Met toch alweer een intensieve festivaldag achter de kiezen, begeven we ons nog verrassend licht van leden door een stralende zomermiddag naar 013. In de stad verdringen vele aanhangers van de koperen ploert zich alweer in het zonlicht, maar voor ons, liefhebbers van maan en nacht, is er niets fijner dan te verdwijnen in de donkere krochten van dit podium, om ons over te geven aan velerlei duistere en ook wel minder duistere genoegens.

Op het toppunt van de middag lopen we met een grote schare andere vroege vogels 013 binnen, alwaar The Ruins of Beverast net aan haar set begint. De Green Room is op dit uur al afgeladen vol, en aangezien we ons helemaal achter in de zaal geposteerd hebben, betekent dit het nodige in- en uitgeschuifel, waarbij komt dat je uiteraard net bij een groepje mensen staat dat zijn meligheid juist in de rustige interludes niet kan onderdrukken. We laten de sinistere uitingen van de formatie rond de man uit Aken dan ook al snel achter ons, waarvan we geen spijt krijgen, want de eerste etherische klanken van Motorpsycho nemen ons meteen mee naar het psychedelische universum dat het gezelschap uit Noorwegen in haar lange carrière eigenhandig heeft geschapen. We zouden niet durven zeggen hoe vaak we deze sympathieke noorderlingen ondertussen al gezien hebben, maar weten wel dat de laatste keer alweer een behoorlijke poos geleden is. De band heeft, de gemiddelde leeftijd van de samenstellende leden ten spijt, de laatste jaren heel wat nieuw plaatwerk uitgebracht, waar nu uiteraard rijkelijk uit geput wordt (afgaande op de teksten en beelden zaten daar zeker ‘Ship of Fools’ en ‘In Every Dream Home (There’s A Dream of Something Else)’ tussen). De voorkeur van de band voor weids uitwaaierende composities is weer goed hoorbaar, maar allerminst vervelend, want de twee uur durende set weet moeiteloos onze aandacht vast te houden – dat gegeven alleen zegt eigenlijk alles over de kwaliteiten van deze band. Mooi dat we hier dankzij curator Jacob Bannon nog een keer van hebben mogen genieten.

Motorpsycho

Zonder duidelijk plan lopen we vervolgens de zaal uit, om eenmaal buiten zo geïntrigeerd te raken door de geluiden uit de Green Room dat we na enig twijfelen eens ons kopje om de hoek steken. Op het podium zitten twee heren met gitaar, waarvan er één de welbekende Vlaamse experimentele gitarist Dirk Serries is, die samen met ene Hellmut Neidhardt (‘N.’) onder de noemer Scatterwound een klanklandschap creëert dat voor de oppervlakkige luisteraar monotoon kan overkomen, maar de meer aandachtige toehoorder beloont met vele subtiele schakeringen waar de geest volledig in kan opgaan. Het spreekt voor zich dat de meeste mensen het daartoe benodigde geduld niet kunnen opbrengen, dus er is plek zat in de Green Room, maar de dromerige blik in de ogen van de volhouders toont dat zich hier voor velen een binnenwereld geopend heeft. Een derde gitarist in de persoon van (niemand minder dan) Justin Broadrick, die wegens reisperikelen niet tijdig aanwezig kon zijn, wordt eigenlijk niet eens gemist. Nog wat daas staan we vervolgens weer buiten, waar we besluiten naar Cul de Sac te lopen voor een optreden van Comet Control – een gezelschap dat we sinds gisteren van naam kennen, dankzij het opschrift van het T-shirt van één der bandleden van Earthless. Geen betere muzikale raadgevers dan muzikanten, zo blijkt wel weer, want de psychedelische rock van deze mannen en vrouw uit Toronto past perfect bij de weersomstandigheden en onze gemoedstoestand. Daarna moeten we toch echt op eigen kracht een beslissing maken, en louter op basis van de opvallende typografie valt onze keus op Kairon; IRSE! Inderdaad, een volstrekt belachelijk selectiecriterium, maar het blijkt een gouden greep – weer is het een stel Finnen dat voor ons het concert van de dag verzorgt. Of het nu de oude muzikale cultuur van het land van de duizend meren is, waar verzen van het nationale epos Kalevala door rondtrekkende, op kanteles tokkelende minstrelen werden vertolkt, of simpelweg het feit dat daar op dit moment toevallig een bruisende en inspirerende scene bloeit – het valt voor ons niet uit te maken en eigenlijk doet het er ook niet toe, maar de manier waarop deze lieden (en enkele van hun landgenoten) psychedelica, prog en metal tot een soort semi-tribale potpourri laten samensmelten, is even uniek als meeslepend.

Buiten nemen we even de tijd om bij te komen, en na wat conversationeel oponthoud kunnen we dan meteen doorlopen om een kijkje te nemen bij Furia in de Koepelhal. De Poolse black metal met landelijke ‘twang’ invloeden kan voor ons echter niet verhullen dat we nog niets gegeten hebben, en nadat dit gebrek verholpen is, kunnen we meteen aansluiten in de rij bij het Patronaat voor het concert van Jarboe ft. Father Murphy. Nu is er niets op tegen om in de beginnende avondkoelte naar de maan en een eenzame ster boven de Heuvelkerk te staren, maar wanneer we eenmaal binnen constateren dat de ruimte helemaal niet vol is en we zo de halve zaal kunnen doorkruisen, vragen we ons wel enigszins verbaasd af waarom men ons buiten zo lang heeft laten wachten. De macht der gewoonte misschien, of wil men de inmiddels hoog opgelopen binnentemperatuur op deze manier in de hand houden? Ach ja, er is bepaald geen man overboord, want Jarboe is bij onze binnenkomst nog in geen velden of wegen te bekennen – de in smetteloos wit geklede heer en dame die schuilgaan achter de Iers-katholieke bandnaam zijn nog druk bezig sfeer te maken met gitaar en orgel. Na enige tijd verdwijnt de man van het podium, om even later weer te verschijnen met Jarboe in zijn kielzog. Het Italiaanse duo ontpopt zich vervolgens tot een zeer beschaafde, subtiele begeleidingsband voor de dame met de krachtige en doordringende stem, die alle ruimte krijgt om haar vocale kunsten tentoon te spreiden. Deze verstilde, bezwerende set vormt eigenlijk een onverwacht goede opmaat voor het op zijn manier ook meditatieve, verzengend machinale optreden van Justin Broadrick, die op het hoofdpodium aan de uitvoering van zijn Godflesh-album ‘Selfless’ begint, dat alweer uit 1994 stamt. De beste man heeft dankzij het Roadburnfestival de laatste jaren uitgebreid de gelegenheid gekregen om de muziek uit zijn jeugdjaren nog eens op te halen – eerder mocht hij al aantreden met ‘Streetcleaner’ (1989) en ‘Pure’ (1992). In de muzikale ontwikkeling van Broadrick is een duidelijke, gestage lijn aan te wijzen, van het (in zijn soort onovertroffen) kale, uitzichtloze nihilisme van ‘Streetcleaner’ naar een meer vol geluid, waar langzaam maar zeker steeds vaker een sprankje licht en hoop doorheen schijnt; een evolutie die in zijn output onder de naam Jesu een voorlopig logisch eindpunt heeft bereikt. Ten tijde van Selfless zitten we nog in een relatief donkere periode, waarin wel al wat meer muzikale variëteit te bespeuren valt (en ook enig perspectief geboden wordt, bijvoorbeeld in de lange afsluiter ‘Go Spread Your Wings’ die we vanavond helaas niet horen). Met een weer schoongewassen ziel, zouden we nu kunnen kiezen ons onder te dompelen in de Galicische folkklanken van Sangre de Muerdago of de burleske conservatoriummetal van Igorrr, maar onze kleine oogjes drijven ons helaas bijna ongewild in de richting van de bedstede. Morgen wacht ons immers weer een dag vol muzikaal vertier.

Igorrr