Indierock en stonerrock gaan samen als pindakaas met hagelslag. De twee lijken in eerste instantie weinig met elkaar te maken te hebben, totdat je het ervaart. Gisteravond was zo’n avond waar deze metafoor helemaal op zijn plaats was: Capibara en Switch Bones kwamen hun EP's aan ons voorstellen in Cul de Sac.

Capibara

Indierockband Capibara mag openen, maar doet dit wel een half uurtje later dan gepland. Misschien moeten we ze dat maar vergeven: ‘Het was lang om hier te geraken, maar het was het waard,’ roept bassist Thijs Boyen. Dat klopt, want om Tilburg te bereiken, hebben de mannen een flink stuk moeten rijden: ‘Dit is ons eerste concert in Holland, sorry, Nederland.’ Dat aanvaarden we maar als excuus.

Daarnaast is dit ook geen haastige muziek: het is een relaxende vorm van indie. De gitaren scheuren niet, ze deinen, de hoofden headbangen niet, maar ze knikken. Door de zachte stem van Nick De La Croix, voelt het even alsof je niet in de bierlucht van het café staat, maar in een zacht grasveld ligt, terwijl je wordt verblind door de zon. De tekst ‘I feel the sun shaping my smile right now’, maakt deze waan helemaal af.

Hoewel de connectie met de muziek zeker overkomt, is de connectie met het publiek er nauwelijks. Het handjevol toeschouwers staat achterin de zaal en blijft daar ook. De bandleden blijven statisch naar hun instrument kijken en de zanger verbergt zijn ogen achter zijn gordijn van haren. Dat is zonde, want de muziek is niks om verlegen over te zijn: de band speelt strak en er is een mooi onderscheid tussen de nummers. Die nummers zijn van hun nieuwe EP. Gelukkig klinkt de band ook zoals op die schijf. Na een halfuur wordt de set afgerond met een ‘merci’ als slotwoord.

Capibara in Cul de Sac

Switch Bones

Het volgende concert is een lokale aangelegenheid: de stonerrockers van Switch Bones. Een groot deel van het café lijkt de mannen persoonlijk te kennen: ze schudden handjes, er wordt omhelsd en de cafégangers kennen de leden vaak bij naam.

Zodra het drietal op het podium staat, hebben ze hun T-shirts en spijkerbroeken verruild voor jurken. De fan zou de outfits kunnen kennen van hun videoclip voor de single Beyond. De jurken contrasteren enorm met de behaarde, getatoeëerde lijven van de muzikanten. Opvallend, maar, zoals bassist Paul Viets zegt: ‘Jurken zijn niet alleen voor meisjes. Wij vinden dat gewoon lekker zitten.’

Het tempo ligt hier beduidend hoger dan bij de vorige act: de haarbossen en armen van de band gaan flink op en neer. De rock die Switch Bones speelt is vies, lomp, maar ook bijzonder catchy. De band zegt zwaar geïnspireerd te zijn door Queens Of The Stone Age en Nirvana en dat is goed te horen. Iets té goed met tijden. Het publiek lijkt hier weinig problemen mee te hebben, aangezien de hoofden voor het podium vaak net zo hard headbangen als die van de bandleden zelf.

‘Er mag gedanst worden,’ roept de bassist en twee toeschouwers geven hier meteen gehoor aan; er ontstaat een soort dans tussen de twee kerels. Het gitaargeweld wordt gedurende het concert steeds verder opgevoerd en bereikt een hoogtepunt bij het laatste nummer Games. Structuur is er niet meer, alleen maar een loeiend snarenduet tussen de zanger en de bassist. De term gitaargeweld wordt wel heel letterlijk in de laatste minuut, als die bassist met zijn handen en zijn instrument op zijn effectenbord begint te rammen. ‘Dit was ons laatste liedje,’ zegt diezelfde man opvallend kalm, terwijl je oren moeten bijkomen van de geluidsexplosie die zojuist heeft plaatsgevonden.

Switch Bones in Cul de Sac