewone naam 'Joost Klein'. De geboren Fries vult moeiteloos het gapende gat dat De Jeugd Van Tegenwoordig heeft achtergelaten door muzikaal en tekstueel volwassen te worden. Zo niet Joost, bouwjaar 1997. In recordtempo passeren hardstyle, trap, hardcore en drum 'n bass de revue, doorspekt met absurdistische teksten die door de honderden jongeren feilloos worden meegerapt. Joost zelf verdient alle lof voor de enorme bak energie die deze rasentertainer met zich meebrengt, de grappige zelfspot (zijn afsluitende woorden: 'dit was mijn eerste festivalshow, hopelijk niet de laatste!') en de maffe intermezzo's. Crazy Frog wordt ingezet en van begin tot eind meegezongen, moeders dansen op Milfs en het compleet nieuwe Ome Robert wordt voor het eerst gedaan. De totale gekte is compleet met de afsluitende drietrapsraket: een stukje van René Froger die Joost met vriend/rapper Donnie maakte, hardstyle kneiternummer Zaanse Mayo en dan ook nog een nummer van Skrillex. Roxy druipt van de hitte en alles wat daarvoor nodig was, was de half uur durende wervelstorm die 'Joost' heet. (BVD)
The Bloody Beetroots verzuipt in eigen sonisch geweld
De electro-rage die halverwege de jaren 00 woedde was sowieso niet eentje van de subtiliteit, maar de Italianen van The Bloody Beetroots waren van een aparte klasse. Warp 1.9 en Rocksteady zijn ware electro-anthems die, nog ver voor dubstep het stokje overnam, dance- en rockliefhebbers met elkaar verenigden zoals The Prodigy dat kan, ook al zo’n Paaspop-favoriet. Beiden hebben al meerdere malen opgetreden in de Schijndelse modder, waar dom, lomp en hard beuken nog altijd door het publiek enorm wordt gewaardeerd.
Datzelfde publiek ziet in een prachtig mooie Phoenix de live-variant van The Bloody Beetroots aftrappen met het afgrijselijke My Name Is Thunder. Zoals de titel al doet vermoeden is het een lelijke AC/DC-pastiche waarbij frontman Sir Bob Rifo zijn uiterste best doet zo hard mogelijk te krijsen. De rest van de band, bestaande uit drummer, gitarist en Abletonist, zijn in een strijd verwikkeld wie het hardste kan spelen, een slagveld waarbij alleen de trommelvliezen de verliezers zijn. Melodieën zijn amper te herkennen in de geluidsbrij waarin enkel de drums zijn te onderscheiden. Een totaalplaatje dat thuis makkelijk is na te bootsen: koop een drumstel, ga er hard op los en zet de radio aan voor wat statische ruis.
Nee, de hoogtepunten van dit optreden zijn te vinden in alles wat niets met de muziek te maken heeft. Zo imponeert de lichtshow dankzij de vette strobes, diagonaal opgestelde parren en oplichtende palen van de tent zelf. Rifo (veertig jaar oud) maakt absurd hoge sprongen vanaf een vleugel waarop hij zo nu en dan speelt. Waarschijnlijk. Ook dat is niet te ontwaren in de allesverzengende geluidsmuur die leuk voor even is, maar na twee nummers ken je het wel. (BVD)
Stijgende lijn bij diesel die Batobe heet
In de rumoerige Thunder Alley klinken de eerste elektronische tonen van producer Bas Thomas van Bemmelen, beter bekend als de Utrechtse Batobe. Een eenmansact die door Paaspop zelf wordt aangekondigd als voer voor fans van onder andere Jamie XX en Flume; de betere hedendaagse elektronica-indiepop. Toch zijn dat niet de eerste namen die te binnen schieten als Batobe begint. De stijl klopt wel, maar de instrumentale nummers zijn te langdradig, terwijl zijn Britse tegenhangers binnen een nummer veel sneller de afwisseling zoeken.
Aan de presentatie is tot dat punt meer aandacht besteed: een speciaal ontworpen beamerscherm hangt voor het drietal dat bestaat uit Van Bemmelen zelf, maar ook een zangeres die even later erbij komt en de VJ die de visuals op het scherm aanstuurt en zodoende figuren maakt.
En dan valt alles opeens een stuk beter op zijn plaats. De zangeres zorgt voor de nodige afwisseling en ook al staat ze nog wat zacht, haar lichte stem smelt perfect samen met de muziek. Van Bemmelen gebruikt meer noten dan voorheen en als hij ook nog een elektrische gitaar erbij pakt voor een rocksound, is de act ineens bijna helemaal compleet. Bijna ja, want hoe mooi het speciaal ontworpen beamerscherm ook is, je ziet het drietal daardoor minder goed staan, terwijl juist hun uitstraling onderdeel is van de charme. Door het scherm zien we Batobe helemaal losgaan en het is moeilijk om zelf niet uit je dak te gaan. Een stroef begin, maar met een feilloos einde.
Sfeer op de vrijdag van Paaspop
Zeke verzaakt niet
Ken je van die recensies waarin wordt geschreven over een 'smerige sound', 'knallende set' en 'hardwerkende band'? Of nog erger: 'band X behoeft geen introductie'? Die gasten weten niks, want ze waren niet bij Zeke in de Jack Daniels. Zeke behoeft geen introductie. Letterlijk. Terwijl Paaspop MC Boozy halverwege zijn tweede zin is, beukt het viertal uit Seattle dwars door hem heen. Boozy druipt af. De tent is voor een derde gevuld. En dat is maar goed ook, want dan is er genoeg ruimte voor een moshpit. Bier vliegt door de tent, evenals dikzakken in Hawaïshirts. Zelfs een man in een elektrische rolstoel, want rock 'n' roll discrimineert niet. Wanneer de beste man uit zijn stoel valt, wordt hij door acht aanwezigen weer in zijn stoel gehesen, krijgt een nieuw biertje in zijn handen gedrukt en rolt weer vrolijk door.
Het is een mooi tafereel, waar ook zanger Marky Felchtone hard om kan lachen. Wel tijdens het spelen, want voor pauzes heeft Zeke geen tijd. Een monoloog van de bassist wordt door Felchtone afgekapt met "what the fuck are you talking about?" en vervolgens is het weer gas erop en speulen. Binnen een rum halfuur is Zeke door reguliere set heen. Er volgt nog een toegift die tien minuten duurt en dat was dat. Kort. Krachtig. Knallend. Smerig. Zeke.
Naaz pakt Paaspop (uiteindelijk) in
Wanneer de drummer van Naaz de beat inzet van haar eerste nummer, huppelt de 19-jarige singer-songwriter het podium op. Lachend gaat ze voor haar microfoon staan, waarvan de standaard versierd is met gekleurde bloemen. "Ik had nooit verwacht dat ik dit zou doen en dat het zo geaccepteerd zou worden door mijn familie. Ik ben zo dankbaar," roept de Rotterdamse. En dat is aan haar te zien. Ze straalt als ze op het podium staat.
Als de in Koerdistan geboren zangeres begint met zingen, begrijp je direct waarom haar een mooie toekomst is voorspeld. Ze zingt zuiver en houdt dat het hele optreden vol, zonder ook maar een slippertje te maken. Ondanks haar talent, lijkt een groot deel van het publiek in Roxy niet zo geïnteresseerd in haar muziek. Het is rumoerig en niet iedereen danst mee zoals Naaz zou willen. Ondanks dat en de feedback-piep, houdt ze vol en blijft ze energiek.
Naaz noemt haar stijl zelf 'quirkpop': minimalistische muziek met natuurlijke geluiden uit de omgeving. Het zijn rustige, maar optimistische popliedjes die zorgen voor een fijne sfeer. Als een liedje een negatieve betekenis heeft, praat de zangeres het meteen goed: "Het gaat niet over jullie hoor!". Als ze daarna haar ukelele pakt en de zaal vult met enkel haar stem en trillende snaren wordt het eindelijk stil. Hoe sommige artiesten gekke gezichten maken als ze zingen, wordt Naaz juist alleen maar mooier; ze kijkt lief en tegelijkertijd een beetje ondeugend het publiek in, waardoor iedereen wel iets in haar ziet. En dat zal zeker niet voor de laatste keer zo zijn. (IV)
Kensington degelijk en steengoed
De afsluiter voor de vrijdagavond op Paaspop is wat we toch zo langzaamaan de grootste rockband van Nederland mogen noemen. De mannen van Kensington hebben de taak de immense Apollo uit z’n dak te laten gaan en het mag geen verrassing heten dat dat ook gebeurt. De band doet wat ze het beste kan: alle hits tegen het geroutineerde aan spelen, maar wel met uitzonderlijk hoge klasse.
Heel Paaspop zingt voluit mee met hoogtepunten War en Riddles en neemt net zo makkelijk gas terug met de band als die Sorry inzet. Een gelikte show zonder dat het spontaniteit verliest. De muzikanten hebben plezier in het spel, geen serieuze gezichten, maar gewoon voluit lachen.
Een typisch Kensington optreden waarbij alles klinkt zoals op plaat, met als uitzondering het bijzonder verrassend einde. Slotnummer St. Helena wordt veel harder gespeeld dan alles wat daaraan vooraf ging. Gierende gitaren, dubbel zo harde drums, vlammenwerpers en een haast gillende Eloi Youssef; het neigt naar overkill en ook het publiek staat er een beetje van ‘wat-moeten-we-hier-nu-mee?’. Een kleine smet op een voor de rest voortreffelijk optreden. (IV)