Zo wordt de avond afgetrapt door Ulsect, een band die een gitarist en drummer deelt met de hoofdact en daarnaast in de persoon van bassist Dennis Aarts ook nog een ex-lid van (jawel) Textures in huis heeft. De bandnaam is nieuw, maar zij die Drown The Moth een aantal jaren geleden aan het werk hebben gezien zullen een aantal koppen en vooral ook de sound moeiteloos terug herkennen. Meshuggah-achtige ritmes, kenmerkend sinistere soundscape-interludes, een brulboei met post-hardcore-uitstraling – alles is op zijn plek en haakt ontzettend strak in elkaar, de optelsom van vele jaren muzikale ervaring. Met het nog slechts een week geleden uitgekomen debuut op zak, zal deze band ongetwijfeld nog menig hart van bebrilde en minder bebrilde metalfanaten weten te veroveren.
De licht chauvinistische Brabantse liefhebber van intelligente metal verkeert waarschijnlijk enigszins in rouwstemming, sinds bekend is geworden dat Textures er dit jaar mee gaat stoppen. Er gloort echter hoop aan de horizon, want deze provincie heeft in dat genre nog veel meer kwaliteit in huis, een feit waarvan de gelukkige bezoeker van de kleinere 013-zaal zich deze vrijdagavond met eigen oren kan vergewissen.
Het uit Utrecht afkomstige Verwoed stort ons vervolgens meedogenloos in een ziedende draaikolk van diep zwarte klanken, een woeste voorwereldlijke chaos waaruit zich soms wanhopige vocalen en lyrisch jankende gitaarlijnen los weten te worstelen. De wat gedragen sfeer van onverbiddelijke uitzichtloosheid die deze heren weten op te roepen vindt een stemmige pendant in de meesterlijke belichting, die overigens deze hele avond een grote meerwaarde aan de optredens verleent. Meeslepend.
Vijf jaar geleden kwam dit muzikale vehikel van geboren noorderling Michel Nienhuis uit het niets op de proppen met een schijf die meteen al een behoorlijke indruk op de drukbevolkte scene wist achter te laten. De langverbeide opvolger ‘Kwintessens’ maakt de gewekte verwachtingen nu meer dan waar en oogst volkomen terecht de ene lyrische recensie na de andere. De rijkdom aan muzikale ideeën die Nienhuis op dit laatste werk over zijn argeloze slachtoffers uitstort is in het op dit vlak ondertussen toch zeer ontwikkelde extreme (black)metalwereldje nog steeds ongekend en doet je als luisteraar ronduit versteld staan. Om dit materiaal live goed uit de verf te doen komen is bepaald geen sinecure, niet alleen vanwege de technische uitdagingen, maar vooral omdat de complexe composities de toehoorder voortdurend op het verkeerde been zetten en daardoor wellicht niet de bij metalshows zo gewenste lichamelijke deelname uitlokken. Gelukkig is frontman Michiel Eikenaar, die zijn stem op verrassend gevarieerde wijze durft te gebruiken, een groot publieksmenner, waardoor voor het podium toch al snel enige enthousiastelingen te bespeuren zijn. De meeste toeschouwers vergapen zich echter in min of meer stationaire positie aan dit indrukwekkende spektakel, dat de term ‘conservatoriummetal’ een heel nieuwe inhoud geeft. Dodecahedron is een geschenk aan elke adept van goed doordachte avant-gardistische muzikale uitingen, binnen de metalscene en daarbuiten.